Volledige samenvatting Bestuurs(proces)recht I (JUR2BES1) RU
8 views 0 purchase
Course
Bestuursrecht I (JUR2BES1)
Institution
Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
Met dit document ben je helemaal klaar om je tentamen bestuurs(proces)recht te maken op de Radboud Universiteit! Per week wordt op hoofdlijnen de stof besproken met stappenplannen voor het aanpakken van een casus. Tevens wordt alle voorgeschreven literatuur bij het behorende leerstuk toegelicht. Ve...
Week 1 - Plaats en structuur van de Awb in het bestuursrecht......................................................... 1
Week 2 - Bestuursorganen.....................................................................................................................2
Week 3 - Belanghebbenden................................................................................................................... 4
Week 4 - Verkrijgen van bestuursbevoegdheden: attributie, delegatie en mandaat....................... 8
Week 5 - Soorten bestuursbevoegdheden: vrije en gebonden bevoegdheden.................................11
Week 6 - Besluiten I: Besluitbegrip van art. 1:3 Awb....................................................................... 13
Week 7 - Besluiten II: Beschikkingen en besluiten van algemene strekking.................................. 16
Week 8 - Overheid en privaatrecht.....................................................................................................18
Week 9 - Procedurele normen inzake het bestuurshandelen........................................................... 20
Week 10 - Materiële normen inzake het bestuurshandelen............................................................. 23
Week 11 - EVRM en het Nederlands bestuursrecht......................................................................... 26
Week 12 - Unierecht en het Nederlandse bestuursrecht...................................................................29
, Week 1 - Plaats en structuur van de Awb in het bestuursrecht
Bestuursrecht: algemeen
- Definitie → Het recht voor, van en tegen het bestuur.
a. Het bestuursrecht geeft de grondslag voor het bestuursoptreden en regelt dit.
b. Het is ook het recht van het bestuur. De uitoefening van de bevoegdheden die de
wetgever aan het bestuur toekent, levert zelf vaak ook weer nadere rechtsvorming op.
c. Ten slotte is het ook het recht tegen het bestuur in die zin dat het de burger
waarborgen biedt het bestuursoptreden.
- Functies:
a. Legitimerend → Bestuursrecht voorziet het bestuursoptreden van een juridische
grondslag. Deze grondslag dient uitdrukkelijk herleid te kunnen worden tot de
Grondwet.
b. Instrumenteel → De rol die het bestuursrecht speelt ten behoeve van de vaststelling
en uitvoering van het overheidsbeleid.
c. Waarborg → Door de bestuursrechtelijke normering van het bestuursoptreden wordt
de rechtspositie van de burger ten opzichte van de overheid gewaarborgd.
- Bestuur → Het van overheidswege behartigen van het algemeen belang, waar dit naar
constitutionele en politiek-democratische maatstaven noodzakelijk wordt geacht. Het
bestuursrecht ziet dus op het juridische aspect van bestuur.
Bestuursrecht: opbouw
- Algemeen deel → Dit deel ziet op de rechtsfiguren en rechtsnormen die voor het gehele
bestuursrecht gelding en betekenis hebben. Het wordt in grote mate gereguleerd door de Awb.
a. Grondwet art. 107 lid 2 Gw → De Awb berust op de opdracht tot wetgeving van de
grondwet. De grondwet spreekt uitdrukkelijk van regels van het bestuursrecht. Dit
betekent dat voor het bestuursrecht geen exclusieve codificatie wordt nagestreefd.
b. Doelstellingen:
1. Harmonisatie, het brengen van eenheid. Dit vergroot de rechtszekerheid en
verbetert de toegankelijkheid van het bestuursrecht.
2. Systematiseren en vereenvoudigen
3. Het codificeren van ontwikkelingen in de jurisprudentie
4. Treffen van voorzieningen ten aanzien van onderwerpen die zich naar hun
aard niet voor regeling in een bijzondere wet lenen.
- Bijzonder deel → Dit deel wordt op verschillende manieren geanalyseerd en ingedeeld. Valt
uiteen in verschillende benaderingen.
-
Algemene wet bestuursrecht (Awb): Soorten regels
- Dwingend recht → Rechtsregels waar niet vanaf mag worden geweken.
Let op! De Awb bevat algemene bepalingen, waardoor bij bijzondere wet wel van dergelijke regels mag
worden afgeweken, want: lex specialis voor lex generalis.
- Regelend recht → Rechtsregels waar vanaf mag worden geweken.
- Aanvullend recht → Rechtsregels die een aanvullend karakter hebben op dwingende
rechtsregels.
- Facultatief recht → Bepalingen die in principe niet gelden, tenzij de (lagere) wetgever
bepaalt dat deze bepalingen wel moeten worden opgevolgd.
Vb. Afdeling 3.4 Awb.
1
, Week 2 - Bestuursorganen
Bestuursorgaan art. 1:1 lid 1 Awb
- A-organen (sub a) → Een orgaan (II) van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht (I) is
ingesteld.
I. Publiekrechtelijke rechtspersonen art. 2:1 BW:
a. Abstracte toekenning (lid 1) → Rechtspersoonlijkheid wordt toegekend aan
de Staat, provincies, gemeenten, waterschappen en aan lichamen waaraan
krachtens de Grondwet verordenende bevoegdheid is verleend.
- Lichamen met verordenende bevoegdheid:
a. Is er sprake van een openbaar lichaam?
b. Is er binnen dit openbare lichaam een orgaan met
verordenende bevoegdheid?
Vb. NOVA. Openbaar gezag o.g.v. art. 17 lid 1 Advocatenwet en verordenende
bevoegdheid o.g.v. art. 28 Advocatenwet.
b. Concrete toekenning (lid 2) → Andere lichamen, waaraan een deel van de
overheidstaak is opgedragen, bezitten slechts rechtspersoonlijkheid, indien dit
uit een bijzondere wet volgt.
Vb. CBR op grond van art. 4z Wegenverkeerswet.
c. Gelijkstelling 2:1 lid 3 jo. 2:5 BW → Publiekrechtelijke rechtspersonen
worden met natuurlijke personen gelijkgesteld voor wat betreft het
vermogensrecht.
II. Organen → Een entiteit binnen de rechtspersoon die de rechtspersoon laat
functioneren. De organen vindt je in de organieke regeling van de rechtspersoon.
Vb. De gemeenteraad, het college van B&W en de burgemeester zijn volgens art. 6 Gemw. organen
van de rechtspersoon de gemeente, maar ook de secretaris en de griffier volgens art. 100 Gemw.
- B-organen (sub b) → Een ander persoon of college (I), met enig openbaar gezag bekleed
(II).
I. Rechtsvorm → Alle personen of colleges, behalve die publiekrechtelijke
rechtspersoonlijkheid bezitten. Dit zijn immers a-organen. Wel kunnen bijvoorbeeld
privaatrechtelijke rechtspersonen hieronder vallen, zie art. 2:3 BW
II. Openbaar gezag → De bevoegdheid om eenzijdig de rechtspositie van andere
rechtssubjecten te bepalen. Je bent enkel b-orgaan ten tijde van het gebruik van het
openbaar gezag. De bevoegdheid vloeit voort uit:
a. Wettelijk voorschrift; of
b. Uitzondering → Het verstrekken van gelden zonder wettelijke grondslag, zie:
1. ABRvS Stichting silicose Oud-mijnwerkers → Volgens de
Afdeling is er bij een financiële relatie (overheidsgelden) en een
inhoudelijke relatie (bepaling van de uitkeringscriteria) sprake van de
uitoefening van een publieke taak, waardoor er sprake is van een
b-orgaan.
2. ABRvS Stichting bevordering kwaliteit leefomgeving Schiphol →
Openbaar gezag kan in beginsel slechts bij wettelijk voorschrift
worden toegekend. Als dit ontbreekt, is een orgaan van een
privaatrechtelijke rechtspersoon in beginsel geen bestuursorgaan. Als
zij echter geldelijke uitkeringen of op geld waardeerbare
voorzieningen aan derden verstrekken, kan zich een uitzondering
voordoen, waardoor die organen toch bestuursorgaan zijn. Er dient te
worden voldaan aan twee vereisten:
2
, - Inhoudelijk vereiste → De inhoudelijke criteria voor het
verstrekken van de geldelijke uitkeringen of voorzieningen
moeten in beslissende mate worden bepaald door een of meer
a-organen; en
- Financieel vereiste → De verstrekking van deze uitkeringen
of voorzieningen wordt in overwegende mate (tweederde of
meer) gefinancierd door een of meer a-organen.
Zelfstandige bestuursorganen
- Definitie → Een bestuursorgaan is zelfstandig als het politiek verantwoordelijke orgaan niet
de bevoegdheid heeft aanwijzingen in individuele gevallen aan het bestuursorgaan te geven.
- Onderverdeling:
a. Het motief voor de instelling van een zbo;
b. Publiekrechtelijke of een privaatrechtelijke rechtsvorm;
c. Of ze eigen rechtspersoonlijkheid hebben.
- Centrale overheid: zbo art. 1 sub a Kaderwet zelfstandige bestuursorganen (Kzbo) → Een
bestuursorgaan van de centrale overheid dat bij de wet, krachtens de wet bij algemene
maatregel van bestuur of krachtens de wet bij ministeriële regeling met openbaar gezag is
bekleed en dat niet hiërarchisch ondergeschikt is aan een minister.
a. Instelling art. 3 Kzbo → Een zbo kan alleen worden ingesteld, indien:
a. Er is behoefte aan onafhankelijke oordeelsvorming op grond van specifieke
deskundigheid;
b. Er is sprake van strikt regelgebonden uitvoering in een groot aantal individuele
gevallen. De aard van de bevoegdheid;
c. Participatie van maatschappelijke organisaties
d. Herkennen van een zbo:
1. Door bewuste creatie (toelichting in parlementaire stukken);
2. Door de organisatiestructuur. Het ontbreken van de bestuurlijke hiërarchie. In
de instellingswet van de zbo kan je zaken aantreffen als een bijzondere
benoemingsprocedure of door een bepaling dat de minister zich onthoud via
instructies
3. Door toepassing verklaring van de Kaderwet ZBO of Instellingswet zondert
bepalingen uit.
- Decentrale overheid: zbo → Op gemeentelijk en provinciaal niveau zijn
bestuurscommissies zelfstandige bestuursorganen.
a. Bevoegdheid gemeente art.156, 165 en 178 Gemw → De bestuurscommissies
ontlenen hun bevoegdheid door delegatie door de burgemeester, het college of de
raad.
b. Bevoegdheid provincie art. 152 en 163 PW → De bestuurscommissies ontlenen hun
bevoegdheid door delegatie door de provinciale staten of de gedeputeerde staten.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Zdb. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.65. You're not tied to anything after your purchase.