Stoornissen in relatie tot
delinquentie
1. Impulsbeheersingsstoornissen en gedragsstoornissen
2. Angststoornissen
3. Dwangstoornissen (stond niet in z’n lijstje, maar toch perongeluk behandeld)
4. Dissociatieve stoornissen (stond niet in lijstje, maar toch perongeluk behandeld)
5. Seksuele stoornissen
6. Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen
7. Schizofrenie en andere psychosen
8. Depressieve- en bipolaire-stemmingsstoornissen
9. Stoornissen in het gebruik van alcohol en drugs
10. Persoonlijkheidsstoornissen
1. Impulsbeheersingsstoornissen en gedragsstoornissen
Impulsbeheersingsstoornissen:
- Kleptomanie
o Moeilijk weerstand bieden aan de impuls om te stelen
- Pyromanie
o Onweerstaanbare dwang om brand te stichten. Het aansteken en het
bijwonen van de brand zorgt voor lust en voldoening
- Periodieke explosieve stoornis
o Plotseling optredend controleverlies over agressieve impulsen, wat leidt tot
herhaalde woede-uitbarstingen die niet in verhouding staan tot de aanleiding.
Het draait om een gebrek aan zelfbeheersing of een onbedwingbare drang. Het gaat om het
bevredigende effect van de handeling zelf.
Cliënten hebben vaak weinig probleembesef.
Verklaringen:
- Neurobiologische benadering, verminderde remming vanuit de prefrontale cortex.
- Leertheorieën veronderstellen dat de ervaren ontspanning of voldoening als
positieve bekrachtiging werkt waardoor de handeling steeds weer wordt beloond
(operante conditionering).
Behandeloptie: cognitieve gedragstherapie gericht op het vergroten van de impulscontrole.
Gedragsstoornissen
- Normoverschrijdend-gedragsstoornis
- Oppositionele-opstandige stoornis
o Mildere vorm, gaat meestal vooraf aan de normoverschrijdend-
gedragsstoornis
Er is sprake van grote ongehoorzaamheid, opstandigheid en vaak boze prikkelbare
stemming, waarbij steeds de schuld aan andere wordt gegeven. Vaak wreed voor mens en
,dier. Schuldgevoel of berouw lijken te ontbreken. Kunnen zich moeilijk in anderen plaatsen.
Bij een deel overheerst agressie. Een ander deel toont delinquent gedrag.
Verklaringen:
- Aangeboren opwindingsniveau (arousal)
- Of genetische kwetsbaarheden uitgroeien tot een stoornis hangt af van het gezin
waar hij in opgroeit. dikwijls slachtoffer van emotionele verwaarlozing of
mishandeling. Kinderen nemen het gedrag over: model-leren. Uiteindelijk zijn ze
aangewezen op een klein groepje leeftijdsgenoten met vergelijkbaargedrag, wat de
kans op leren van de verkeerde dingen vergroot: deviantietraining.
Behandeloptie: cognitieve gedragstherapie gericht op impulsbeheersing.
Emotieregulatietraining. Sociale vaardigheidstraining. Systeemtherapie moet de
communicatie thuis verbeteren. Harde aanpak kan averechts werken. Resultaten van de
behandelopties zijn matig.
2. Angststoornissen
- Anticipatieangst
- Situationele angst
- Gegeneraliseerde angst
- Paniek
Een angstreactie op een werkelijk bedreigende situatie is reële angst. Als zo’n aanleiding
ontbreekt en iemand reageert veelvuldig angstig, is dit pathologische angst. Als deze angst
geen onderdeel is van andere stoornissen en ook niet kan worden toegeschreven aan een
lichamelijke aandoening, dan kan het gaan om angst als belangrijkste symptoom van de
angststoornissen. Bij dreigend gevaar wordt het lichaam in verhoogde paraatheid gebracht.
Prefrontale cortex zou de aangeleerde angstreactie moeten uitdoven, maar lijkt bij angstige
mensen minder actief.
Specifieke fobieën
Hevige onredelijke angst voor een bepaald object of situatie, waardoor het dagelijks
functioneren ernstig wordt belemmerd.
Sociale-angststoornis
Aanhoudende hevige angst voor situaties waarin ze negatief beoordeeld kunnen worden.
Selectief mutisme
Spreken mensen uitsluitend tegen hun naasten en zwijgen ze verder hardnekkig.
Separatie-angststoornis
Hevige angst wanneer mensen worden gescheiden van anderen aan wie ze erg gehecht zijn.
, Verklaringen:
- Volgens de leertheorie is angst met objecten of situaties door klassieke
conditionering aan elkaar gekoppeld, waardoor de confrontatie telkens opnieuw
hevige angst oproept. Dit leidt tot vermijdingsgedrag, waardoor de angst voor het
moment wel verdwijnt, maar op de lange duur in stand blijft (operante
conditionering).
- Ouders kunnen specifieke angsten overbrengen d.m.v. model-leren.
Behandelopties:
- Blootstelling, angst geleidelijk uitdoven
- Aanleren van sociale vaardigheden
- Als irreële gedachten en vermijdingsgedrag een grote rol spelen cognitieve
gedragstherapie
Paniekstoornis
Uitzonderlijke, irrationele angst, die tot uiting komt in plotselinge paniekaanvallen.
Gegeneraliseerde-angststoornis
De angst richt zich niet op specifieke situaties of onderwerpen, maar zonder enige aanleiding
maakt de cliënt zich zorgen over van alles. Voortdurend “wat als…” gedachten.
Verklaringen:
- Genetische factoren, maar lijken van minder belang bij andere angststoornissen.
- Inperkende, overbeschermende, controlerende ouders.
- Samenhang met jeugdervaringen als ziekte en ongelukken en aanhoudende actuele
problematiek als eenzaamheid en werkloosheid.
Behandelopties:
- GAS is vaak chronische aandoening. Behandelresultaten over het algemeen minder
dan bij andere angststoornissen.
- Cognitieve gedragstherapie gericht op gepieker
- Blootstelling van het gepieker
3. Dwangstoornissen
Nare ongewenste gedachten die moeilijk in bedwang gehouden kunnen worden.
Wegdrukken werkt averechts.
Dwangmatig gedrag wordt niet als fijn ervaren en cliënten ervaren het als niet bij hen
passend, ongewenst en onredelijk. Als ze zich ertegen proberen te verzetten ontstaat er
spanning.
De belangrijkste stoornis is de dwangstoornis of obsessieve-compulsieve stoornis
- Dwanggedachten: terugkerende storende ideeën en veroorzaken angst en spanning
- De meeste cliënten proberen dit met dwanghandelingen te verminderen
- Vaak andere stoornissen (angst, depressie, impulsbeheersing)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Henkie0123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.