H2, 3, deel van 5, 6, 8, 10, 11, 13
December 16, 2023
116
2023/2024
Summary
Subjects
srpr
specialisatie
rechtspersonenrecht
master notarieel
samenvatting
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Notarieel Recht
Specialisatie rechtspersonenrecht
All documents for this subject (7)
Seller
Follow
mueni
Reviews received
Content preview
Samenvatting Specialisatie Rechtspersonenrecht
Inhoud
Samenvatting Specialisatie Rechtspersonenrecht.......................................................................1
Week 1A................................................................................................................................... 3
Dijk/Van der Ploeg - H2 & H3 (m.u.v. par. 3.4).....................................................................3
W.J.M. van Veen, ‘Het uitkeringsverbod bij de stichting revisited’, p. 377-400....................11
W.J.M. van Veen, ‘De stichting en haar ledenverbod’, p. 147 e.v.......................................15
Week 1B................................................................................................................................. 18
Dijk/Van der Ploeg, achtste druk, 2021, § 1.3 en hoofdstuk 6.............................................18
W.J.M. van Veen, ‘Statutaire eisen en – verbintenissen: één pot nat?’ Ondernemingsrecht
2010/130............................................................................................................................. 27
Week 2................................................................................................................................... 30
Dijk/Van der Ploeg, achtste druk, 2021, hoofdstuk 5, § 5.4 t/m 5.7.....................................30
W.J.M. van Veen, C.H.C. Overes, ‘Over stem, besluit en besluitvorming’, S&V 2000, p.
131-141.............................................................................................................................. 32
Week 3A................................................................................................................................. 36
Dijk/Van der Ploeg, achtste druk, 2021, hoofdstuk 8...........................................................36
N. Kreileman, S.H.M.A. Dumoulin, ‘De wettelijke regeling van het monistisch bestuursmodel
voor de verenigingen en de stichting’, Ondernemingsrecht 2021/72...................................46
Week 3B................................................................................................................................. 50
Dijk/Van der Ploeg, achtste druk, 2021, hoofdstuk 10.........................................................50
T.J. van der Ploeg, ‘Hoe moeilijk is het om een vereniging –of andere rechtspersoon- te
verbieden?’, NJB 2012 (16), p. 1094-1100.........................................................................58
C.H.C. Overes, ‘De stichting op de schop’, Ondernemingsrecht 2021/76...........................59
Week 4 & Week 5................................................................................................................... 63
Dijk/Van der Ploeg, achtste druk, 2021, Hoofdstuk 11 Complexe verenigingen en
stichtingen.......................................................................................................................... 63
T.J. van der Ploeg, ‘Machts- en rechtsverhoudingen in verenigingen met afdelingen zonder
rechtspersoonlijkheid’, TVVS 1992, p. 197-200..................................................................73
C.W. de Monchy, ‘Samenwerking in stichtingsvorm’, S&V 1994, p. 7-13............................75
Week 6A................................................................................................................................. 77
, Dijk/Van der Ploeg, achtste druk, 2021, hoofdstuk 13.........................................................77
G.J.H. van der Sangen, ‘Texels Eigen Stoomboot Onderneming. Omzetting van een
naamloze vennootschap in een coöperatie’, S&V 1995, p. 135-142...................................86
B. Wessels, ‘Splitsing van het onsplitsbare’, S&V 1997, p. 175-185...................................88
Week 6B................................................................................................................................. 92
H.J.M.M. van Boxel, ‘Internationale verhoudingen’. In: Handboek notarieel
ondernemingsrecht, Deel I, B.V. en N.V. (B. Bier e.a. red), VDHI nr. 132, Deventer: Wolters
Kluwer 2016, p. 297-332.....................................................................................................92
Week 7................................................................................................................................. 100
W.J.M. van Veen, ‘Grensoverschrijdende fusie, splitsing en omzetting’, hoofdstuk 10, in:
Handboek notarieel ondernemingsrecht (B. Snijder-Kuipers, G.J.C. Rensen (red),
Deventer: Wolters Kluwer 2019........................................................................................100
W.J.M. van Veen, ‘Grensoverschrijdende fusies en de Mobiliteitsrichtlijn’, WPNR 7309
(2021)............................................................................................................................... 109
E.R. Roelofs, H. Koster, ‘Grensoverschrijdende omzetting en grensoverschrijdende
splitsing in de Mobiliteitsrichtlijn’, WPNR 7309 (2021)......................................................112
,Week 1A
Dijk/Van der Ploeg - H2 & H3 (m.u.v. par. 3.4)
H2 Wettelijke kenmerken van vereniging, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij en
stichting
2.1 De betekenis van formele en materiële kenmerken, algemeen
Voordat Boek 2 is ingevoerd was de wetgeving betreffende rp voornamelijk gericht op de formele
oprichtingsvereisten. Ook materiële kenmerken zijn uiteindelijk in Boek 2 opgenomen. Anders kan bijv.
een rp als stichting opgericht worden maar feitelijk als een vereniging handelen.
2.2. Doelstelling vereniging en stichting
Een vereniging mag geen coöperatief doel hebben en geen verzekeringsbedrijf uitoefenen. Ook mag een
vereniging geen winst verdelen onder haar leden. Het verlenen van diensten aan enkel de leden voor
niet-marktconforme prijs valt niet onder dit winstverbod.
De maatschap is vormloos en lijkt daarom op een informele vereniging, dat kan problemen opleveren.
Dijk en Van der Ploeg zijn van mening dat van een maatschap sprake is wanneer alle deelnemers
inbrengen om vervolgens winst te behalen en deze weer verdelen over de leden.
Een vereniging mag wel een commercieel doel nastreven, maar de winst vervolgens enkel verdelen
onder personen die geen leden, bestuur, oprichters of commissarissen zijn. Uitzonderingen op het
uitkeringsverbod is een vergoeding (salaris), maar ook gemaakte onkosten aan het bestuur en uitkering
nadat de vereniging is ontbonden.
Ook de stichting mag geen winst verdelen onder de oprichters en aangeslotenen, uitkeringen mogen
enkel gedaan worden als deze ideële of sociale strekkingen hebben. Wel wanneer deze binnen de
(statutaire) doelomschrijving vallen. Verboden betalingen kunnen bij zowel de stichting als de vereniging
uit onverschuldigde betaling worden teruggevorderd. Een stichting kan zonder vermogen worden
opgericht zolang er binnen afzienbare tijd zicht is op opgebouwd vermogen.
O.g.v. art. 3:305a BW kunnen formele verenigingen en stichtingen een rechtsvordering instellen zolang
deze strekt tot het beschermen van belangen van andere personen als dit valt binnen de doelstelling.
Het art. gaat dus niet om belangen behartigen van de rp zelf, maar om soortgelijke belangen.
De algemeen nut beogende instellingen (ANBI) komt zowel voor bij stichtingen als bij verenigingen en
heeft in NL enkel voordeel wat betreft de belastingwetgeving. De ANBI streeft erkend maatschappelijk
nuttige doelen na. Het Centraal Bureau Fondsenwerving houdt toezicht op de ANBI’s d.m.v. een
keurmerk ovk. Om door de belastinginspecteur als ANBI aangemerkt te worden en dus gebruik te mogen
maken van de giftenaftrek zijn er voorwaarden gesteld in art. 41a Uitvoeringsregeling IB. Deze eisen zijn
, in 2011 door de Geefwet verscherpt: ANBI’s moeten 90% van de activiteiten besteden aan het goede
doel. Voor goede doelen m.b.t. sport en welzijn bestaan er Sociaal Belang Behartigende Instellingen
(SBBI).
Een vereniging of stichting kan niet ook een kerkgenootschap zijn; hieraan worden geen formele eisen
gesteld.
2.3 Organisatie vereniging en stichting
Een vereniging dient te bestaan uit leden (art. 2:26 BW) die met elkaar samenwerken. Wat overigens
niet inhoudt dat wanneer er 1 lid overblijft de vereniging van rechtswege wordt ontbonden. Verder is er
een bestuur (2:44) en ALV (2:44) nodig. Verder dienen de leden stemrecht te hebben (2:38).
De stichting heeft enkel als eis dat ze een bestuur heeft (2:291) en geen leden (2:285). Dit ledenverbod
moet materieel worden opgevat. In dit opzicht worden als leden gezien: personen in betrekking tot de
stichting die bevoegdheden toegekend hebben gekregen. Dit ledenverbod is wss in het leven geroepen
zodat er geen zelfde organisatiestructuur ontstaat zoals de ALV van een vereniging. De overheid maakt
zelf veel gebruik van stichtingen om haar taken uit te oefenen; valt soms ook onder het bestuursrecht.
2.4 De informele vereniging
Ook de informele vereniging heeft rechtspersoonlijkheid. Zij is beperkt rechtsbevoegd en kan hierdoor
geen registergoederen verkrijgen en geen erfgenaam zijn (wel legataris). De rp is evenals de bestuurders
aansprakelijk voor de schulden. Om volledige rechtsbevoegdheid te krijgen kan de notaris in een
notariële akte constateren dat de statuten bestaan en deze in de akte opnemen. Hiervoor is wel een
besluit van de ALV nodig. ‘Rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging’ = volledig rechtsbevoegd.
Een informele vereniging kan, als dit in de statuten staat, wel een koopovk sluiten, maar niet ten uitvoer
brengen. Wanneer de ALV tot de koopovk heeft besloten kan er een dwangsom worden opgelegd, maar
als de bestuurders zonder besluit van de ALV hebben gehandeld, dan zijn zij hoofdelijk aansprakelijk
voor de schade. Ook een legaat van een registergoed is wel rechtsgeldig, maar kan vervolgens niet
worden verkregen (op naam worden gezet) tot de vereniging volledige rechtsbevoegdheid heeft. Voor
de hoofdelijke aansprakelijkheid (2:30 lid 2) is beslissend het moment dat de schuld opeisbaar wordt.
Uitzondering is de bestuurder die op moment van de rh niet is geraadpleegd of na bekendmaking heeft
geweigerd verantwoording te nemen. Als er op het moment van opeisbaarheid van de schuld geen
bestuurder aanwezig is, dan zijn de bestuurders aansprakelijk die ten tijde van de rh bestuurder waren.
Als de informele vereniging zich vrijwillig inschrijft bij het handelsregister (2:29) en de statuten worden
gedeponeerd, dan zijn niet meer alle bestuurdersleden per definitie hoofdelijk aansprakelijk, maar enkel
degenen die zijn verbonden o.g.v. art. 2:30 lid 2.
2.5 bijzondere kenmerken coöperatie en OWM
Zowel de coöperatie (coo) als de onderlinge waarborgmaatschappij (OWM) zijn bij notariële akte
opgerichte verenigingen. Doel coo: om in bepaalde stoffelijke behoeften van haar leden krachtens ovk
met de leden te voorzien. Doel OWM: met haar leden verzekeringsovk te sluiten. Een coo kan dezelfde
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mueni. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $18.14. You're not tied to anything after your purchase.