Einde WOI De Republiek van Weimar uitgeroepen door een sociaal-democratische regering.
Waarom de democratie wankel was: De regering moest de wapenstand tekenen, weinig
vertrouwen van de bevolking, economie was slecht (herstelbetalingen en verlies grond)
De regering van de Republiek krijgt te maken met veel tegenstand
Meerdere groepen waren tegen de parlementaire democratie zoals:
→ De communisten (KPD): wilde revolutie, deden alleen mee om propaganda te
maken voor eigen ideaal en wilden zelf alle macht
→ De nationalisten en conservatieven: wilden het keizerrijk terug met minder
macht voor politieke partijen en meer voor hen zelf. Ook geloofden ze
dolkstootlegende + vonden dat het communisme niet werd bestreden door de republiek.
→ Ex-soldaten: gaven de democratie schuld van al hun problemen. Sloten zich bij
communistische, conservatieve of fascistische groepen aan.
PS dolkstootlegende uitgelegd: het duitse leger zou niet door de vijand zijn verslagen maar
door een dolkstoot in de rug. Het optreden van socialisten en communisten in 1918,
zogenaamde ‘interne vijanden’. Dat was een verdraaiing van de feiten: het waren de
generaals geweest die op vrede hadden aangedrongen bij de keizer
De regering krijgt de schuld van alles: de nederlaag, de Vrede van Versailles en de
slechte economische toestand
Door de Dolkstootlegende gaven tegenstanders de Republiek de schuld van:
- de nederlaag van de Eerste Wereldoorlog
- het opgelegde Verdrag van Versailles (uit 1919)
- en van de hieruit voortvloeiende slechte economische toestand
Gevolgen van het Verdrag van Versailles;
→ duitsland schuld van de oorlog en kreeg enorme herstelbetalingen vd
geallieerden
→ duitsland moest grondgebied afstaan (elzas, koloniën)
→ moest ontwapenen: klein leger en weinig oorlogschepen
Achterstand in herstelbetalingen leidt tot bezetting Ruhrgebied en grote economische
problemen
duitse regering drukte meer bankbiljetten om arbeiders te betalen → inflatie
door ruhrgebied ingenomen = ook staking onder arbeiders
Opbloei van Duitse economie halverwege de jaren ‘20
Oorzaken bloei economie:
- een verzoeningspolitiek met Frankrijk
- het Dawesplan: leningen om economie te helpen
→ bezettingstroepen weg uit ruhr en semi economisch herstel
1
,2 De nazi’s profiteren van de economische crisis van 1929
Crisis van het wereldkapitalisme treft in Europa vooral Duitsland
1929= Amerikaanse beurskrach
→ ook in EU te merken → Amerika wilde geld vd leningen terug → vooral in
Duitsland gingen hierdoor bedrijven failliet en economie bleh
De crisis is gunstig voor nazi’s
De economische crisis wordt een politieke crisis:
partijen vd republiek van weimar hadden geen oplossing voor economische
problemen → regering werkte niet → Rijkspresident en Rijkskanselier gingen
regeren met noodverordeningen.
Vooral de NSDAP profiteert van de crisis:
= de Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterpartei (opgericht 1920, bekend door mislukte
staatsgreep - hitler gevangenis - mein kampf - 1925 hitler opnieuw) met Führer Adolf Hitler
aanhangers = nazi’s
populair omdat ze bevolking welvaart en nationale eenheid beloofde
partij werd massaorganisatie door propaganda en paramilitair vertoon
Geel stukje: Mein Kamf, toen te weinig gelezen, nu mag het niet
= gepubliceerd 1926, was niet veel bestelling voor totdat hitler aan de macht kwam
Geel stukje: triumph des willens, gewoon de werkelijkheid of propaganda?
= film van de partijdag NSDAP 1934 = heel bekend geworden
Het fascisme van de nazi’s: nationaal-socialisme
= totalitaire ideologie = een duidelijk omschreven wereldbeschouwing die betrekking heeft
op alle aspecten van de maatschappij
Gemeenschappelijke kenmerken van het fascisme
- het fascisme is negatief: heel veel dingen waren ze tegen: tegen persoonlijke vrijheid
en tegen dingen die volk kan verdelen
ze waren voor:
- het belang van de eigen groep wordt vooropgesteld:
- het fascisme is ultra-nationalistisch: hun staat is de beste en heeft recht andere
volken te overheersen
- het fascisme wil één corporatieve staat: samenleving georganiseerd in corporaties =
beroepsgroepen. Om concurrentie of onderlinge strijd te voorkomen.
- de mensen zijn niet gelijk, ‘hogeren’ moeten het volk leiden
- aan het hoofd staat één leider
- de fascistische partij beheerst alle uitingen van cultuur in de staat: alles was totalitair
- verstand als basis voor handelen minder geschikt dan het gevoel: intellectuelen bijv.
zijn niet goed voor de volksgemeinschaft omdat ze geen ideaal hebben
- het fascisme verheerlijkt de dood
- vrouwen moeten veel kinderen voortbrengen en voor hun gezin zorgen : ‘mannen
moesten vechten en vrouwen opvoeden’
2
, De rassenleer van de nazi’s
verdeelden mensen in 3 soorten:
- één hoogwaardig ras: arische - alleen germaanse volkeren
- minderwaardige rassen: mensen uit oost-europa en rest vd wereld
- verderfelijke rassen: ‘parasietenrassen’
antisemitisme = haat tegen Joden - bestond al eerder - vaak zondebok
‘Lebensraum’ in Oost-Europa
doel nr. 1 hitler: alle duitsers in één staat verenigen.
doel nr. 2 hitler: veroveren van lebensraum- leefruimte voor het duitse volk - gebied wat ze al
hadden was kennelijk niet genoeg -
3 De nazi’s grijpen de macht
Hitler wordt rijkskanselier in een coalitiekabinet
1933 benoemd tot rijkskanselier - kwam omdat de NSDAP grootste partij was
leek gewoon coalitiekabinet - ze hebben hitler in dienst genomen om hem onder de duim te
krijgen - is uiteraard niet helemaal gelukt
Rijksdaggebouw in brand: communistische partij wordt uitgeschakeld
Adhv terreur door de SA (Sturm Abteilung= partijleger van de NSDAP) bij nieuwe
verkiezingen zorgt Hitler dat alleen op NSDAP wordt gestemd.
→ De nazi’s geven de communisten de schuld van de brand in het gebouw van
de Rijksdag: de komintern (communistische partij) zou zogenaamd revolutie
willen starten. (1933)
→ de nazi’s ontnemen de communisten hun burgerrechten: wet waarbij uit
“nood” de politie bevoegdheid kreeg tot willekeurige arrestaties + andere
politieke maatregelen.
Blauw stukje: De Rijksdagbrand: helpt het lot de nazi’s of omgekeerd?
Van der Lubbe (nederlanders) had brand gesticht, was eenmansactie, maar nazi’s wilde
communisten later opdraaien voor de brand. 1933 proces, nazi’s verloren dus de duitse
justitie was nog niet helemaal onder invloed vd nazi’s. - nederlaag voor hen
De Machtigingswet: de Rijksdag schakelt zichzelf en de grondwet uit.
Einde aan de Republiek van Weimar
Hitler aan de hand van verkiezingen voor een nieuwe Rijksdag wilde zich laten machtigen
om alleen verder te regeren. Hij wilde de Machtigingswet invoeren die zowel de Rijksdag en
de grondwet uitschakelde, hiervoor moest hij wel meerderheid kamer hebben. Behaald door
afwezigheid communistische partij.
Machtigingswet: bestond uit 5 artikelen → zorgde ervoor dat hitler niet aan de
grondwet hoefde te houden en schakelde de Rijksdag , de Rijkspresident en dus
de grondwet uit.
De nazi’s schakelen alle overgebleven tegenstanders uit
Overige tegenstanders die ze uitschakelden:
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jvansliedregt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.