Samenvatting/notities Insolventie, zekerheden en executierecht (UGent, B001527)
497 views 49 purchases
Course
Insolventie, zekerheden en executierecht
Institution
Universiteit Gent (UGent)
Omvat inhoudelijk alles wat in de les werd behandeld door de professoren Taelman, Bruloot en Vandenbussche. Met andere woorden is deze samenvatting volledig.
Werkwijze: Om de uitgebreide syllabus + de hoeveelheid aan dia's meester te kunnen, heb ik mij gefocust op de powerpoint en lesnotities o...
DEEL I. Bronnen & Basisbegrippen
Hoofdstuk I. Overzicht van de deelgebieden en hun bronnen
Onderling verweven, maar niet geïntegreerd
- Vb. Verbintenissenrecht en goederenrecht duidelijke link
Raakpunten andere disciplines
- -Vb. executierecht: procesrecht
I. Zekerheidsrecht = recht mbt zekerheidsmechanisme = kans om nakoming van verbintenissen te
waarborgen of minstens de kans te vergroten dat die verbintenissen zullen nagekomen worden
o Als je uw kans op naleving van verbintenis vergroot wil zien => zekerheidsmechanisme instellen (vb. hypotheek)
- Concept
o Wet vs. Overeenkomst
▪ Zekerheidsmechanismen: vloeien soms automatisch voort uit de wet. Je krijgt
die zonder je iets moet doen (de voorrechten vloeien voort uit de wet, je hoeft
dat niet te bedingen)
▪ Kan ook uit ovk voortvloeien.
o Zakelijk vs. Persoonlijk
▪ de hypotheek met het roerende broertje nl het pandrecht => zakelijke
zekerheid vloeit voort uit rechten/aanspraak die je krijgt op een bepaald goed
▪ Borgstelling is persoonlijke zekerheid, moet je contractueel gaan bedingen.
Vloeit voort uit aanspraak die je krijgt als SE op het vermogen van een
persoon. Zekerheid gebaseerd op vermogen van een persoon
- Bronnen
o Hypotheekwet (i.p.v. 2092 e.v. oud BW)
o Borgtocht (2011 e.v. oud BW)
o Pand (i.p.v. 2071 e.v. oud BW)
▪ “Nieuwe” Pandwet 11/07/2013 → in werking 01/01/2018
o WFZ (15/12/2004)
▪ Wet financiele zekerheden: zekerheden die op financiële activa rusten (vb. aandelen, obligaties,
staatsbons. Alles wat geschikt is om op een rekening te staan. Als je daar
zekerheidsmechanismes op vestigt, dan val je buiten klassieke wetgeving en zit je in de WFZ)
o Specifieke wetgeving (Bijv. Wb. Invordering fiscale schulden, 13/04/2019)
o => oud BW: primaire wetgeving in zekerheidsrecht
II. Executierecht
- Concept = = als je bepaalde verplichting gedwongen wil laten ten uitvoer leggen
1
, - Bron
o Ger.W.
III. Insolventierecht
- Recht van degene die insolvent/insolvabel zijn. Die hun schulden niet meer kunnen betalen.
- Wnr je zich in toestand bevindt waar je uw schulden niet meer kan betalen, dan grijpt het recht in.
- Collectieve procedures
o Publiek effect: faillissement als publieke schandpaal aanzien. We maken duidelijk punt en tot
faillissement veroordeeld worden. Afschrikkend effect
o Iedereen gelijk
o Vermijden van economisch besmettingsgevaar. Sneeuwbaleffect: als ik mijn SE niet meer kan betalen.
Dan kunnen die SE’s misschien ook hun SE’s niet meer betalen = sneeuwbaleffect
o Een zeker rechtvaardigheidsgevoel: concurrentieverstorend effect
- Concept/doelstelling
o Commercieel vs. niet-commercieel
o Liquidatie vs. herstel
o Gemeenrechtelijk vs. Sectoraal
Binnen insolventierecht aantal breuklijnen volgen:
▪ Breuklijn tussen commerciële (ondernemingen) en niet-commerciële (voor
niet-ondernemingen, particulieren, consumenten was er geen oplossing
vroeger. Hier moeten we ook collectieve procedure invoeren; de CSR =
collectieve schuldenregeling voor niet-ondernemingen) procedure
▪ 2e breuklijn tussen procedures gericht op herstel en procedures gericht op
liquidatie
▪ 3e breuklijn: het insolventierecht voor alle ondernemingen zonder
onderscheid (gem) <> Sectoraal insolventierecht: Faillissement van een bank:
we kunnen met klassieke regeltjes niets doen, daarom specifieke
faillissmentsregels voor banken ontwikkeld. Of voor
verzekeringsondernemingen, beurzen etc.
▪ => Wij zien enkel het gemeenrechtelijk insolventierecht
- Bronnen
o CSR: 1675/2 e.v. Ger.W.
o Faill.W. (zie pwp: accolade) 01/05/2018 Boek XX WER
o WCO
Hoofdstuk II. Begrippen van belang voor het toepassingsgebied
Afdeling 1. Invulling van het NIEUWE ondernemingsbegrip in het
insolventierecht
- Eerst Boek XX WER sinds 1/5/’18 (oud art. XX.1 WER)
o SA = schuldenaar → bakent toepassingsgebied van boek XX af. Is de onderneming met uitzondering van
ALLE publiekrechtelijke rechtspersonen (vb. NMBS zou anders al 100 keer failliet zijn verklaard)
o SE= schuldeiser
- Rest WER vanaf 1/11/’18 (art. I.1, 1° WER)
o Thans art. I.23, 7°/1 (onderneming) en 8° (SA) WER -> O in zin art. I.1, 1°
2
, - “Formeel” ondernemingsbegrip (art. 1.1, 1° WER) -> bekijken!
o a) NP zelfstandig beroepsactiviteit
o b) RP (Bij rechtspersonen worden publieke RP volledig uitgesloten)
o c) organisatie zonder RP
a) NP zelfstandig beroepsactiviteit
- Zelfstandig = niet in dienstverband!!! U doet een activiteit als NP, en u doet dat niet in uitvoering van
arbeidsovk of statuut tav ovh
- Beroepsactiviteit = een professionele activiteit en dat valt volgens analyse uit in 2 delen: enerzijds moet je dat
regelmatig doen (niet eenmalig, maar op georganiseerde, gestructureerde manier)
o Regelmaat / organisatie
▪ Aard van de activiteit is irrelevant (verruiming handelaarsbegrip)
▪ Niet het normale beheer van een privé-vermogen
▪ Geen winstoogmerk vereist (verruiming handelaarsbegrip)
▪ Niet noodzakelijk voor eigen rekening
o Gericht op het behalen van een inkomen (om in levensonderhoud te voorzien)
- Toepassingen
o Vrije beroepen
o Andere “burgerlijke” activiteiten (landbouw, ambacht)
o Beheer onroerende goederen?
▪ vb. als je prive vermogen beheert dan is dat geen professionele activiteit
▪ Je moet kijken als het een beroepsactiviteit: repititief ; zo niet => geen onderneming
o Aanbieden van diensten in de deeleconomie?
o Quid bestuurders en zaakvoerders van rechtspersonen?
▪ Aanvankelijk onenigheid in rechtspraak en rechtsleer, zie hierna;
o Ondertussen gegroeide meerderheidsopvatting m.b.t. bestuurders/zaakvoerders van
rechtspersonen (meerderheidsopvatting). Toetsen criteria!!! Wat zijn criteria om te weten of iets O is?
▪ Zelfstandig
➢ Ja, zie zelfs uitdrukkelijk art. 5:70, §1, lid 2 en 7:85, §1, lid 3 WVV:
“Bestuurders kunnen in deze hoedanigheid niet door een
arbeidsovereenkomst met de vennootschap zijn verbonden”
▪ Beroepsactiviteit
➢ Repetitief/regelmaat
• Besturen impliceert doorlopende verplichtingen (o.m. art.
2:52 WVV)
• -> Besturen is per def repititief
➢ Gericht op behalen inkomen
• In principe wel, zie ook art. 5:72 en 7:89 WVV: “Tenzij…,
worden de bestuurders bezoldigd voor de uitoefening van hun
mandaat”
• Ruim te interpreteren (cf. dividenden in eenpersoons-BV)
• Doel primeert op actuele realiteit
• -> Vorm vergoeding irrelevant
▪ Uitzonderingen?
3
,➢ Onbezoldigd mandaat (bijv. onafhankelijk bestuurder)
➢ Mandaat in de privé-sfeer (bijv. sportvereniging)
➢ Mandaat in de uitoefening van een ambt/politiek mandaat (bijv.
intercommunale)
➢ Fictieve mandaten!!!! (zie veelvuldige lagere RS) -> Wanneer uw
mandaat als bestuurder een fictief mandaat is en komt niet overeen
met de wkh => dan kan je daar geen rechten uitputten
• Tegen welke achtergrond moet je dat zien? Ik ben bestuurder
van een vennootschap. De venn gaat failliet, ikzelf blijf leven,
ben niet failliet MAAR vaak heb ik allerlei schulden. Ik moet
niet opdraaien voor schulden venn maar parallel ga ik allerlei
problemen hebben gekend. Dus ik als bestuurder heb schuld.
Mijn VN failliet.
• Als ik niet failliet kan worden verklaard als bestuurder, dan
moet ik mijn plan trekken met die problemen die ik heb.
• <> Kan ik failliet verklaard worden? Dan potentiële oplossing
voor al mijn problemen want faillissement komt met
kwijtschelding. Op einde faillietverklaring kan je kwijtschelding
van al uw schulden bekomen. Wat kan je doen? Ik laat me
failliet verklaren, dan is dit een droom. Dus kijken of bestuurder een O is.
❖ MAAR (voor)laatste wending in het debat
✓ Cass. 18 maart 2022
• “Une personne physique n’est une entreprise, au
sens de cette dernière disposition, que lorsqu’elle
constitue une organisation consistant en un
agencement de moyens matériels, financiers ou
humains en vue de l’exercice d’une activité
professionnelle à titre indépendant.
➢ Il s’ensuit que le gérant ou
l’administrateur d’une société qui
exerce son mandat en dehors de toute
organisation propre n’est pas une
entreprise.”
✓ Valt dit te rijmen met
meerderheidsopvatting?
✓ HvC (franstalige kamer) had geen goesting in
visie meerderheid in RS en RL
• → Visie vorige slide is nog altijd de
basis maar HvC kijkt daar anders
naar: wij vinden het cruciale punt of
je al dan niet organisatie bent. Ziet
dus niet als centraal vraagstuk of die
bestuurder beroepsactiviteit heeft,
maar neen: is die bestuurder
organisatie = centrale vraag
4
, • → Menselijke middelen is er altijd
want er is een bestuurder!!
Financiele middelen is dat recht zijn
op bepalen van een inkomen. Ook
materiële middelen opdat je van een
organisatie zou kunnen spreken en je
dus voor het HvC van een
onderneming zou kunnen spreken
➢ Materiele middelen zit niet
in basisopvatting van
vroeger. MAAR HvB Brussel
zegt: HvC heeft niet gezegd
over welke materiele
middelen het gaat. Vb.
nietjesmachine is materieel
middel, heeft die dat niet
dan geen materiele
middelen.
➢ Financiele en menselijke
middelen geen probleem
MAAR materiele middelen
gaan moeten aangetoond
worden.
• → Dit allemaal aanwezig? Dan
kunnen we u failliet verklaren
• → Onthou: is een bestuurder een
onderneming ja of nee?
➢ Vorige slide: niet in
algemene termen
beantwoorden, je moet die
criteria aftoetsen. Vooral van
belang of het gericht is op
het behalen van inkomen
➢ cassatieRS: daarbovenop
nagaan of de bestuurder wel
een eigen organisatie is
✓ Andere notities
• Cass had geen goesting om de meerderheidsvisie
te volgen. Zij kijkt er anders naar: vindt het cruciaal
of je al dan niet een organisatie bent. Dus niet
cruciaal of het beroeosactiviteit is of niet, wel of je
org bent.
Een bestuurder die een venn bestuurt en dat doet
buiten elke eigen organisatie, is geen
onderneming.
• Wat is zo’n organisatie? => samenspel van
materiële, financiële of menselijke middelen
-> menselijke middelen is er altijd want er is een
5
, bestuurder!! Financiële middelen is dat gericht zijn
op bepalen van een inkomen. Materiële middelen
zit niet in de basisopvatting (vorige slide). Cass
bepaalt niet wat dit net is. Vb nietjesmachine, zijn
dit mat middelen? Gaat er eig om dat je soort van
‘ondernemingsvermogen’ hebt
b) RP
- Alle vennootschappen met RP ongeacht hun doel/voorwerp
- (i)vzw, stichting
o Ook VME
o procedure RP ≠ procedure leden (ook indien onbeperkt aansprakelijk)
- NIET federale staat, gewesten, gemeenschappen, provincies, gemeenten, OCMW’s (zgn.
politieke rechtspersonen)
- NIET publiekrechtelijke rechtspersoon
o opgericht door overheid, belast met overheidstaak, heeft eenzijdig bindende
beslissingsbevoegdheid (zgn. openbare instellingen)
notities:
- Al wie onderneming is => onder toepassingsgebied van boek XX
- Niet-ond => onder toepassingsgebied collectieve schuldenregeling, veel zwaardere last om
ooit van je schulden bevrijd te raken
- Vandaar proberen mensen statuut van ond te bekomen (onterecht).
o Is een grooooot verschil
▪ Als je O bent, ben je failliet en kan je uw schulden kwijtgescholden worden
▪ Niet-O? dan collectieve schuldenregeling en heb je veel zwaardere opdracht
om van uw schulden verlost te worden
▪ Onderneming en ondernemerschap moeten we stimuleren. Sommige mensen
proberen onterecht dus dat statuut van Onderneming te bekomen met ganse
saga van bestuurder-onderneming (gisteren besproken)
- Er zijn 3 luiken bij ondernemingsbegrip:
o Natuurlijke persoon
o Alle rechtspersoon zijn principieel onderneming (alle venn, stichtingen, vereniging
met RP, vereniging van mede-eigenaars…)
- MAAR altijd onderscheid
o faillissement RP
o faillissement NP:
▪ ofwel de aandeelhouders die onbeperkt aansprakelijk zijn
➢ Vb. VOF: meerdere faillissementsprocedures, nl van de RP en
faillissement van vennoot in de VOF (2 verschillende vermogens die
vereffend worden)
➢ Vennoot VOF is hoofdelijk aansprakelijk voor schulden venn, Maar
faillissement van VOF wil niet noodz faillissement van vennootschap
betekenen, ook al is de VOF hoofdelijk aansprakelijk voor de venn.
6
, ➢ Faillissement bestuurder =/= faillissement vennoot
- Uitgesloten:
o politieke rechtspersonen uitgesloten (gem, gew, gemeenten,…)
o publiekrechtelijke rp uitgesloten
▪ !!! Onthou: ze zijn wel onderdeel van art I.1, 1° WER maar vallen gewoon niet
onder de insolventieregeling.
▪ Onderscheid tss het gewone ondernemingsbegrip in art. I.1, 1°=
publiekrechtelijke RP slechts uitgesloten voor zover ze geen goederen of
diensten aanbieden op een markt (dus NMBS is onderneming in de zin van dat
artikel)
▪ MAAR ze zijn uitgesloten van het insolventierecht omdat dit recht alle
publiekrechtelijke RP uitsluit.
➢ Dus I.1, 1° maakt nog onderscheid binnen publieke rp om uit te
sluiten <> boek XX sluit alle publieke rp uit (onthou dit)
▪ Onderscheid heel belangrijk!!!!
➢ Vb ziekenhuis: alle ziekenh die in oorsprong door ovh zijn
gefinancierd zijn van faillissement uitgesloten (= publiekrechtelijke
RP en dus van faillissement uitgesloten)
➢ Kijken naar de 3 elementen om te kijken of het een publiekrechtelijke
rp is.
• Opgericht door ovh
• Belast met overheidstaak
• Bevoegdheid om eenzijdig beslissingen te nemen
=> Want publiekrechtelijk RP is eigenlijk verlengstuk van overheid
❖ Vb. ugent is een publiekrechtelijke RP
c) Andere organisaties zonder RP (vertaald als: maatschap)
- UITZ.: geen uitkeringsoogmerk (ook niet in feite)
o Uitkering = verarming tvv lid, behoudens ihkv belangeloos doel
- Valt onder insolventieregeling (ingevoerd 2018). Kan wel degelijk failliet worden verklaard
- Zelfde systeem als bij VOF
o Faillissement maatschap los zien van faillissement van de maten.
o Eigenlijk niet zo logisch want maatschap heeft geen RP. want entiteit bestaat juridisch gezien
niet (geen rp’heid), en toch behandeld als ware het een rechtssubject.
- Uitgesloten: feitelijke vereniging! Is ook org zonder rp’heid maar is uitdrukkelijk uitgesloten. Is dus eig
de enige organisatievorm die zonder meer van het ondernemingsbegrip van boek XX wordt
uitgesloten.
o Wanneer ben je vereniging?
▪ belangeloos doel nastreven
▪ geen uitkeringsoogmerk of de facto uitkeringen (Doe je dat wel, dan ben je geen
feitelijke vereniging maar een maatschap)
=> Niet altijd makkelijk wnr feitelijke vereniging uitkering doet of wnr belangeloos doel
aan het nastreven is
7
, Alle mogelijke entiteiten/organisaties die je kunt tegenkomen vallen onder dat
ondernemingsbegrip boek XX, muv alle publiekrechtelijke RP (incl politieke rp) en feitelijke
verenigingen
Onderneming
- Opgelet: geen eenduidig ondernemingsbegrip
- WER “oud” (= voor 1/11/’18), nog steeds relevant voor bijv. Boeken IV en VI WER
o NP/RP
o Duurzame wijze
o Economisch doel
Afdeling 2. Toepassing
Kunnen de volgende entiteiten failliet worden verklaard? BV, VZW, Stichting, Feitelijke vereniging, VME
- Antw: Enkel de feitelijke vereniging niet. Al de rest kan failliet worden verklaard.
- De feitelijke vereniging moet hier buiten, al de rest kan failliet worden verklaard
Kunnen de volgende entiteiten failliet worden verklaard?
- VOFLO
- CVSO
- Advocaat
- Bestuurder BV/NV/CV
- Bestuurder andere vennootschap
- Bestuurder publiekrechtelijke rechtspersoon
- Bestuurder VZW
- Antw:
o VOFLO? Niet allemaal studeren maar alert dat wetgever zulke soorten dus wel erkent als ondernemingen
o CVSO = sociale onderneming
o Vrij beroeper : zelfstandige
o Al de rest al besproken
o 4 bestuurders => alle 4 die bestuurders kunnen O zijn maar je moet criteria overlopen
Kunnen de volgende entiteiten failliet worden verklaard?
- Vaste vertegenwoordiger van bestuurder-rechtspersoon
- Meewerkende echtgenoot
- Vennoot VOF/maatschap
- Gewezen ondernemer
- Vennootschap na sluiting vereffening
- Vennootschap in vereffening
- Bestuurder van failliete vennootschap
- Antw:
o - Vaste vertegenwoordiger van bestuurder-rechtspersoon: zelfde als bij bestuurder, je moet criteria toetsen. Wel
aanvaard dat je het kunt doen als hoedanigheid van WN
▪ Je hebt een vennootschap die kan worden aangeduid als bestuurder in een andere vennootschap MAAR
dan moet je een vaste vertegenwoordiger aanduiden
▪ Een NP die handelt alsof hij zelf bestuurder zou zijn van die vennootschap
➢ Vaste vertegenwoordiger? Is dat 1 van die ondernemingen? Idem als bij bestuurders, je kan dat
niet in abstracto beantwoorden, je moet die criteria gaan toetsen
➢ Er wordt wel aanvaard dat je dat kunt doen in hoedanigheid van WN => in die hoedanigheid
kan je niet als zelfstandige gaan optreden
o - Meewerkende echtgenoot: statuut is geschrapt. Als je 2 NP hebt (gehuwd koppel) → vroeger was er daar statuut
voor, maar bestaat niet meer sinds invoering nieuwe ondernemingsbegrip. Voor die echtgenoot moet er opnieuw een
8
, beoordeling gemaakt worden => is dat ook iemand die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent? Zo ja, dan valt die
ook onder het ondernemingsbegrip
o Rest zien we later
Opgelet! Faill.≠GReo (infra)
Hoofdstuk III. Enkele basisbegrippen
Afdeling 1. Schuldeiser – schuldenaar
Schuldeiser – schuldenaar
- Verbintenis = rechtsband waaruit bepaalde gehoudenheid volgt
▪ VB: rechtsband waaruit bepaalde gehoudenheid volgt. Gehoudenheid? Een geven, doen of een
laten
▪ Waarom belangrijk? Insolventierecht en executierecht gaat over nakoming en niet nakoming
van de verbintenissen. Zekerheidsrecht is het verhogen van de kans op nakoming van
verbintenis via waarborgtechniek. Executierecht is gedwongen tenuitvoerlegging van VB die u
bent aangegaan. Insolventierecht is het recht die is ontwikkeld om oplossing te bieden voor
mensen die definitief niet meer aan hun VB kunnen voldoen
▪ Daarom: VB is cruciaal (een richting of wederkerig)
▪ Boek 5 tweede deel => definities van al deze dingen terug
o Divers
o Evt. wederzijds
o Bronnen? heel divers (ui wet, administratieve handeling, ctt etc.)
Afdeling 2. Hoofdelijkheid – ondeelbaarheid – in solidum
Enkele modaliteiten van verbintenissen → Ihb Pluraliteit titularissen van de verbintenis (meerdere SA
of SE ; in praktijk komt dit immens veel voor), dan wordt het moeilijk
- Uitgangspunt: deelbaarheid (SA/SE)
o vb als je gehouden bent tot 1000 euro met 2 dan moet je er elk 500 betalen
- Ondeelbaarheid (aard/contract)
o -> kun je ofwel overeenkomen ofwel komt het voort uit de aard vd verbintenis (vb
verkoop van paard)
o -> kan je afspreken (dus afspreken in ctt) of kan voortvloeien uit de aard van de VB
(vb. levend paard, kan niet in stukjes worden uitgevoerd)
o Als het deelbaar is, dan moet je het delen
- Hoofdelijkheid (SA/SE)
o Gevolgen?
▪ Passieve hoofdelijkheid: degene die gehouden is iets te doen, die
aangesproken kan worden. Als tussen meerdere SA, dan zal elk van de SA de
volledige verbintenis moeten nakomen (vb koppel die krediet aansluit bij bank
=> bank kan naar 1 van de 2 partners gaan) ➔ in hoofde SA die w aangesproken
➢ Vb. koppel samen huis gekocht. Lening aangegaan. 1 van de 2 verdwijnt en de ander
blijft achter. Die moet dat krediet verder betalen. Die moet niet enkel de helft
betalen, maar als hoofdelijk verbonden SA moet je volledig kredietbedrag
ophoesten.
➢ Bij interne/onderlinge verhouding SA is de partner uiteraard wel nog
gehouden zijn schuld te betalen. Zal dus regres kunnen vorderen en
geldt deelbaarheid OF andere afspraak die ih contract staat
9
, ▪ Actieve hoofdelijkheid : SE die volledige prestatie kan opeisen. Op niveau van
de SE. Er zijn meerdere mensen die samen iets hebben gekocht (dus SE) van
een onderneming. 1 van hen kan de nakoming van de VB gaan eisen. In
principe moeten ze allemaal samen optreden voor hun deeltje, maar bij
actieve hoofdelijkheid kan 1 van hen optreden ➔ dus in hoofde SE die opeist
▪
Nog gevolgen vd hoofdelijkheid naast de gehoudenheid: boek V titel 2 BW
=>stuiting verjaring van de ene zorgt ook voor stuiting van alle andere
=>ingebrekestelling van een van de hoofdelijke SA geldt als ingebrekestelling
voor alle andere
➢ !!!!!!Vermoeden van hoofdelijkheid tussen ondernemingen is
geïnstalleerd bij boek V. Let dus op als je een casus hebt met 2 ond
en id opgave staat niks over de hoofdelijkheid, onthou dat dit
vermoeden speelt.
• Wnr je met een casus geconfronteerd wordt waarin
verschillende ondernemingen samen een krediet aangaan. In
de opgave staat niets over hoofdelijkheid, laat u niet
vangen!!!! In boek V is een wettelijk vermoeden van
hoofdelijkheid tss ondernemingen-SA (niet: elk van de
ondernemingen die zijn deel moet betalen)
• Vroeger was dat een gewoonterechtelijke regel en nu
uitdrukkelijk id wet gezet.
o Wet/contract/wettelijk vermoeden voor ondernemingen
- In solidum
o Gevolgen?
▪ In solidum gehoudenheid is hetzelfde als hoofdelijkheid, alleen gelden de
verdere gevolgen niet. Het is wel net zoals de passieve hoofdelijkheid: alle
gehoudene SA tot volledige prestatie kunnen worden aangesproken. Maar
stuiting en verjaring gelden hier niet bij in solidum gehoudenheid.
▪ + verschil bij in solidum gehoudenheid: moet door de rechtbank worden
opgelegd
➢ <> en hoofdelijkheid vloeit voort uit wet of contract.
• vb aansprakelijkheid van ziekenhuis en arts nr alv een medisch schadegeval. Ze
worden in solidum veroordeeld, gezamenlijke verantwoordelijkheid, nl. AH van
ziekenhuis en arts. Ze worden in solidum veroordeeld
o RS
- “Het vermogen van een persoon is de juridische algemeenheid die het geheel van de
bestaande en toekomstige goederen en verbintenissen omvat.”
o Totaliteit van in geld waardeerbare goederen, rechten en verplichtingen van bepaalde
persoon (+ & -)
10
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SD06. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.