Leerdoelen CAT Homeostase
Leerdoel 1
De student kan uitleggen wat het begrip homeostase inhoudt en kan de diverse componenten van
homeostatische regelsystemen en mogelijke verstoringen beschrijven
Vanders Human Physiology, 2016, 14e druk.: H1, 16.6, 16.7,12.13
Robbin's Basic Pathology, 2018, 10e druk: H4 (onderwerp shock)
Kumar and Clark, Clinical Medicine, 9e druk: H25 (onderwerp shock)
Het begrip homeostase en componenten van homeostatische regelsystemen
Homeostase is het dynamisch evenwicht van het interieure milieu in het lichaam. Het is een
dynamische constante van een fysiologische functie die kan variëren binnen bepaalde uitersten over
korte tijd, maar redelijk stabiel en voorspelbaar is wanneer wordt gekeken naar het gemiddelde over
een langere periode. Homeostase moet voor elke variabele apart beschreven worden.
Homeostatische regelsystemen
Homeostatische regelsystemen kunnen de veranderingen in de extracellulaire vloeistof veroorzaakt
door activiteit van cellen, weefsels en organen compenseren. Een systeem is in een steady state als
de variabele van het systeem niet verandert zolang er constant energie in het systeem wordt gestopt
om de constante te waarborgen. Bij een systeem in evenwicht (equilibrium) verandert de variabele
niet, waarbij geen toevoeging van energie nodig is om de constante waarde te behouden.
Bij een negatief feedbacksysteem veroorzaakt een toename of afname van de variabele een respons
die ervoor zorgt dat de variabele in tegengestelde richting (negatief tov) van de oorspronkelijke
verandering beweegt. Bijv afname in lichaamstemperatuur -> respons -> verhogen
lichaamstemperatuur. Negatieve feedbacksystemen voorkomen grote schommelingen in systemen
en voorkomen dat een compensatoir mechanisme als reactie op verlies van homeostase
ongelimiteerd door blijft gaan.
Positieve feedbacksystemen versnellen een proces, gaan daarmee tegen het principe van
homeostase in, komen minder voor dan negatieve feedbacksystemen. Het samentrekken van de
uterus tijdens de geboorte oiv het hormoon oxytocine is een voorbeeld van positief
feedbacksysteem.
Veranderingen van de externe omgeving kunnen het setpoint van een variabele verplaatsen.
Daarnaast kan het setpoint van veel gereguleerde variabelen fysiologisch gezet worden op een
nieuwe waarde. Tijdens koorts wordt de setpoint van de lichaamstemperatuur bijvoorbeeld
gereguleerd verhoogd als reactie op een infectie of weefselschade.
Feedforwardregulatie anticipeert op veranderingen in het lichaam en verbetert daarmee de snelheid
van het homeostatische controlesysteem waardoor schommelingen in de variabele geminimaliseerd
en gereguleerd worden. Bijv: ruiken van eten -> prikkelen zenuwen in neus -> afgeven signaal aan
cellen in spijsverteringssysteem -> voorbereiding op komst van voedsel.
,B1: Homeostase Maura Sintemaartensdijk
Componenten van homeostatische regelsystemen
Veel homeostatische regelsystemen bestaan uit stimulusafhankelijke reflexen. Een reflex is een
specifieke, onvrijwillige ingebouwde reactie op een bepaalde stimulus, zoals het direct wegtrekken
van je hand bij het aanraken van een heet voorwerp -> veelal aangeleerd of verworven.
Reflexboog is de baan die een reflex medieert:
1. Prikkel meetbare verandering in de interne of externe omgeving
2. Receptor registratie van de verandering
3. Afferente pathway verzending van prikkel naar het integratiecentrum
4. Integratiecentrum vergelijking van het signaal met het set point
5. Efferente pathway output van het integratiecentrum
6. Effector verandering van activiteit veroorzaakt een reactie in het
lichaam
7. Respons reactie op prikkel
Spieren en klieren zijn de grootste effectoren van biologische regelsystemen. Klieren kunnen
hormonen uitscheiden als effectoren. Een hormoon is een chemische boodschapper die in het bloed
wordt uitgescheiden door het endocriene systeem. Hormonen circuleren door het lichaam en
kunnen hierdoor op verschillende cellen tegelijk een effect hebben. Een klier kan in een reflexboog
zowel de functie van receptor als integratiecentrum hebben.
Lokale homeostatische reacties zijn reacties geïnitieerd door een verandering in het externe of
interne milieu (een prikkel) en induceren een verandering in celactiviteit met een netto-effect
tegengesteld aan de prikkel. In tegenstelling tot bij een reflex, is het hele proces gelokaliseerd ter
plaatse van de prikkel.
De rol van intracellulaire chemische boodschappers in de homeostase
Cel-cel communicatie is essentieel voor de werking van reflexen en lokale homeostatische reacties.
De communicatie tussen cellen wordt uitgevoerd door drie typen chemische boodschappers:
- Hormonen: geproduceerd door endocriene klieren met een effect op een target cell
- Neurotransmitters: chemische boodschappers afgegeven vanuit het einde van het neuron
aan een andere neuron, spiercellen of kliercellen
- Paracriene en autocriene stoffen:
o Paracriene stoffen hebben een werking op een cel in de buurt van de producerende
cel
o Autocriene stoffen hebben een werking op de producerende cel zelf
Verschillende celtypes (neuron, endocriene kliercel), kunnen dezelfde chemische boodschapper
uitscheiden. In sommige gevallen kan een bepaalde boodschapper functioneren als zowel een
neurotransmitter, hormoon, als paracriene of autocriene stof. Norepinefrine (noradrenaline) is
bijvoorbeeld een neurotransmitter in de hersenen, terwijl het ook als hormoon uitgescheiden kan
worden door de bijnieren.
Daarnaast zijn er nog andere manieren van celcommunicatie. Via gap junctions kunnen moleculen
van een cel naar een aangrenzende cel bewegen zonder de extracellulaire vloeistof in te gaan.
Daarnaast zijn chemische boodschappers in sommige gevallen niet uitgescheiden door de
producerende cel maar bevinden deze zich in het plasmamembraan van de cel. Deze cel kan door
direct contact met een naast zich gelegen cel via celadhesiemoleculen een signaal doorgeven.
,B1: Homeostase Maura Sintemaartensdijk
Processen gerelateerd aan homeostase
Het vermogen om zich aan te passen aan specifieke omstandigheden is gunstig voor overleving.
Homeostatische regelsystemen zijn erfelijke adaptatiemechanismen. Acclimatisering is een type
adaptie waarbij het bestaande homeostatische systeem verbeterd wordt na blootstelling aan
langdurige prikkels -> meestal omkeerbaar.
Het circadiane ritme is een biologisch ritme waarvan de cyclus ongeveer 24 uur duurt. Onder andere
ontwaken en slapen, lichaamstemperatuur, hormoonconcentraties in het bloed en de excretie van
ionen in de urine ondergaan circadiane variaties. Biologische ritmes vormen een soort
feedforwardsysteem dat zonder detectoren functioneert en een anticiperende component toevoegt
aan homeostatische regelsystemen. Deze systemen worden intern gereguleerd, waarbij
omgevingsfactoren een rol spelen in de timing cues die van belang zijn voor het ritme. Een free-
running ritme is een ritme dat zich voortzet zonder dat er signalen uit de omgeving noodzakelijk zijn
(slaap-waak ritme). Er kan ook een faseverschuiving in het ritme ontstaan -> reset interne klok.
Bijvoorbeeld bij leven in een andere tijdzone.
In de hypothalamus in de hersenen vormt de nucleus suprachiasmaticus de pacemaker voor het
circadiane ritme. Deze pacemaker ontvangt prikkels van de ogen en andere delen van het
zenuwstelsel. Een deel van de output van de pacemaker gaat naar de epifyse (pijnappelklier). Als
reactie op de signalen van de pacemaker scheidt de epifyse alleen melatonine uit als het donker is.
Melatonine oefent een belangrijke invloed uit op andere organen.
De balans van chemische stoffen in het lichaam
Veel homeostatische systemen reguleren en handhaven de balansen tussen toevoeging en
verwijdering van chemische stoffen in het lichaam. Voor elke stof zijn drie verschillende balansen
mogelijk:
1. Negatieve balans: meer van een stof verliezen dan verkrijgen, waardoor de totale
hoeveelheid van de stof in het lichaam afneemt
2. Positieve balans: meer van een stof verkrijgen dan verliezen, waardoor de totale hoeveelheid
van de stof in het lichaam toeneemt
3. Stabiele balans: evenveel van een stof verkrijgen als verliezen.
Thermoregulatie en koorts
De thermoregulatie van het lichaam bestaat uit een homeostatische reflex met negatieve feedback
1. Prikkel: verlaagde lichaamstemperatuur
2. Receptor: temperatuurreceptoren in verschillende lichaamsdelen
3. Afferente pathway: een verhoogde hoeveelheid elektrische signalen in de neuronen
4. Integratiecentrum: de hersenen
5. Efferente pathway: signalen via neuronen
6. Effector: a. vasoconstrictie in bloedvaten in de huid: verminderde dorbloeding
b. contractie van skeletspierweefsel: rillen
7. Respons: a. verminderd warmteverlies
b. verhoogde warmteproductie
Er is sprake van een stabiele lichaamstemperatuur wanneer de warmteproductie gelijk is aan de
afgifte van warmte, waarbij chemische reacties in ons lichaam niet beïnvloed worden door
temperatuurveranderingen in de omgeving. Mens is homeotherm en endotherm.
- De kernlichaamstemperatuur is ongeveer 0,5 graden lager dan de temperatuur in het
rectum.
- De interne temperatuur is niet constant maar varieert niet veel
, B1: Homeostase Maura Sintemaartensdijk
- De lichaamstemperatuur kent een circadiaan ritme waarbij de temperatuur ’s nachts 1
graden lager is dan overdag
- Door de effecten van progesteron is de lichaamstemperatuur in de tweede helft van de
menstruatiecyclus hoger dan in de eerste helft.
De veranderingen in lichaamstemperatuur worden waargenomen door thermoreceptoren ->
herstellen temperatuur tot juiste waarde. Perifere thermoreceptoren zijn aanwezig op de huid,
identificeren warmte van de omgeving en werken als feedforwardsysteem. Centrale
thermoreceptoren zijn aanwezig in de abdominale organen en als thermoreceptieve neuronen in de
hypothalamus, werkend via negatieve feedbacksysteem.
De hypothalamus functioneert als het primaire overkoepelende orgaan om de reflexen te integreren
en over te brengen aan de sympathische zenuwen naar de zweetklieren, huidarteriolen, het
bijniermerg en de motorneuronen naar de skeletspieren.
Controle van temperatuur
Daling kerntemperatuur -> stijging spiercontractie -> rillen -> energie komt vrij voor het genereren
van interne warmte -> shivering thermogenese
Bij kinderen komt ook nonshivering thermogenese voor, waarbij er warmte vrijkomt door een
verhoogde sympathische activiteit van het vetweefsel dankzij de secretie van adrenaline.
Vasoconstrictie en vasodilatatie spelen rol bij vasthouden of afgeven van warmte. Warmte kan ook
vastgehouden worden door het oppervlaktegebied kleiner te maken -> oprollen (foetushouding).
Ook zonder zweetproductie zal er verlies zijn van water door diffusie door de huid en daarmee
warmteverlies door verdamping. Zweetproductie wordt gestimuleerd door sympathische zenuwen.
De thermoregulatie heeft een thermoneutrale zone, bij omgevingstemperaturen buiten deze zone,
zijn er meer mechanismen dan alleen vasodilatatie en vasoconstrictie nodig zijn.
Koorts en hyperthermie
Koorts is een verhoging van de lichaamstemperatuur veroorzaakt door een reset van de thermostaat
in de hypothalamus. Iemand met koorts zal nog steeds de lichaamstemperatuur reguleren in reactie
op kou of warmte. De thermostaat van de lichaamstemperatuur zal gereset worden als reactie op
endogene pyrogenen, afgegeven door macrofagen tijdens een infectie of andere koortsstimulerende
factoren. De hypothalamus zal vervolgens prostaglandines gaan synthetiseren en afgeven. Aspirine
werkt koortsverlagend door de synthese van prostaglandines te remmen.
Bij hyperthermie is er sprake van een verhoogde lichaamstemperatuur zonder verandering van de
setpoint in de hypothalamus. Hyperthermie komt vaak voor bij extreme inspanning. Door
hitteuitputting kan een persoon flauwvallen als gevolg van hypotensie door depletie van het
plasmavolume als secundair gevolg van zweten en extreme vasodilatatie. Bij een hitteberoerte werkt
de normale thermoregulatie niet meer waarbij de lichaamstemperatuur constant blijft stijgen in een
positief feedbacksysteem. Zowel hitte-uitputting als een hitteberoerte moet behandeld worden door
het lichaam extern te koelen, vochttoediening en het stoppen van inspannende activiteiten.
Baroreflex
Arteriële baroreceptoren komen voor in de sinus caroticus in de hals en de arcus aortae. Deze
receptoren zijn zeer gevoelig voor rek of vervorming van de vaatwand, en meten op deze manier de
bloeddruk. Afferente neuronen gaan vanuit de baroreceptoren naar de hersenstam om daar
informatie af te geven aan het cardiovasculaire controlecentrum in het verlengde merg (medulla
oblongata). De input van de baroreceptoren wordt omgezet in een efferent signaal via de nervus
vagus (parasympathisch) en sympathische neuronen wat diverse effecten heeft op het hart en de
bloedvaten. Minder input van de baroreceptoren heeft de volgende effecten:
- Verhoogde hartslag
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maurasmd. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.