100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Organisme samenvatting thema 1 t/m 3 $4.76
Add to cart

Summary

Organisme samenvatting thema 1 t/m 3

 73 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

De cursus organisme bestaat uit 6 thema's. In deze samenvatting vind je de stof van de eerste 3 thema's. Ook zijn er zelfstudievragen in opgenomen, met mijn antwoorden. Alle stof is gebasseerd op de zelfstudies van Universiteit Utrecht, curus Organisme 2017/2018, gecombineerd met het boek "Larsen's...

[Show more]

Preview 4 out of 85  pages

  • No
  • Gebruikt voor beantwoorden vragen en verdere verdieping van stof
  • February 28, 2018
  • 85
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
SAMENVATTING THEMA 1 TM 3

• Minisymposium 1
Evo devo

Ieder embryo deelt een groep genen die overeenkomen met elkaar en ertoe leiden dat het embryo
een bepaald ontwikkelingspad volgt. Het verschil in soorten ontstaat door de selectiedruk; hierdoor
blijven mutaties die tot een beter aanpassing aan de omgeving leiden, bestaan. In het onderzoek
kunnen we hier gebruik van maken, door terug te grijpen op (lagere) soorten waarbij het te
onderzoeken kenmerk net is ontstaan, of waarbij de instructiegenen als vereenvoudigde set
aanwezig zijn, zodat het bepalen van de functie van een gen veel gemakkelijker is.



Natuurlijke selectie

Natuurlijke selectie leidt dus tot een natuurlijke aanpassing van soorten, doordat bepaalde
eigenschappen de overlevingskans vergroten. Kunstmatige selectie resulteert in organismen die zijn
aangepast aan de voorkeuren van de mens, maar dit kan nadelig zijn voor het organisme zelf.



Dierproeven

Er is sprake van een dierproef wanneer een levend gewerveld dier of een koppotige (octopus) wordt
gebruikt voor experimentele, onderwijskundige of andere doeleinden die pijn, lijden, angst, blijvende
schade of de dood kunnen veroorzaken. Dit staat in artikel 1 van de Wet op de Dierproeven.

De huidige Wet op de Dierproeven zoals hij nu geldt, beschrijft een aantal onderdelen.
- Er is een algemeen definitiedeel,
- een bepaling wie de vergunningsverlener is aan een instelling (Nederlandse Voedsel en Waren
Autoriteit, NVWA),
- wanneer dierproeven mogen worden uitgevoerd en wanneer niet,
- hoe de dieren behandeld moeten worden,
- wanneer er mee gefokt mag worden
- en wat de uiteindelijke bestemming van het dier kan zijn.

Verder worden de plichten van fokker, leverancier en gebruiker bepaald en wie dit controleert
(Instanties voor Dierwelzijn, IvD). De taken en rechten van de Centrale Commissie voor Dierproeven
(CCD), de DierExperimentenCommissies (DEC) en het Nationaal Comité voor Advies voor
Dierproefbeleid (NCad) worden beschreven.

Voor een onderzoeker betekent dit alles, dat tijdens het opstellen van experimenten voor een nieuw
onderzoek, rekening gehouden moet worden met de vraag of dierproeven wel echt nodig zijn en ook
welk dier dan het meest gepast is. Daarnaast is het belangrijk om het aantal proefdieren te beperken
(maar ook weer niet te weinig, omdat het anders geen betrouwbaar onderzoek is) en de
omstandigheden voor de proefdieren zo gunstig mogelijk te maken.



Nomenclatuur
Verschil anatomische positie:

,Mens: staat rechtop met gezicht naar waarnemer toe, voeten naast elkaar en handpalemn naar
waarnemer gericht
Dier op 4 poten: kop richting waarnemer, dorsale deel van hand of voet naar voren gericht (dus met
‘handpalm’ naar de grond en dan ‘vingers’ naar waarnemer).
Links = sinister
Rechts= dexter beide bekeken vanuit het mens of dier NIET VANUIT WAARNEMER
Dus: voor en achter zijn bij mens en dier anders
Voor is bij mens buik en voor is bij dier kop
Sagittaal vlak= verdeling linker en rechterzijde
Coronaal/longitudinaal vlak= verdeling voor en achterzijde
Transversaal vlak= verdeling boven en onderzijde

Mediaal= dichter bij middellijn van organisme
Lateraal= verder van middellijn af
Ipsilateraal= twee structuren liggen aan dezelfde kant van organisme
Contralateraal= twee structuren liggen aan andere kant van organisme
Distaal= structuur op ledemaat bevindt zich ver weg van aanhechting met lichaam
Proximaal= structuur op ledemaat bevindt zich dicht bij een aanhechting met lichaam

Anterior: voorkant van het lichaam (bij de mens ook: ventraal.) bijv. de navel is anterior aan het
lichaam.
Posterior: achterkant van het lichaam (bij de mens ook: dorsaal.) bijv. de hak is posterior aan de
tenen.
Superior: boven, richting het hoofd
Craniaal: richting hoofd
Inferior: beneden, richting de voeten
Caudaal: richting staart

Bewegingen:
Flexie: hoek van het gewricht verminderen, gewricht buigen
Extensie: hoek van het gewricht laten toenemen, gewricht strekken
Abductie: Ledemaat van de middellijn van het lichaam af bewegen
Adductie: Ledemaat naar de middellijn van het lichaam toe bewegen
Pronatie: Onderarm roteren, zodat de handpalm naar achteren wijst.
Supinatie: Onderarm roteren, zodat de handpalm naar voren wijst.




• Hoorcollege 2 Eencelling  meercellig
Selectie op groepjesvormende eencelligen algen  worden niet opgegeten dus voordeel
Begin: Die koloniën van algen lijken beetje op multicellulair organisme.
Beetje meer: Bij bepaalde algensoorten redifferentiëren bepaalde algjes uit de kolonie en
worden voortplantingscellen
Echt multicellulair: Vanaf het begin al cellen opzij gezet die voor voortplanting dienen

Kolonievormend: schimmels, algen
- nog geen vergaande taakverdeling
Sponzen meest eenvoudige meercelligen
- vergaande taakverdeling
- slechts enkele soorten cellen
1. epidermale cellen = bedekt buitenkant
2. porie = water en voeding kan naar binnen

,3. collar = binnenkant bekleden (flagellum  bewegen voor water stroom)
4. amoeocyten = voedcel oppakken en bewegen dan om voedsel te distribueren

Parazoa
Sponzen zijn niet echte meercelligen, want als je een spons versnippert kunnen er allemaal nieuwe
sponsjes uitgroeien (kan bij echte meercelligen niet) dus geen metazoa (=meercellige) maar parazoa.


DUS:
Stap 1: Van eencellig naar meercellig (parazoa) bv spons

Stap 2: Radiale symmetrie bv kwal
Van meercellig cluster naar 2 weefsellagen (2 kiembladen: ectoderm, endoderm)
- Geen lichaamsholte
- Gastrovasculaire holte (blind gut) = mond en kont zelfde buis
- Radiale symmetrie

Stap 3: Bilaterale symmetrie bv platworm
Van 2 naar 3 weefsellagen (3 kiembladen: ectoderm, mesoderm, endoderm).
- Geen lichaamsholte.

Stap 4: Ontstaan van pseudo-lichaamsholte bv nematode
- Bilaterale symmetrie
- 3 kiemlagen
- Pseudocoeloom: niet echte lichaamsholte want er is geen holte dat volledig omringt wordt door
mesoderm (dus darm niet volledig omgeven door mesoderm). Wel pseudo want tussen
endoderm en mesoderm gevuld met vloeistof
- Pseudocoeloom vervult veel functies die normaal door bloedstroom en luchtwegen gedaan
worden (circulatory system and respiratory system)
- Ook is pseudocoeloom nodig voor gastrulatie (anders kan oerdarm niet naar binnen stulpen!!!!)

Stap 5: Ontstaan van echte lichaamsholte.
- Bilaterale symmetrie
- 3 kiemlagen
- Functie = bescherming organen en zorgt ervoor dat organen zich onafhaneklik kunnen
vervormen (en van functie kunnen veranderen tijden embyronale fasen)

Functies
Pseudocoeloom: optimalisatie van diffusie hydrostatisch skelet
Coeloom: beschermt organen maakt beweeglijkheid van organen mogelijk

Protostomen= mond als eerst gevormd (bv slang)
Deuterostomen= anus als eerst gevormd (bv zeester en chordata)

coeloom abdomen heet peritoneaalholte. Maag enz zit hierin
coeloom thorax:
pericardholte = om hart
pleuraholten = om longen

, Stap 6: vorming Chordata bv vis (geen botten)
Ergens in een levensfase:
• Chorda dorsalis (=notochord)
• Dorsale centrale zenuwstreng
• Kieuwspleten
• Postanale staart

Stap 7: Chordata  vertebrata
otstructuren ontstaan, wervels + schedel gevormd, botten voor borstkas
- vertebrata= echte hersenen en echt ruggenmerg bv mens kat
- complexiteit van organisme neemt oe (tov vis= chordata)  zenuwnetwerk complexer
want meer bewegelijker enzo.

Pluripotente cellen = embryonale stamcellen
Gebruikt bij:
- kanker onderzoek
- Onderzoek naar aangeboren afwijking
- Celtherapie
- Geneesmiddelen onderzoek

Adulte stamcellen
- bijv voor vorming bloedcellen, huidcellen
- Adulte cellen zijn door reprogrammering pluripotent te maken

Onderzoek in invertebraten:
- Ontwikkelingsbiologie
- Cellulaire processen
- Moleculaire processen
- Gedrag
- Learning and memory
Vaak drosophila of c.elegans

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller muldertessa. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.76. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56880 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$4.76  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added