100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Europees Belastingrecht HC 1 incl. sheets $3.22   Add to cart

Class notes

Europees Belastingrecht HC 1 incl. sheets

1 review
 69 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Collegeaantekeningen inclusief de sheets. Onderwerpen: - Stappenplan voor het toetsen aan de EU vrijheden van het HvJ - Stappenplan/vrijheden tav derde (niet-EU) landen

Preview 3 out of 18  pages

  • March 7, 2018
  • 18
  • 2017/2018
  • Class notes
  • Unknown
  • 1

1  review

review-writer-avatar

By: jacinta_potter • 5 year ago

avatar-seller

Available practice questions

Flashcards 16 Flashcards
$3.22 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Stap 1 Toegang tot vrijheden Welke van de 3 vrijheden strekt zich uit tot derde landen? (niet-EU landen) (Derdelandwerking) - Vrijheid van personen - Vrijheid van diensten - Vrijheid van kapitaalverkeer

Answer: Vrijheid van kapitaalverkeer

2.

Stap 1 Toegang tot vrijheden Welk element is niet nodig voor toegang tot de vrijheden? - Onderdaan - Interne situatie - Grensoverschrijdend element - Economische activiteit

Answer: Interne situatie: In het geval van een interne situatie zijn de vrijheden niet van toepassing. Er moet juist sprake zijn van een grensoverschrijdend element.

3.

Vrijheden: Vrijheid van vestiging Wanneer een lidstaat bepalingen invoert en handhaaft die een grotere belemmerende werking hebben voor ondernemers wier activiteiten zich geheel binnen de eigen lidstaat afspelen, dan voor ondernemers die grensoverschrijdende activiteiten ontplooien, - of in gelijke mate belemmerend werken voor binnenlandse en grensoverschrijdende activiteiten - Is dan de vrijheid van vestiging wel of niet in geding?

Answer: Nee, want het is een puur interne situatie. (BNB 2011/163 r.o. 3.4.3.) Maatregelen van een lidstaat mogen meer belemmerend zijn voor inwoners. De vrijheden komen pas in geding indien de maatregelen meer belemmerend zijn in de grensoverschrijdende gevallen.

4.

De Nederlandse vennootschap X verricht diensten in de VS voor een aldaar gevestigde vennootschap. Nederland introduceert ongunstige regelgeving waardoor X in Nederland meer belasting moet betalen dan wanneer X dezelfde dienst in Nederland zou verrichten voor een in Nederland gevestigde vennootschap. Is er sprake van strijd met de vrijheden/vrij verrichten van diensten?

Answer: Nee, want de vrijheid voor het verrichten van diensten heeft geen derdelandwerking. Deze vrijheid speelt louter binnen de EU.

5.

Inwoner Y van Nederland werkt tijdelijk op de Bahama\'s. Zowel daar als in Nederland wordt er over dit inkomen geheven, waardoor Y zwaarder wordt belast dan wanneer Y dat jaar alleen in Nederland gewerkt zou hebben. Is er sprake van een belemmering van de vrijheid van personen (werknemers) en waarom?

Answer: Er is geen sprake van een belemmering van de vrijheid van personen, want deze vrijheid kent geen derdelandwerking. Deze vrijheid vindt alleen toepassing binnen de EU.

6.

Stap 2 Discriminatie of belemmering van vrijheden? In welk geval kan je geen beroep doen op de vrijheden? - Een lidstaat behandelt gelijke gevallen verschillend - Een lidstaat behandelt ongelijke gevallen gelijk - Gelijke gevallen worden gelijk/verschillend behandeld door twee lidstaten.

Answer: Gelijke gevallen worden gelijk/verschillend behandeld door twee lidstaten. Het gaat hier namelijk om een dispariteit, waarbij het verschil in behandeling te wijten is aan 2 of meer lidstaten. Voor een succesvol beroep op de vrijheden dient het verschil in behandeling te wijten zijn aan de behandeling door 1 lidstaat.

7.

Stap 2 Discriminatie of belemmering van vrijheden Kan je in het geval van een dispariteit wel of geen beroep doen op de vrijheden?

Answer: Nee. Voor een succesvol beroep op de vrijheden dient het verschil in behandeling te wijten zijn aan de behandeling door 1 lidstaat. In het geval van een dispariteit is het verschil van behandeling te wijten aan 2 of meer lidstaten.

8.

Wat is een dispariteit?

Answer: In het geval van een dispariteit is een verschil in behandeling te wijten aan 2 of meer lidstaten. Een dispariteit vloeit voort uit de autonomie van lidstaten om de directe belastingen zelf te regelen. Er is geen geüniformeerde richtlijn. Een dispariteit is hier een inherent gevolg van het naast elkaar bestaan van verschillende belastingsystemen, die enige overlap kunnen hebben.

Europees Belastingrecht HC 1 Donderdag 1 februari 2018


Opmerkingen vooraf:
- Voor een algemene introductie tot het Rooster Europees Belastingrecht:
EU-recht zie: 4 weken Vrijheden
o Inleiding Europees recht (1e 1 week Handvest
jaar), en TUSSENTOETS
o Europees recht (tweede jaar)
3 weken Fiscale staatssteun
o Zie: W.T. Eijsbouts et al,
1 week ATAD
Europees recht, Algemeen
deel 1 week Richtlijnen
- Arresten die niet zijn opgenomen in de
pocket: uitprinten en meenemen naar
het tentamen
- Arceer de belangrijkste
rechtsoverwegingen



Hoorcollege 1: Vrijheden
Stappenplan

 College begint vanaf 00:08:00
Aan de orde komen de discriminatieverboden uit het verdrag inzake de werking van de Europese
Unie (VWEU). De vrijheid van goederen (indirecte belastingen) is in dit vak niet zo van belang. Wij
focussen in dit vak meer op de directe belastingen: Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en
dividendbelasting. En vooral op de verhoudingen van die belastingen tot de vrijheden.
We hebben het dan met name over het vrije verkeer van personen, waaronder het
werknemersverkeer en de vrijheid van vestiging vallen. Voor ondernemers het vrije verrichten van
diensten en de vrijheid van kapitaalverkeer. Dat zijn de 3 vrijheden die je in dit vak iedere keer voorbij
ziet komen. - Vrijheid van vestiging
- Vrijheid van kapitaalverkeer
- Vrij verrichten van diensten

Dit is een inleidend college waarbij we kijken hoe we met de vrijheden om gaan.
Deze vrijheden staan soms in de weg aan fiscale regels van landen zoals NL. Soms mogen wij als NL
een bepaalde fiscale regeling niet toepassen omdat de toepassing van die regel in strijd komt met een
van die vrijheden. Dan moeten wij die regeling buiten toepassing laten en vervolgens ook aanpassen.

Wanneer is dat het geval?
Het HvJ is de instantie die de vrijheden interpreteert. Hoe analyseert het HvJ of een bepaalde
regeling, of de toepassing ervan, in strijd is met die vrijheden.

Agenda:
- Stappenplan
- Derde landen

Het Stappenplan bestaat uit 6 stappen die je moet doorlopen om vast te kunnen stellen of een
regeling of de toepassing ervan in strijd is met die vrijheden. Tijdens dit college doorlopen we de 6
stappen. Daarna wordt de relatie met derde landen (niet-EU landen) behandeld, waar blijkt dat de
meeste vrijheden in verhouding tot derde landen helemaal niet van belang zijn. Met uitzondering van
eentje! Dat is de vrijheid van kapitaalverkeer, want die geldt ook in relatie tot derde landen.

,Europees Belastingrecht HC 1 Donderdag 1 februari 2018


De werkgroepen van de komende 4 weken beginnen elke week met een arrest dat geanalyseerd dient
te worden aan de hand van het Stappenplan. Het toepassen van de vrijheden geschiedt dan ook aan
de hand van het Stappenplan.
De arresten van het HvJ beginnen altijd met de beschrijving van de fiscale regeling in geschil van een
land.


STAPPENPLAN
1. Toegang tot vrijheden?
2. Discriminatie of belemmering van vrijheden?
3. Rechtvaardigingsgrond voor de belemmering?
4. Is nationale maatregel geschikt om zijn doel te bereiken? (geschiktheidstoets)
5. Gaat belemmerende maatregel verder dan nodig om zijn doel te bereiken?
(noodzakelijkheidstoets)
6. Is de belemmering van de vrijheden evenredig aan doel van de nationale maatregel?
(evenredigheid stricto sensu)


STAP 1: TOEGANG TOT VRIJHEDEN
i. Personele werkingssfeer
ii. Materiële werkingssfeer
iii. Territoriale werkingssfeer

Bij het toetsen van een nationale regeling willen aan de vrijheden moet eerst gekeken worden of er
toegang is tot de vrijheden.
- Welke vrijheid is van toepassing? (vrij verkeer van personen/diensten/kapitaal)
- Wordt er voldaan aan de toepassingsvoorwaarden?

Vrij verkeer van personen
- Vrij verkeer van werknemers: 45 [39]* VWEU
- Vrijheid van vestiging: 49 [43]* VWEU
* [Oude artikelnummers van voor de hernummering] In oude arresten kan je een oud art.nr. tegenkomen.

Voorbeeld aan de hand van vrij verkeer van personen:

i. Personele werkingssfeer: onderdaan
o Natuurlijke personen: nationaliteit van een lidstaat
o Vennootschappen opgericht in overeenstemming met wetgeving van een lidstaat die
hun statutaire zetel, hun hoofdbestuur of hun hoofdvestiging binnen de Unie
hebben: 54 [48] VWEU

Je moet onderdaan zijn van een lidstaat om toegang te hebben tot een van de vrijheden.
Dat is zeker zo bij het vrije verkeer van personen, of je nu werknemer bent of een beroep
doet op de vrijheid van vestiging.
Hoe bepaal je of je onderdaan bent?
o Voor een natuurlijk persoon is het nodig dat je de nationaliteit hebt van een lidstaat.
o Voor vennootschappen wordt aangeknoopt bij de oprichting. Zie hierboven onder i.

ii. Materiële werkingssfeer: economische activiteit

, Europees Belastingrecht HC 1 Donderdag 1 februari 2018


In de sfeer van het vrije verkeer van personen (werknemers en vestiging), moet het gaan
om een economische activiteit. Je moet een economische activiteit verrichten, ofwel als
werknemer ofwel als ondernemer.
Er zijn ook vrijheden waarvoor dat niet nodig is, bijvoorbeeld vrij kapitaalverkeer, dan
hoef je geen economische activiteit te verrichten.

iii. Territoriale werkingssfeer: grensoverschrijdend element
o Geen interne situatie
o Binnen EU

De territoriale werkingssfeer is belangrijk. Wanneer je een van de vrijheden toetst, moet
er een grensoverschrijdend element in zitten. Een casus die zich geheel afspeelt binnen 1
lidstaat, die valt niet onder de vrijheden. Dat noemen we een interne situatie. Dus in
interne situaties (=zonder grensoverschrijdend element) kan je geen beroep doen op de
vrijheden.

BNB 2011/163 (gestileerd) Interne situatie
r.o. 3.4.3. De vrijheid van vestiging is niet in geding
NL indien een lidstaat bepalingen invoert en handhaaft
NL 1 die een grotere belemmerende werking hebben voor
ondernemers wier activiteiten zich geheel binnen de
eigen lidstaat afspelen dan voor ondernemers die
Lening grensoverschrijdende activiteiten ontplooien, of in
gelijke mate belemmerend werken voor binnenlandse
en grensoverschrijdende activiteiten.
NL 2
Er is een Nederlandse vennootschap NL 2, waarvan
de aandelen worden gehouden door een natuurlijk
persoon die inwoner is van NL en de aandeelhouder is een vennootschap, ook inwoner
van NL (NL1). Er is een lening verstrekt van NL1 aan NL2.
De rente bij NL2 kwam niet in aftrek op grond van een regeling die we nu niet meer
kennen. Destijds gold een soort onderkapitalisatieregeling. Daar vloeide uit voort, dat als
je als vennootschap te zwaar met leningen was gefinancierd, dan was boven een
bepaalde grens de rente op leningen niet meer aftrekbaar. NL2 werd geconfronteerd met
die renteaftrekbeperkingen en poogde hieraan te ontkomen door een beroep te doen op
een van de vrijheden. In dit geval de vrijheid van vestiging.
De HR heeft hier terecht gezegd dat hier sprake was van een interne situatie.
Dit betekent dus dat je interne situaties slechter mag behandelen dan
grensoverschrijdende. Je kan een puur binnenlands geval zwaarder in de heffing
betrekken dan een grensoverschrijdende situatie. Je kan je als slechter behandelde
binnenlander niet beroepen op de vrijheden. Een soort omgekeerde discriminatie.
Waar het een interne situatie betreft, zijn de vrijheden niet van toepassing, de EU
bemoeit zich er niet mee. Het is dan een nationale aangelegenheid.

Binnen EU: Voor het vrije verkeer van personen (werknemers en vrijheid van vestiging)
en het vrij verrichten van diensten, geldt dat de casus zich moet afspelen binnen de EU.
Het toepassingsbereik van het vrije verkeer van personen en het vrij verrichten van
diensten is beperkt tot lidstaten van de EU.

Voor het vrije kapitaalverkeer ligt dat anders: dat strekt zich ook uit tot derde landen
(niet EU-landen).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller taxtexts. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.22
  • (1)
  Add to cart