WG’s estate planning
Week 1
Estate planning – week 1: casus huwelijksvermogensrecht / gemeenschap van goederen
Casus 1
Rinia heeft een aantal jaren geleden een woning gekocht. De koopsom is voor € 100.000
gefinancierd met een schenking door haar ouders en voor € 300.000 met een hypothecaire
geldlening van de bank.
Na enkele jaren leert zij Johan kennen en op enig moment gaan zij samenwonen in de woning van
Rinia. Er wordt geen samenlevingsovereenkomst gesloten.
Nu heeft Johan Rinia ten huwelijk gevraagd en zij vragen zich af wat zij kunnen regelen met
betrekking tot de woning.
A. Stel dat zij niets regelen en zonder huwelijkse voorwaarden trouwen. Wat is dan het gevolg
indien Johan € 50.000 investeert in een nieuwe dakkapel van de woning?
Als zij zonder huwelijkse voorwaarden trouwen, is er sprake van de wettelijke beperkte gemeenschap
in de zin van art. 1:94 lid 2 BW.
De woning behoort niet tot deze gemeenschap maar is privé van Rinia, want bij het aangaan van het
huwelijks was de woning al privé van Rinia.
Johan investeert 50.000 euro in een nieuwe dakkapel, in de woning van Rinia dit is privé vermogen.
- Als deze 50.000 euro van hem privé is: er ontstaat dan een vergoedingsrecht tussen de
privévermogens van Rinia en Johan. (art. 1:87 BW, beleggingsleer).
Stel hij steekt er 50 in en op moment aankoop 400K waard en als dakkapel er op komt is het 350K
waard. Wat is zijn vergoedingsrecht dan?
Art. 1:87 lid 3 Sub a BW tenminste nominale bedrag, als er geen toestemming is. geen rente
Sub b en c zijn niet van toepassing
Sub b: als iets wordt opgemaakt, krijg je de nominale waarde ervoor terug.
Art. 1:87 lid 2 sub b BW gaat om een aflossing.
Wetgever maakt onderscheid tussen instappen lid 1 sub a aan het begin en instappen halverwege bij
investeren lid 1 sub b . Als je meteen instapt maak je vergelijking tussen omvang investering en totale
waarde goed aan begin van de rit. Halverwege: vergelijking investering van 50 en waarde vermogen
op dat moment.
Wat is het procentuele aandeel van het vergoedingsrecht: hangt af van de toename van de waarde
van het huis. Moet dus goed kijken met welke waarde je die vergelijking maakt. Investering 350K en
doet 50K erbij dan totaal 400K daarvan dan 1/8 e geïnvesteerd. Dat is niet altijd zo. Ook situaties
waarbij je kijkt naar waarde aan het begin van de rit waardoor zich al meteen een waardensprong
voordoet.
Wat doe je: Waarde van de woning direct na de investering en dan het procentuele aandeel van de
verbouwing daarvan is. bijv. na de verbouwing is de woning 400K waard en 50.000 is geïnvesteerd
dan is het procentuele aandeel 1/8 deel.
,Het beste zou zijn als je voor en na de verbouwing dit bedrag berekend alleen dit doet niemand.
*Wetsvoorstel 28 867 stuk C, p14 en 15. Voorbeelden van vergoedingsrechten.
B. Stel dat zij wel voorafgaand aan het huwelijk huwelijkse voorwaarden hebben laten maken en
een gemeenschap zijn overeengekomen waarin uitsluitend de woning en de daarmee
samenhangende schulden vallen. Zijn er fiscale gevolgen aan het aangaan van het huwelijk
onder deze huwelijkse voorwaarden?
Eerst was het alleen haar woning, daarna zijn ze beiden gerechtigd tot de woning. Is dat een
schenking? Nee. Geen schenking. Bij zeer beperkte gemeenschap doet zich geen voltooide
vermogensverschuiving voor. Hij deelt zo mee in de waardestijging, geen schenking:
Arrest HR7 mei 2021 zie HC 2021, met bankrekening, geen voltooide vermogensverschuiving als je de
woning vergelijkt met de bankrekening en dus fiscaal is er geen verandering.
Waarom heeft de HR dit geoordeeld: de bankrekening en de effecten hierop kunnen nog fluctueren
waardoor je niet
Elementen van geen voltooide vermogensverschuiving:
1. Aanzuigende werking van de GVG; er kunnen nog goederen en verplichtingen bijkomen
waardoor de GVG veranderd. Een woning brengt permanent kosten met zich mee.
2. Als jij gerechtigd bent over een onverdeeld aandeel in de GVG kun jij niet over dit deel
beschikken zolang de GVG bestaat, het is immers niet een zelfstandig toekomend
vermogensbestanddeel.
Vergoedingsrecht kan zich alleen voor doen als er tussen de partners meer dan 1 vermogen is, dus
als er alleen een gezamenlijk vermogen is dan komt deze vraag dus niet aan bod. Alleen als er privé
vermogen is bij 1 van de partners.
C. Zijn er naast een gemeenschap van de woning nog andere mogelijkheden om Johan te laten
meedelen in de waardestijging van de woning?
Optie 1:
Finaal verrekenbeding: aan het eind van het huwelijk afrekenen alsof er een gemeenschap van
goederen was.
Optie 2:
Wanneer de woning tot het privévermogen van Rinia behoort en Johan lost de hypothecaire
schuld af met privé geld, dan ontstaat er een vergoedingsrecht (art. 1:87 lid 2 sub b jo sub a
omdat het een aflossing per maand is).
Hij investeert is de woning en gaat dan meedelen in de waardestijging, je moet hiervoor
berekenen naar wat de waarde is op het moment van de investering. Maar door
parlementaire geschiedenis blijkt dat als het een schuld aflossing gaat van de financiering
dan moet je een vergelijking maken van de waarde op het moment van de woning en de
totale aflossing. Kijkend naar het moment van afsluiten van de lening. Dit is voordelig want
dan is de waardestijging ook voor een groot deel van Johan: 400.000 bij het moment van
, kopen, uiteindelijk lost Johan 100.000 af en dus heeft hij een kwart aandeel. Ipv. Als hij elke
maand moest kijken naar de waarde van de woning.
Hierbij geldt als hoofdregel de beleggingsleer waardoor hij meedeelt in de
waardeontwikkeling, dus de vergoeding beweegt mee met waarde van de woning.
Bij waarde daling, ook aandeel
D. Stel dat Rinia en Johan de gemeenschap van de woning zijn aangegaan en dat daarnaast Johan
vanuit zijn privévermogen € 50.000 in de woning heeft geïnvesteerd (de woning had op dat
moment een waarde van € 450.000 en de hypotheekschuld bedroeg € 200.000).
Enkele jaren later loopt de relatie toch stuk en zij gaan scheiden. Uitgaande van een waarde van de
woning van € 800.000 en een resterende hypotheekschuld van € 100.000, wie heeft recht op welke
waarde bij afwikkeling van de huwelijksgemeenschap?
Rinia heeft woning gefinancierd met een schenking van haar ouders. Vanuit gaande dat er een
uitsluitingsclausule op zit. Ter zake van deze investering ontstaat geen vergoedingsrecht.
De woning valt in de gemeenschap door de gemeenschap van de woning: verdeelsleutel van 50/50.
Dit geldt ook voor de schuld.
Ze heeft investering gedaan in de woning. De woning gaat helemaal de gemeenschap in, maar er zit
een stukje privé vermogen in. Dat leidt niet tot vergoedingsrecht in de zin van art. 1:87, want
investering was al gedaan voordat de gemeenschap ontstond. Er ontstaat een nominale
vergoedingsvordering en geen vergoedingsvordering in de zin van art. 1:87. Zij zou dan 100K krijgen
(kan afwijkende afspraken maken).
Waarde op het moment van aankoop, waarde was toen 450.000, ten opzichte daarvan krijgt johan
een vergoedingsrecht: 50/450+50=10% van de waarde van de woning.
De gemeenschap:
Woning: 800.000
Schuld bank: 100.000
Vergoedingsrecht is een schuld van de gemeenschap, 10% van de waarde van de woning is 80.000
Schenking ouders Rinia: 100.000, geen algehele GVG dus valt hij niet in de GVG is geen
vergoedingsrecht maar nominaal
Dus totaal 520.000 over
Rinia: 260.000+100.000= 360.000
Johan 260.000+80.000 =340.000
, Dat zou betekenen dat Rinia 100K krijgt, Johan 80K, bank 100K. Resterende 520K gelijkelijk verdelen.
Dit is ook de omvang van nalatenschap! Weet wat haar en zijn aandeel is.
Casus 2
Mark (35) en Sam (38) wonen al enkele jaren samen in een huurwoning, maar willen nu een eigen
woning gaan kopen. Sam heeft een vermogen van ca. € 2 miljoen in o.a. banktegoeden en
beursaandelen en Mark een vermogen van € 200.000 in illiquide beleggingen. Zij geven de aankoop
van de woning als volgt vorm:
- De koopsom van de woning is € 900.000.
- Hiervan wordt € 500.000 gefinancierd door middel van een hypothecaire geldlening,
waarbij Sam en Mark hoofdelijk verbonden zijn als schuldenaar.
- De resterende € 400.000 wordt door Sam betaald uit zijn privévermogen.
- De woning wordt op naam van beiden gezet, met ieder een aandeel van 50%.
a) Zijn er naar uw mening fiscale risico’s verbonden aan deze vormgeving en, zo ja, zouden deze
weggenomen kunnen worden?
Geen GVG of huwelijk
Sam investeert meer dan Mark, dit kan als een schenking aangemerkt worden.
Ze zouden om dit te voorkomen de 200.000 die Sam meer betaald als geldlening verstrekken aan
Mark tegen zakelijke rente als het een direct opeisbare lening is moet het een zakelijke rente ze zijn
art. 15 SW, als het een niet direct opeisbare lening is dan hoeft het geen zakelijke rente zijn?
Of de Gerechtigdheid tot woning veranderen 72%/28%
Of gvg trouwen dan is er geen sprake van een schenking
b) Twee maanden na de levering van de woning komen Mark en Sam bij u, als notaris. Zij willen
gaan trouwen en voorafgaand daaraan huwelijkse voorwaarden maken. Zij geven daarbij aan dat
de koopsom van de woning, voor zover deze niet gefinancierd is met de banklening, ieder voor
50% hebben betaald, waarbij Sam een bedrag van € 200.000 aan Mark geleend heeft voor diens
aandeel. Zij willen graag een gemeenschap van goederen aangaan met daarin (i) de woning, (ii) de
schulden in verband met de woning, inclusief de schuld van Mark aan Sam en (iii) de vordering van
Sam op Mark.
Vindt u dit een goed idee en, zo nee, kunt u hen een alternatief geven om dit bezwaar weg te
nemen?
Vermenging door de schuld van Mark aan Sam in de gemeenschap te doen, hierdoor is er sprake van
een voltooide vermogensverschuiving omdat dit wel gaat om een bepaalbaar bedrag en is er sprake
van een schenking. Je kunt hier wel vaststellen wat precies de schenking is.
De bevoordeling is op het moment van de veronderstelde schenking een bepaalbaar bedrag uit een
ander vermogen afgestaan.
Echter slechts een schenking indien sprake is van bevoordeling met een op moment van
veronderstelde schenking bepaalbaar bedrag, dat de ander vanuit zijn vermogen heeft afgestaan
Oplossingen
Door de woning in de algehele gemeenschap van goederen doen, dit gebeurt niet snel omdat
mensen niet altijd een algehele gemeenschap is.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vbb. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.49. You're not tied to anything after your purchase.