100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Orgaansystemen nieren $7.01
Add to cart

Summary

Samenvatting Orgaansystemen nieren

 0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Orgaansystemen Nieren biomedische wetenschappen Utrecht, periode 2 jaar 2. Hoorcolleges en zelfstudie uit boek

Preview 4 out of 39  pages

  • Unknown
  • March 3, 2018
  • 39
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Orgaansystemen Nieren
Inhoud
Hoorcolleges ............................................................................................................................................ 1
HC 1+2 (H19) ....................................................................................................................................... 1
Basale nierfuncties .......................................................................................................................... 1
Wand van proximale tubulus .......................................................................................................... 4
Autoregulatie GFR ........................................................................................................................... 5
Secretie van PAH ............................................................................................................................. 8
Zelfstudie H19 ..................................................................................................................................... 8
Voorcollege Microscopie PP! (H19 Junqueira’s) ............................................................................... 11
HC 3+4 ............................................................................................................................................... 14
Waterbalans osmolariteit .......................................................................................................... 14
Zoutbalans bloedvolume ........................................................................................................... 17
HC 5+6 ............................................................................................................................................... 20
Zuur-base homeostase bloed ........................................................................................................ 20
Zelfstudie H20 ................................................................................................................................... 24
Zelfstudie ............................................................................................................................................... 28
Junqueira’s H19 ................................................................................................................................. 28
Werkcolleges ......................................................................................................................................... 30
WC1 ................................................................................................................................................... 30
WC 2 .................................................................................................................................................. 33
WC 3 .................................................................................................................................................. 35
MTE Nier 16 jan ................................................................................................................................. 37
Vraag 6 WC3 nier ........................................................................................................................... 37
De vraag van vandaag ........................................................................................................................... 38



Hoorcolleges
HC 1+2 (H19)
Basale nierfuncties:
• Excretie afvalstoffen
o Filtratie in glomerulus en secretie tubulus
o Constante hoeveelheden metabole zuren, ureum, creatinine, etc.
• Terughalen nutriënten, water en elektrolyten
o Bulk resorptie door proximale tubulus (=eerste stuk niertubuli)

Juxta medulaire nefronen= tubuli die dieper het merg in gaan

,Kapsel van Bowman (filtratie) proximale tubulus lus van Henle distale tubulus
- Proximale en distale tubuli zijn gekronkeld
Verzamelbuis: verzamelt urine uit verschillende urine naar nier kelkjes nierbekken blaas
Gekronkelde structuren in de schors, in het merg de rechte structuren




Nieren zijn goed doorbloede organen
Renale arteriën: komen binnen via hilus, via merg naar schors van nieren buigt= arterie acuratus
bloedvaten naar buitenkant van nier: steeds dunner
Glomerolus= capillair
- Worden omgeven door kapsel van Bowman
Filtratie bij glomeruli en kapsel van Bowman
Afferente arteriole= naar glomerolus toe
Efferente arteriole= van glomerolus af
1ste capillair is glomerulus
2de capillair om proximale en distale tubuli heen= peritubilaire capillair
 2 capillairen in serie
Óf het 2de capillair wordt vasa recta= lang gerekte capillair het merg in

Vocht wordt uit bloed geperst, cellen niet

Filtratie barrière:
• Door wand van bloedvat zelf: endotheelcellen
o Gefenestreerd epitheel alles behalve bloedcellen doorheen
• Basaal membraan tussen endotheel en podocyten
o Negatief geladen moleculen
• Podocyten= voortzetting van epitheel van kapsel van Bowman (continu)
o Om het bloedvat heen
o Spleetjes tussen voetjes van podocyten= filtratie spleetjes
▪ Extracellulaire eiwitten vullen spleetjes op
belangrijkste filter

Wat er doorheen kan: afhankelijk van grootte en lading van het molecuul (+) geladen moleculen
kunnen er doorheen, mits ze niet te groot zijn (<70 kDa)
- Albumine kan er niet doorheen: (-) geladen
- Als rode bloedcel kapot is kan hemoglobine er wel doorheen rode kleur urine
- Myoglobine uit spieren geven urine ook rode kleur
- Glucose, natrium, fosfaat etc zijn zo klein dat lading niet uitmaakt

,Proximale tubulus (borstel zone: oppervlaktevergroting) haalt albumine terug uit urine
In de microvilli: receptoren voor albumine endocytose in lysosomen afgebroken tot
aminozuren afgegeven aan bloed: peritubulaire capillair
Als eiwitaanbod groter is dan transportmaximum komt wel in urine terecht
- Geldt ook voor glucose en andere stoffen

Vitamine D moet geactiveerd worden in proximale tubulus
- Calcium en fosfaat homeostase
PP10 en 11 overgeslagen

25% van bloedplasma wordt eruit geperst= filtratie fractie

Filtratie krachten:
Hydrostatische druk in glomerulus (PGC)= bloeddruk
Colloïd osmotische druk van eiwitten in urine (pi BS= 0) zuigen
vocht naar buiten
 Bloeddruk is enige filtrerende kracht

Resorberende krachten:
Colloïd osmotische (pi GC) druk van bloedeiwitten:
belangrijkste resorberende kracht
Hydrostatische kracht (PBS) van urine dat ophoopt in kapsel van
Bowman

Glomerulaire filtratie snelheid (ml/min)= GFR
• Oppervlakte glomerulus (Kf)
• Permeabiliteit glomerulus (Kf)
• Starling krachten (hydrostatische en colloïd osmotische drukken)




Filtrerende – resorberende krachten (onderste formule het makkelijkst)

Als filtrerende krachten groter zijn dan resorberende krachten filtratie vindt plaats
Voor zowel begin als eind uit te rekenen overal filtratie
Peritubulaire capillair resorptie
Arteriole zowel voor als na glomerulus (normaal alleen vóór een capillair)
Sphincter in efferente arteriole: weerstand druk hoog in glomerulus
Na efferente arteriole lage bloeddruk resorptie mogelijk
Veel filtratie in glomerulus door hoge bloeddruk
- Bloedeiwitten worden steeds geconcentreerder hoge colloïd osmotische druk
 Bij resorptie hoge colloïd osmotische druk, lage bloeddruk
o In peritubulaire capillair




Filtratie Absorptie

, Hoge glomerulaire filtratie snelheid (GFR)
• Groot filtratieoppervlak / permeabiliteit glomerulus (Kf)
• PGC hoog en constant (Puf)
GFR= Kf*Puf= hoog

Als 20% bloedplasma naar buiten wordt gefiltreerd= filtratie factor
99,5% wordt geresorbeerd
1L urine per dag (=0,5%  200L Glomerulair Filtraat)
2000L bloed moet per dag door nieren stromen want niet alles kan gefiltreerd worden: alleen plasma
(20-25% van CO)

Wand van proximale tubulus
• NaCl wordt veel teruggehaald osmolariteit bloed
• Na+ wordt ook met andere stoffen teruggehaald (co-
transport met glucose/aminozuren/bicarbonaat)
• Osmolariteit van urine daalt, van interstitium neemt toe
osmotische gradiënt osmose= diffusie van water vindt
plaats
o Voldoende aquaporines bij drukverschil kan
water al eruit

Beginconcentratie= 1
Als er evenveel Na als H2O uit gaat blijft 1
Aminozuren en glucose zo veel mogelijk terug actief transport, anders concentratie nooit naar 0
Inuline/creatine concentratie stijgt: afvalstoffen die je kwijt wil worden gefiltreerd en niet
geresorbeerd. Wel water terug dus stijgt
PAH (niet lichaamseigen): concentratie stijgt heel snel wordt gefiltreerd+ gesecreteerd door
proximale tubuluswand naar urine




Na-K pomp aan kant van interstitium (basolaterale membraan) [Na] in cel laag houden+ K naar
buiten voor negatieve membraanpotentiaal
Na+ in urine wil de cel in (via ENaC): via concentratiegradiënt en membraanpotentiaal
 Elektrochemische gradiënt van Na is naar binnen de cel gericht
Na+ wordt gekoppeld aan transport die niet uit zichzelf de cel in willen (aminozuren) energie van
Na+ om aminozuren mee naar binnen te krijgen= co-transport
Ook om glucose de cel in te krijgen wil er wel zelf uit: glucosepoortje (GLUT) in basolaterale
membraan (interstitium bloedbaan)

Boek: 123 312: eerst actief transport

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Veravanw. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

69569 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling

Recently viewed by you


$7.01
  • (0)
Add to cart
Added