MAW samenvatting hoofdstuk 6
Politieke veranderingen in het bindingsvraagstuk
Waar het hoofdstuk over gaat:
Bindingsvraagstuk: vraagstuk over de relatie en onderlinge afhankelijkheden tussen mensen in een
gezin of een familie, tussen leden van een groep, in de maatschappij en op het niveau van de staat
Rationalisering: het proces van het ordenen en systematiseren van de werkelijkheid met de
bedoeling haar voorspelbaar en beheersbaar te maken en het inzetten van middelen om zo efficiënt
en effectief mogelijke resultaten te bereiken.
Boeren gingen samenwerken hierdoor konden ze dijken bouwen
Maar nog steeds is de vraag? Meedoen aan zo’n collectief goed of niet mee doen en profiteren van
het resultaat
In de 21e eeuw is die vraag ook nog steeds
Maar veel mensen willen wel meewerken aan collectieve goederen (onderwijs, infrastructuur, enz.)
Hoe kan dit? Wat is er veranderd afgelopen eeuwen?
In de analyse van ontwikkelingen in de landbouwsamenlevingen gebruiken we kernconcepten macht
& politieke instituties
Als je een collectief goed wilt bereiken maar er willen maar weinig mensen aan meewerken terwijl
het noodzakelijk is dat het collectief goed er komt (denk aan dijk)
Om voor elkaar te krijgen dat iedereen mee werkt moet er een actor zijn met macht.
Kernconcept macht: het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde doelstellingen te
bereiken en de handelingsmogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten.
Macht heeft 2 kanten:
Een actor met macht kan een andere actor beperken in zijn mogelijkheden of hem juist meer
mogelijkheden geven.
Een actor met macht heeft de mogelijkheid om hulpbronnen in te zetten om zijn doel te
bereiken
Voorbeeld bij een actor met macht kan een andere actor beperken in zijn mogelijkheden of hem juist
meer mogelijkheden geven.
Boeren moesten een deel van hun bezig afstaan om daarmee de dijken in stand te houden, of
ze nu wilden of niet. Anders werden ze gedwongen. Dwingen en dwang hoor bij dit deel van
het kernconcept
Voorbeeld bij een actor met macht heeft de mogelijkheid om hulpbronnen in te zetten om zijn doel te
bereiken
Er moest een soort bestuur komen die macht kreeg d.m.v. belastingen te heffen. Dit was een
hulpbron die ze in konden zetten om hun doel te bereiken.
, Verschillen in macht:
Een sterk iemand op school, waarvan alle mensen doen wat hij zegt
Organisaties met meer leden hebben meer macht, dan organisaties met minder leden
Landen met een sterk leger of een sterke economie kunnen anderen landen daarmee onder
druk zetten en hebben daardoor meer macht
Er wordt meer geluisterd naar de Duitse bondskanselier dan naar de leider van
Luxemburg, daarmee heeft de Duitse leider meer macht dan de Luxemburgse.
Affectie machtsbronnen: invloed op grond van gevoel of emoties
Voorbeeld: een kind dat zijn ouders probeert over te halen via emoties
Cognitieve machtsbronnen: invloed op basis van kennis
Voorbeeld: naar experts wordt eerder geluisterd dan naar mensen die geen verstand van zaken
hebben. mensen met kennis hebben dan meer invloed.
Een arts met medische kennis of het centraal plan bureau dat de verkiezingsprogramma’s van de
partijen doorrekent om te kijken welke effecten de plannen van de partijen hebben
Economische machtsbronnen: invloed op basis van geld of het bezit van schaarse goederen
Voorbeeld: als mensen en instellingen veel geld of schaarse goederen hebben, kunnen ze
maatregelen naar hun hand zetten.
Zo kan een baas zijn werknemer extra laten werken door hem extra te betalen.
Grote bedrijven (tabaksfabrikanten) kunnen in en bij de Tweede Kamer lobbyen om te voorkomen dat
er plannen gemaakt worden die nadelig voor hen zijn
Politieke machtsbronnen: invloed van de overheid of politieke machtsdragers.
Voorbeeld: de overheid kan mensen dwingen zich te houden aan regels. Mensen moeten de overheid
gehoorzamen.
Zo kan ze ervoor zorgen dat de leerplicht wordt nagekomen.
Net als bij groepen is er bij macht spraken van 2 soorten macht:
Formele macht
Informele macht
Formele macht: macht die is vastgelegd in regels of wetten
Informele macht: macht die niet officieel is vastgelegd
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xakdx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.71. You're not tied to anything after your purchase.