persoonlijke uitwerking van de examenvragen die we van professor vennekens enkele weken voor de blok kregen. ik behaalde 16/20. De vragen op het examen is, zoals hij normaal vermeldt, een van deze vragen. Alsook de meerkeuze vragen in dit document maken kans om terug te komen op het examen.
- Beschrijf het juxtaglomerulaire apparaat, en bespreek de functie.
- Het juxtaglomerulair apparaat is een onderdeel van de wand van de
distale tubulus (op de overgang plaats van stijgende lis van Henle met
de distale tubulus) dat terug in contact komt met de glomerulus
- Functie: autonome regulatie; controle van de flow-rate en vloeistof
samenstelling van de tubulaire vloeistof (“urine”) in de distale tubulus
(net voor het naar de verzamelbuis gaat) + belangrijke rol in de
regulatie van de bloeddruk
- als er een lage druk heerst in de renale arterie en geregistreerd
wordt door de baro receptoren in de afferente arteriool , zal er
renine geproduceerd worden waardoor op zijn beurt weer
angiotensinogeen -> angiotensine I -> angiotensine II
- extra: zie verder voor de effectieve functies van
angiotensine II: ENaC en NKCC activiteit verhogen;
daarnaast ook aldosteron productie stimuleren wat op zijn
beurt Na K ATPase basolateraal verhoogt met
mitochondriale activiteit en op die manier ook de ENaC
activiteit apicaal verhoogt, alsook het K kanaal apicaal
- tubuloglomerulaire feedback = als er een verhoogde vocht en
NaCl concentratie heerst in de distale tubulus (meer specifiek:
macula densa waar NKCC gevestigd is) gaat dit zorgen voor
verhoogde ATP en adenosine concentratie. Op zijn beurt zorgt
dit voor een vasoconstrictie en hierdoor wordt er minder
glomerulaire filtratie in het nefron (GFR daalt)
- het is die ATP en adenosine die verhoogd worden
waardoor er minder renine wordt vrijgegeven door het
renaal systeem. Hierdoor daalt de RPF. (vandaar dus idd
ook regeling voor de flow rate)
- opbouw:
- Hier liggen ook speciale epitheelcellen, de macula densa cellen
(met donkere stof) die tot de distale tubulus behoren: rol in
controle van de samenstelling van de urine
- Hier liggen ook nog granulaire cellen (ook wel juxtaglomerulaire
cellen genoemd) die renine kunnen vrijzetten op basis van de
druk in de renale arterie en gelegen zijn in de wand van
afferente arteriolen
- ook nog extra glomerulaire mesangiale cellen
,- Bespreek aan de hand Darrow-Yannet diagramma de invloed van
veranderingen in ECF osmolaliteit door ziekte of inname van niet-isotone
vloeistoffen op het ICF en ECF volume.
- verlies door ziekte dus bv diarree van isotone vloeistof (vb. 0,9% NaCl,
frisdrank) dus bv diarree dat je ontwikkelt door ziekte. De vloeistof dat
men verliest bevat dezelfde osmolariteit als de extracellulaire vloeistof.
Je hebt hierdoor dus gwn een daling in ECV, maar osmolariteit blijft
hetzelfde dus ICV verandert niet.
- van ECV & geen verandering in ICV
- nadien zal ECV terug moeten stijgen door rol van de nieren
- geen effect op osmolaliteit (geen drijvende kracht voor
verplaatsing van vloeistof/water)
- Inname van hypotone vloeistof (vb. 0;45% NaCl) - chronische
adrenocorticale insufficiëntie
- stijging van ECV & stijging van ICV
- transport van ECV → ICV
- daling van de osmolaliteit
- Inname van hypertone vloeistof (vb. 3% NaCl, zeewater) - diabetes
insipidus
- urine die meer gedilueerd is dan ECV, dus meer verlies van
water dan van osmolieten => ECV gaat hyperosmotisch worden.
- transport van ICV → ECV
- stijging van de osmolaliteit
- Bespreek de filtratiebarrière: hoe is ze opgebouwd? Welke krachten bepalen
filtratie?
- Filtratiebarrière:
- filtreerbaarheid wordt uitgedrukt met de sievingscoefficiënt
- → Filtratie van moleculen op basis van grootte én lading
- Epitheelcellen met podocyten
- slit diafragma met poriën
- nephrin, NEPH1, podocin
- negatief geladen glycoproteïnen
- afwijking/defect: proteïnurie (veel proteïnen in urine)
- Basale membraan (lamina basalis = lamina rara externa +
lamina densa + lamina rara interna = morfologie) die bestaat uit
, pathocyten, een gespecialiseerd type epitheel die aan de
urinezijde zitten en die proteoglycanen bevatten
- Negatief geladen glycocalyx
- negatief geladen glycosaminoglycanen
- vb. albumine zal niet in urine terechtkomen
- Capillair endotheel
- vormen een mesh
- paracellulair transport mogelijk omdat het vrij
doorgankelijk is
- Frank Starling krachten
- hydrostatische druk
- = bloeddruk = druk aanwezig van vloeistof in vaten
- uitwaarts transport: vloeistof van capillair naar interstitium
- wordt kleiner naarmate de filtratie vordert
- afh van art druk, veneuze druk en pre en post capillaire
weerstand
- oncotische druk
- = druk door plasma vloeistof met proteïnen; is in bloed
groter
- inwaarts transport: vloeistof van interstitium naar capillair
- wordt groter naarmate de filtratie vordert
- de drijvende kracht wordt bepaald door hoe stijl de curve is van
de oncotische druk. Deze is steil als de RPF laag is en relatief
plat als de RPF hoog is.
verder is er nog de Kf (ultrafiltratie coef) die bepaald wordt door het product van:
- hydraulische conductiviteit van de capillair (Lp)
- filtratie opp (Sf); bij constrictie van mesangiale cellen kan dit wijzigen
Welke stoffen worden vrij gefiltreerd, welke niet en waarom?
- inuline
- = lichaamsvreemde plantaardige stof
- wordt niet in het lichaam geabsorbeerd, niet gesecreteerd, niet
gemetaboliseerd, niet geproduceerd en is dus fysiologisch inert
- wordt vrij gefiltreerd over de glomerulus
- gebruiken om GFR te bepalen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottestudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $22.72. You're not tied to anything after your purchase.