Samenvatting verbintenissenrecht (deel van privaatrecht)
8 views 0 purchase
Course
Verbintenissenrecht (HBR1HM20CO)
Institution
Hogeschool Leiden (HSL)
Book
Praktisch Verbintenissenrecht
Dit is de perfecte samenvatting van verbintenissenrecht. In deze samenvatting staat alles wat je moet weten voor de toets privaatrecht. In mijn andere samenvatting die op stuvia staat aangeboden, is goederenrecht samengevat. Veel succes op het tentamen!
Leerdoelen (les 1 en 2)
Elk willekeurig feit op de juiste plaats in het rechtsfeitenschema onderbrengen;
Onderscheid maken tussen de overeenkomst en de onrechtmatige daad;
Benoemen of rechtshandelingen eenzijdig of meerzijdig zijn;
Benoemen of overeenkomsten eenzijdig of wederkerig zijn;
Aangeven wat wilsontbreken is en dit combineren met gerechtvaardigd vertrouwen;
Aangeven wat wilsgebreken zijn en hoe in dat geval de overeenkomst te vernietigen
is;
Aangeven wat handelingsonbekwaamheid is en hoe in dat geval de overeenkomst te
vernietigen is;
Aangeven wat het verschil is tussen nietigheid en vernietigbaarheid;
De factoren benoemen die de inhoud van de overeenkomst bepalen.
Een verbintenis is een rechtsrelatie tussen twee personen, waarbij de ene partij verplicht is
om een prestatie te leveren, terwijl de andere partij hier recht op heeft.
De persoon die moet presteren wordt de schuldenaar genoemd.
Gewone feiten hebben geen rechtsgevolg.
Een rechtsfeit is een feit dat een rechtsgevolg heeft.
Blote rechtsfeiten zijn geen handelingen, maar hebben toch rechtsgevolg. Er is geen
feitelijke handeling aan te pas gekomen (bijv. geboorte van een kind).
Rechtens relevante handeling is een handeling die rechtsgevolg heeft.
Feitelijke handelingen zijn handelingen die wel rechtsgevolg hebben, maar die daar niet op
zijn gericht.
Rechtshandelingen zijn uitdrukkelijk gericht op een rechtsgevolg (art. 3:33 BW).
Bij eenzijdige rechtshandelingen wordt het rechtsgevolg tot stand gebracht door een
persoon, zonder dat de medewerking van een andere persoon nodig is (bijv. testament).
Bij een meerzijdige rechtshandeling is het noodzakelijk dat twee personen een bepaald
rechtsgevolg tot stand willen brengen (bijv. huurovereenkomst).
Een persoonsgerichte rechtshandeling wordt verricht door de ene partij en is gericht tot een
specifieke andere partij.
Bij een niet-persoonsgerichte rechtshandeling gaat het ook om een handeling door één
partij gericht aan een andere partij. De handeling is echter niet gericht tot een specifieke
persoon.
Een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling en een partij gaat een verbintenis aan
jegens een andere partij.
, Een verbintenisscheppende overeenkomst wordt ook wel een obligatoire overeenkomst
genoemd.
Een eenzijdige overeenkomst schept slechts voor een van beide partijen een verplichting
(bijv. schenkingsovereenkomst).
Bij een meerzijdige (wederkerige) overeenkomst hebben partijen over en weer een
verplichting.
Figuur 1.7 blz. 25 staat het gehele schema.
Iedere natuurlijke persoon is handelingsbekwaam tot het verrichten van rechtshandelingen,
tenzij de wet anders bepaalt (art. 3:32 lid 1 BW).
Een minderjarige is in beginsel handelingsonbekwaam (art. 1:234 BW).
Een persoon onder curatele gestelde is handelingsonbekwaam (art. 1:234 BW).
Een eigenaar van een zaak is beschikkingsbevoegd. Hij is bevoegd om over zijn zaak te
beschikken en deze bijvoorbeeld aan een ander te verkopen of te schenken. Een dief is altijd
beschikkingsonbevoegd.
Rechtshandeling verrichten:
1. Iemand wil een bepaald rechtsgevolg.
2. Hij maakt die wil bekend door een verklaring.
Een verklaring kan worden ingetrokken tot het moment dat deze de ander heeft bereikt.
Vertrouwensbeginsel (art. 3:35 BW):
1. Er is een verklaring gedaan richting een persoon.
2. Deze persoon heeft een bepaalde betekenis gegeven aan die verklaring.
3. Gelet op de omstandigheden mocht deze persoon die betekenis daar redelijkerwijs
aan toekennen.
Goede trouw wil zeggen dat er sprake moet zijn van een gerechtvaardigd vertrouwen.
Les 2, week 1
Praktisch verbintenissenrecht: H2: paragraaf 2.3 t/m 2.4 en H3
Er is een overeenkomst ontstaan, wanneer iemand een aanbod doet en het aanbod wordt
aanvaard (art. 6:217 BW).
Als iemand een aanbod heeft gedaan, dan kan hij dit herroepen. Herroeping is niet mogelijk
wanneer er een termijn in het aanbod is opgenomen.
Op het moment dat het aanbod is aanvaard, kan er geen herroeping meer plaatsvinden,
tenzij het gaat om een vrijblijvend aanbod.
Bij een te late aanvaarding kan toch een overeenkomst tot stand komen. Voorwaarden:
1. De aanbieder laat gelijk aan de wederpartij weten dat hij de aanvaarding accepteert.
2. Wanneer de aanbieder begrijpt of zou moeten begrijpen dat het voor de wederpartij
niet duidelijk is dat zij te laat reageert, geldt de aanvaarding als tijdig gedaan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Rechtenn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.57. You're not tied to anything after your purchase.