Een uitgebreide samenvatting voor het examen iEXA Building and Implementing. De samenvatting is geschreven aan de hand van de leerstof van de LOI. De opbouw van de samenvatting is op basis van het iEXA servicedocument. Aangezien het document netjes is opgemaakt zijn het bijna 100 pagina's. Het enig...
LOI - Leidse Onderwijsinstellingen (LOI)
HBO-ICT
IEXA Building and Implementing
All documents for this subject (1)
4
reviews
By: steve_magielse • 4 year ago
By: tamesfin • 3 year ago
By: JeroenStuv • 4 year ago
By: arno_lisman • 6 year ago
Seller
Follow
SuzVer
Reviews received
Content preview
iEXA Building and Implementing
B6. System Engineering
B6.1 De kandidaat kan systemen ontwerpen en ontwikkelen
B6-S7.1 De kandidaat kan juiste ontwikkelings- en/of proces modellen selecteren
om effectief en efficient te ontwikkelen ** (t)
Klassieke methoden:
o Waterval methode: lineair, de stappen worden strikt opeenvolgend uitgevoerd, zonder terug te
komen op voorgaande stappen. Alleen geschikt voor kleine en niet-complexe trajecten
o Waterval methode: iteratief, hierbij kan wel worden teruggekomen op voorgaande stappen.
Prototyping wordt hier ook wel ingezet. Werkt minder goed in omgevingen waar de eisen snel
veranderen
o SDM (System Development Methodology) Is een methodiek voor het plannen,
ontwerpen, bouwen, invoeren en beheren van informatiesystemen. Deze fasering is ‘top
down’, vanuit een groter geheel wordt het te ontwerpen informatiesysteem steeds
gedetailleerder beschreven. Door middel van het toevoegen van
systeemontwikkelingstechnieken kan men het ontwerp hiervan beschrijven in modellen,
die vervolgens gebruikt worden om het ontwerp te realiseren. Tevens is SDM een
watervalmethode. Een nieuwe fase begint pas als de oude klaar is.
o SSM (Soft systems methodology) Het primaire gebruik van SSM ligt in de analyse van
complexe situaties waarin de meningen over de definitie van het probleem uiteenlopen
- "zachte problemen" (bv. hoe kan de gezondheidszorg worden verbeterd, hoe kan de
rampenplanning worden beheerd; wanneer moeten geestelijk gestoorde daders uit
bewaring worden genomen? Wat te doen aan dakloosheid onder jongeren?)
Moderne methoden:
o Spiralmodel - Een model dat het iteratieve van de prototyping neemt en dit combineert met het
controleerbare van de waterval. Het zorgt voor een snelle ontwikkeling van steeds meer
complete versies van software. Hierin wordt software ontwikkeld in een series van evolutionaire
releases, welke in het begin nog prototypes zijn.
o RAD (Rapid Application Development)/Evolutionair (incrementeel): het informatiesysteem
wordt stapsgewijs gebouwd, waarbij de functionaliteit steeds toeneemt. Er wordt gewerkt met
de timebox, korte periodes waarin de volgende uitbreiding gebouwd wordt. Een bekende
methode is DSDM (Dynamic Systems Development Methodology)
o Het verzamelen van eisen aan de hand van workshops of focusgroepen
o Prototyping en vroegtijdige herhaalde gebruikertesten van modellen
o Het hergebruik van softwarecomponenten
o Snelle ontwikkeling door uitstel van ontwerpverbeteringen tot de volgende versie
o Minder formaliteit in verslagen en andere team communicatie
o IAD - Iterative application development (IAD) is een softwareontwikkelmethode die de
gebruikers en ontwerpers als gelijkwaardige partners ziet. De I staat voor het ontwikkelen in
herhalingen (iteratief), samen met de gebruiker (interactief) en stapsgewijs uitbouwen tot een
grotere bruikbaarheid (incrementeel).
1
,o DSDM: Dynamic Systems Development Method, of kortweg DSDM, is een (agile) methode voor
het ontwikkelen van software. DSDM wordt gebruikt:
o Als het een interactief systeem is
o Als er een gedefinieerde gebruikersgroep aanwezig is
o Als het systeem rekenkundig complex is kan dat deel worden opgesplitst of worden
geïsoleerd
o Als het systeem groot is kan het worden opgesplitst in kleinere functionele delen de
ontwikkeling is sterk tijdsgebonden
o Als de eisen aan het systeem kunnen worden geprioriteerd; Als de eisen aan het
systeem onduidelijk of aan verandering onderhevig zijn.
Agile - een stroming binnen RAD, snelle opeenvolging van kleine software releases waarbij de
functionaliteit meegroeit met de veranderende omgeving en het resultaat vooraf is bepaald.
Populair geworden door XP (eXtreme Programming). Een veelgebruikte agile-methode is Scrum
o Extreme Programming (XP) behoort tot de meest toegepast Agile ontwikkelmethodes. Bij XP ligt
de nadruk vooral op samenwerking, snelle en vroegtijdige ontwikkeling van software en
professionele ontwikkelmethodes.
- Object oriented benadering
- Omvat een set van regels en werkwijze die optreden binnen de context van de 4 framework
activiteiten:
1. Planning (game) – luisteren
a. User stories – value (bv. Priority) gegeven door klant
– cost door XP team
– Mag niet > 3 weken, dan klant laten splitsen
– Commitment – overeenstemming over stories, delivery date ea
problemen
b. Project velocity – aantal user stories binnen eerste oplevering
2. Design – KIS (Keep It Simple) principe
a. Moedigt het gebruik van CRC (Class-Responsibility Collaboration) – cards aan als
gebruik bij OO.
– Welke class zijn nodig
b. Spike solution – operationeel prototype van een moeilijk ontwerpprobleem
c. Refactoring – herstructureren code, doel; leesbaarheid en onderhoudbaarheid
vergroten
3. Coding – eerst unit test ontwikkeling
– Beter focussen op wat geimplementeerd moet voor het slagen van de test
b. Pair programming
4. Testing – via unit test kan regelmatig
a. Acceptance/customer test – zijn gespecificeert door de klant en focussen op
overkoepelende kenmerken en functionaliteit zichtbaar voor klant
o Scrum – bevat een reeks procespatronen die de nadruk leggen op project prioriteit
compartmentalized werkunits, communicatie en continue klantfeedback
- Backlog – geprioriteerde lijst van eisen van de klant (mag altijd veranderen)
- Sprint – timebox (geen veranderingen tijdens sprint)
- Scrum meeting – dagelijks 15 minuten (geleidt door scrummaster)
=> Wat heb je gedaan sinds de laatste?
=> Welke obstakels ben je tegengekomen?
=> Wat wil je bereiken voor de volgende?
- Demos – leveren increment
2
,B6-S3.1 De kandidaat kan de voor de situatie geschikte software- en
hardwarearchitectuur toepassen (t)
Op basis van een casusbeschrijving of een situatieschets kan de kandidaat aangeven wat een juiste
architectuur is:
Architectuur
Beschrijft hoe een softwaresysteem moet worden georganiseerd en hoe de algemene structuur
eruitziet. Het is een van de eerste fasen van het systeemontwikkelproces en vormt de link tussen
ontwerp en requirements. Het resultaat van het architectuurontwerp is een architectuurmodel dat
beschrijft hoe het systeem is georganiseerd als een verzameling van delen (componenten) die met
elkaar communiceren.
Er zijn acht standaard architecturen:
1. Monolithic - alle onderdelen zijn met elkaar verbonden.
2. Client/server - de server is permanent beschikbaar en reageert op verzoeken van de
client(s).
3. Component based - bestaande functionaliteiten worden als componenten van het systeem
aan elkaar gekoppeld.
4. Service-oriented - activiteiten worden als black-boxcomponenten uitgevoerd, de resultaten
worden via een netwerk aan elkaar doorgegeven.
5. Data centric - verwerken van grote hoeveelheden data door verschillende zeer krachtige
computers (HPC’s = high performance computers).
6. Event driven - processen worden door een 'trigger' gestart; deze systemen komen voor in
(maar niet uitsluitend) embedded systemen (zie onder)
7. Rule based - gebaseerd op een veelheid aan kennisgegevens die in een knowledge-base zijn
opgeslagen (bijv. expert systems).
8. Distributed - hardware- en/of softwarecomponenten in een veelheid van computers die via
een netwerk met elkaar verbonden zijn.
Softwaresystemen kunnen ook 'embedded' zijn. Een embedded softwaresysteem is onderdeel van
een hardware-/softwaresysteem dat reageert op gebeurtenissen in zijn omgeving. De software zit
ingebed in het hardware-apparaat, bijvoorbeeld een game controller, wasmachine of smart-tv. Het
verschil met andere softwaresystemen is dat embedded systemen in real time moeten reageren.
Performance is dus een belangrijk element bij het ontwerpproces.
Een ander heel belangrijk onderdeel is het gebruiksgemak van het systeem, ook wel HCI (Human
Computer Interface) genoemd: hoe gebruikersvriendelijk is de interface tussen mens en computer?
3
, B6-S3.1 De kandidaat kan hardware architecturen, user interfaces, business
software componenten en embedded software componenten ontwerpen en
ontwikkelen. (t)
Architectuur
- Data-Centered – een datastore (bv. File of database) bevind zich in het centrum en wordt vaak
benaderd door andere componenten
o Repository – opslag
- Kan passief – client software heeft onafhankelijk toegang
- => “black-board” – stuurt meldingen naar client software bij veranderingen
o Promoot integreerbaarheid – bestaande componenten vervangen, of toevoegen zonder
zorgen over huidige
- Data-flow – wordt toegepast als input data getransformeerd moet worden door berekenings- of
manipulatieve componenten
o Pipe-and-filter -
- Filter zijn componenten – werk onafhankelijk, verwachten specifieke input en
maken specifieke output data
- Pipes zijn connecties
o Bath sequential – enkel lijn transformatie
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SuzVer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.72. You're not tied to anything after your purchase.