100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitgebreide samenvatting boek Rechtspsychologie $12.88
Add to cart

Summary

Uitgebreide samenvatting boek Rechtspsychologie

 43 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Zeer uitgebreide samenvatting van 121 pagina's voor het vak Rechtspsychologie in de minor Forensische Criminologie. Duidelijke taal en veel voorbeelden (experimenten) opgenomen vanuit het boek. Literatuur Routes van het recht.

Preview 4 out of 121  pages

  • Yes
  • December 15, 2023
  • 121
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting rechtspsychologie
Week 1
1 Over de rechtspsychologie
Twee taken in het recht:
- Studie van het recht als een gedragstechnologie
- Studie van gedrag dat onder invloed van het recht staat of zou moeten staan

Het vormen van regels en de toepassing ervan is bij uitstek mensenwerk: hoe gedragen mensen zich
en welke invloeden ondergaan zij daarbij. Ook hoe mensen vinden dat anderen zich horen te
gedragen en hoe dat kan worden bewerkstelligd.

Het recht is vooral een normatief systeem: wat hoort wel en niet en met welke procedures kan de
juiste toestand bereikt worden.

De psychologie is voornamelijk descriptief: hoe het leven in elkaar steekt,, hoe regels feitelijk een rol
spelen in het gedrag, hoe beslissingen genomen worden en hoe zich dat verhoudt tot het normatieve
systeem.

 Deze twee disciplines staan nog wel eens op gespannen voet met elkaar.

Onderscheid rechtspsychologie en forensische psychiatrie
Rechtspsychologie vloeit voort uit de psychologische functieleer: gaat over algemeen menselijke
functies (waarnemen, herinneren en beslissen). Hier wordt veel empirisch onderzoek verricht.

Forensische psychologie vloeit voort uit de klinische psychologie: gaat over afwijkend gedrag van
individuen. Dit betreft toepassing op de casuïstiek van individuele daders en potentiële slachtoffers.
Daarom weinig empirisch onderzoek.

Geschiedenis
Grondlegger rechtspsychologie: William Stern. Hij was een leerling van geheugenpsycholoog
Hermann Ebbinghaus, die voornamelijk geïnteresseerd was in de algemene principes. Stern richtte
zich echter op getuigenverklaringen (psychology of testimony). Zijn conclusie: ‘Een vlekkeloos
geheugen is niet de regel, maar de uitzondering. En zelfs de eed is geen bescherming tegen valse
herinneringen.’ Met deze conclusie werkten Stern en collega’s verder aan de mock crimes
(Wirklichkeitsversuch); ruzies die door onderzoekers in de collegezaal in scène werden gezet en
waarbij naïeve studenten als getuigen fungeerden.

In de VS was Hugo Münsterberg een belangrijk figuur met zijn psychology and law, gebaseerd op
Stern (wat hij overigens niet meldde). Hierin gaf hij juristen allerlei malicieuze kwalificaties wat leidde
tot psychology against law. John Wigmore schreef als reactie een satirische boekbespreking waar hij
niet alleen Münsterbergs gebrekkige juridische kennis aan de kaak stelde maar tevens aantoonde dat
hij de literatuur van Stern heel goed kende.




1

,In Nederland
In de zomer van 1909 begon hoogleraar Simon van der Aa met de mock crimes in zijn colleges.
Hiermee demonstreerde hij de feilbaarheid van getuigen: de waarnemingen van studenten liepen
nogal uiteen. De beginjaren van de rechtspsychologie hadden vooral de boodschap dat getuigen
onbetrouwbaar zijn.

In 1977 brachten Hans Crombag, Johan de Wijkerslooth en Job Cohen het boek Een theorie over
rechtelijke beslissingen uit. Hiermee werd het onderzoek naar rechterlijke beslissingen gestart
(kwaliteit van bewijsmiddelen).

In de jaren 80 werd de Werkgroep Rechtspsychologie opgezet wat resulteerde in verschillende
handboeken. Het boek ‘Dubieuze zaken’ door Hans Crombag, Peter van Koppen en Willem Albert
Wagenaar veroorzaakte de meeste commotie, omdat er fouten in de rechterlijke besluitvorming
werden aangetoond. Het boek werd pas later beter gewaardeerd, toen Crombag een reconstructie
maakte van de Schiedammer Parkmoord waarmee hij aantoonde dat Kees Borsboom onschuldig was.
Tunnelvisie was hier een belangrijk thema, waar later ook door juridische instellingen meer aandacht
aan werd besteed. Zo kwam er bij de politie het Programma Versterking Opsporing en Vervolging
(PVOV). Uit de evaluatie blijkt dat reflectie en tegenspraak niet uit de verf komen door tijd- en
capaciteitsgebrek, en dat is nou juist nodig om group think tegen te gaan.

In de discussie over herzieningen is het novum-begrip uitgebreid. Hierdoor verdween het CEAS en
kwam de Adviescommissie Afgedane Strafzaken (ACAS) in beeld. Echter blijft de drempel voor
onschuld hoog liggen en lijkt de ACAS een verlengstuk van de HR te zijn i.p.v. een onafhankelijk
adviesorgaan.

2 Klassieke experimenten in de rechtspsychologie
In een klassiek experimenteel ontwerp (design) is er sprake van een voormeting en een nameting
met daartussenin bij de experimentele groep een manipulatie (interventie); bij de andere groep, de
controlegroep, blijft die manipulatie achterwege. Er zijn geen systematische verschillen in de
samenstelling van de groepen die de uitkomst zouden kunnen beïnvloeden doordat zij aselect
worden toegewezen. Elk verschil bij de nameting kan daarom alleen worden toegeschreven aan de
experimentele manipulatie.

Interne validiteit is vaak hoog omdat de experimenten zo nauwkeurig en zuiver zijn gericht op
specifieke effecten.

De externe validiteit (generaliseerbaarheid) is vaak relatief beperkt. Er wordt bijv. niet gewerkt met
grote steekproeven die representatief zouden moeten zijn voor de populatie. De experimenten
worden uitgevoerd in laboratoria, ver van de realiteit.
Echter, indien een experiment vaker wordt gerepliceerd, waarbij verschillende varianten en
omstandigheden worden gehanteerd in combinatie met verschillende soorten proefpersonen, zal de
externe validiteit toenemen.

Hieronder zullen negen beroemde en invloedrijke rechtspsychologische experimenten worden
besproken.




2

,Suggestie en de invloed van post-hoc informatie: het experiment van Loftus met botsende auto’s
In het boek Eyewitness Testimony van Elizabeth Loftus werd gedemonstreerd dat getuigen na allerlei
subtiele invloeden feilbaar zijn. Dit werd gedaan in drie experimenten, waarbij er suggestieve vragen
werden gesteld:
1. Zeven korte filmpjes (5-30 sec) werden getoond aan 45 studenten. De filmpjes lieten
aanrijdingen zien van 2 auto’s. Aan een deel werd gevraagd: About how fast were the cars
going when they contacted each other? Bij het andere deel werd ‘contacted’ vervangen door
hit, bumped, collided, smashed. Daarna moesten de studenten de snelheid van de auto’s
schatten. De snelheid werd veel hoger ingeschat bij ‘smashed’  de vorm van een vraag kan
het antwoord beïnvloeden.
2. 150 studenten kregen hetzelfde korte filmpje te zien van een aanrijding met 2 auto’s. 50
studenten kregen de vraag: About how fast were the cars going when they smashed into
each other? 50 studen kregen dezelfde vraag waarin ‘smashed’ was vervangen door ‘hit’ en
50 studenten kregen geen vragen. Een week later kregen alle studenten de vraag: Did you
see any broken glass? Dit was niet in het filmpje zichtbaar, maar groeide van 12% bij de
studenten zonder vragen tot 32% bij de studenten met ‘smashed’.
3. Een groot aantal proefpersonen werd een serie dia’s getoond van een ongeval met een auto
(Datsun) en een persoon. De helft kreeg een kruispunt te zien met een normaal
voorrangsbord, de andere helft met een stopgebod. Aan de ene helft werd gevraagd: Did
another car pass the red Datsun while it was stopped at the stop sign? Bij de andere helft
was ‘stop sign’ vervangen door ‘yield sign’. Zonder de misleidende vraag kon ± driekwart het
juiste antwoord geven; met de misleidende vraag zakte het aantal tot de helft of daaronder.

Conclusie: men kan het geheugen van getuigen veranderen door achteraf, na de gebeurtenis die zij
zich herinneren, misleidende informatie te geven.
Echter moet wel worden vermeld dat slechts zo’n 15-20% van de proefpersonen zich laat
beïnvloeden door de misleidende informatie.

Veranderingsblindheid: de deurstudie van Daniel Simons en Daniel Levin
Veldonderzoek naar het vermogen van mensen om veranderingen in visuele informatie te
detecteren. Het experiment ging als volgt: een jongeman met een plattegrond in zijn hand stapte af
op een willekeurige voorbijganger om de weg te vragen. Terwijl de voorbijganger hielp, werden zij
aan een kant geduwd door een tweetal mannen dat een deur droeg. Op dat moment wisselde de
‘verdwaalde’ man met één van de mannen die de deur droeg. Deze nieuwe man leek qua lengte,
postuur en stem niet op de vorige man. Daarna werd aan de voorbijganger gevraagd of hem iets was
opgevallen. Meer dan de helft van de voorbijgangers had de persoonsverwisseling niet opgemerkt.
Dit fenomeen wordt veranderingsblindheid (change blindness) genoemd.
Dit komt ook voor bij ooggetuigen van een delict (zie p. 38 boek voor een voorbeeld).

Conclusie: veranderingsblindheid komt vooral voor als mensen informatie op een oppervlakkige wijze
encoderen.

Valse bekentenissen: het Alt-toets-experiment van Kassin en Kiechel
Dit experiment liet in een experiment zien onder welke omstandigheden mensen overgaan tot het
bekennen van iets dat zij niet hebben gedaan. Dit werd gedaan door proefpersonen te confronteren
met vals bewijs. Daarnaast werd onderzocht of de bekentenis werd geïnternaliseerd (het zelf
geloven). Verder werd gevraagd of de proefpersonen zich nog details konden herinneren van
hetgeen ze hebben bekend (confabuleren).

3

, Het experiment ging als volgt: de proefpersonen moesten in koppels van twee een reactietijdentest
uitvoeren, waarbij in ieder koppel een confederate zat (iemand van het onderzoek). Bij de helft lag
het leestempo laag, en bij de andere helft hoog. Van tevoren werd uitdrukkelijk mede gedeeld dat de
Alt-toets niet mocht worden aangeraakt omdat het systeem dan zou crashen. Bij de ‘echte’
proefpersonen liep de computer vast en werden zij beschuldigd de Alt-toets te hebben aangeraakt
door de onderzoeksleider. Ze reageerden allemaal ontkennend. Daarna werden de confederates
gevraagd wat ze hadden gezien. De helft beschuldigde de proefpersonen (de experimentele
manipulatie). Indien men toegaf de Alt-toets te hebben aangeraakt, moesten ze dit ook op papier
verklaren. Na afloop werden de proefpersonen door andere confederates benaderd met de vraag
wat er was gebeurd (wel/niet internaliseren). In een vervolginterview werden daarna details
gevraagd (wel/niet valse herinneringen; confabuleren).

Resultaten:
69% heeft bekend en de schriftelijke bekentenis ondertekend.
28% geloofde zelf daadwerkelijk de Alt-toets te hebben aangeraakt.
9% noemde allerlei details op.

Variant met langzame tempo bekende 35% zonder confrontatie met vals bewijs, terwijl 89% bekende
ná confrontatie met het valse bewijs.
Variant met hoge tempo bekende 65% zonder confrontatie met vals bewijs en 100% ná confrontatie
met vals bewijs.

Internaliseren zonder vals bewijs niet in langzame tempo, wel 44% na vals bewijs.
Bij hoog tempo internaliseerde zonder bewijs al 12%, en 65% na vals bewijs.
35% die met vals bewijs was geconfronteerd in de snelle variant, wist daarna ook allerlei details te
vertellen.

Conclusie: uitsluitend het confronteren met vals belastend ooggetuigenbewijs kan leiden tot een
enorme toename in valse bekentenissen.

Kritiek: niet bepaald realistisch  niet generaliseerbaar. Er stond immers weinig op het spel voor de
proefpersonen, i.t.t. het vals bekennen van bijv. moord.

Echter: ‘the more important and startling result – that many subjects privately internalized guilt for
an outcome they did not produce, and that some even constructed memories to fit that false belief –
is not seriously compromised by the laboratory paradigm that was used.’

Commissies in het geheugen: crashing memories en het probleem van source monitoring – Crombag,
Wagenaar, Van Koppen
Onderzoek of het mogelijk is om het geheugen van getuigen dusdanig aan te passen dat de getuigen
informatie die zij niet uit eigen waarneming konden hebben, tot een authentieke herinnering zouden
bombarderen.

Experiment: artsen en juristen werden maanden na het neerstorten van El Al Boeing 747-
vrachtvliegtuig op de Bijlmerflats gevraagd of zij de opnames hiervan hadden gezien. Deze opnames
bestaan niet, dus als er iets werd gerapporteerd als een eigen herinnering van het zien van die
beelden, moest dat een pseudo-herinnering zijn. De ground truth was immers bekend.

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Henkie0123. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $12.88. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$12.88  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added