100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting fysiologie $9.65   Add to cart

Summary

Samenvatting fysiologie

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van de lessen fysiologie

Preview 3 out of 17  pages

  • December 17, 2023
  • 17
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Celbiologie partim fysiologie
Evolutiebiologie

Fysiologie
1. Inleiding in de fysiologie
= werking en functie levende materie

Homeostase
Bij cellen: variabelen  omgevingsfactoren die de cel beïnvloeden
= Omstandigheden ongeveer gelijk houden (O 2-gehalte, bloeddruk, temperatuur..)
=> Door een interne of externe verandering verliest het organisme de homeostase, het probeert
deze terug te bereiken, wanneer dit niet lukt wordt het ziek
Vb: snijwonde (extern) waardoor bloeddruk daalt => harstalg gaat omhoog om bloeddruk te laten
stijgen

Input signal  integrating center  output signal  response
Lokale controle
Reflex controle

Feedback mechanismen: positief en negatief

Setpoint = gemiddelde waarde
 Als waarde hiervan te veel afwijkt gaat homeostase in gang, als er weinig verandering (normal
range= treshold)

Feedforward mechanisme = zonder dat homeostase gewijzigd is ga je al beginnen met een actie te
doen vb. verteringsenzymen in de maag produceren voor er eten in is

2. Moleculaire interacties
Natrium  sodium (Na+)
Kalium  potassium (K+)

Waterige oplossingen, zuren, basen, buffers:

- Oplosbaarheid, oplossingen, solventen
- Hydrofiel, hydrofoob
- Concentratie: mol, moleculaire massa, molariteit, equivalent, pH, gewicht/volume,
volume/volume

Proteïnen
Enzyme - membraanproteïnen – signaalmoleculen – receptoren – bindingsproteïnen-
regulatieproteïnen (transcriptiefactoren) – immunoglobulinen

Proteïnbinding:

- Induced-fit model
- Ligand bindt op proteïne (substraat als enzyme)
- Bindingen niet covalent, continu loskomen en opnieuw binden

,Specifiteit
Proteïnen binden met een specifieke ligand terwijl andere met een hele groep kunnen binden
vb: peptidasen: willekeurig, kan peptideketen overal in stukjes knippen
aminopeptidase: zeer specifiek, kan peptideketen enkel aan amino-uiteinde doorknippen
Affiniteit (hoger/lager)
o “affiniteit van een proteïne voor een ligand
o Hoge affiniteit  meer kans op binding
o P + L  PL (proteine+ligand= binding)
o Evenwichtsconstante Keq = (PL)/(P)(L)
o Dissociatieconstante Kd = (P)(L)/(PL)
Competitie – agonist
o Twee liganden die hard op elkaar lijken en op dezelfde plek binden  competitie
o Agonist = ligand, bindt op plaats van de receptor en heeft hetzelfde effect

?vb: acetylcholine en nicotine bij de zenuwcellen
Isovormen:
Sterk gerelateerd proteïnen mmet gelijke functie maar andere affiniteit
vb: hemoglobine en foetaal hemoglobine

Activatie:
- proteolytische activatie, iets afgeknipt (pro- en -ogeen)
- cofactor -> activatie door binden co-factor aan inactief proteine

Modulatie:
- wijziging bindingsmogelijkheid van ligand aan receptor
- wijziging proteïne activiteit
- chemisch of fysisch (pH of t°)

Chemische modulatoren:
Chemische stoffen die binden aan proteïnen en bindingsmogelijkheid of activatie wijzigen

Antagonist = chemische modulator die binden met een proteïne en gaat de kans verlagen op
binding (inhibitoren, verlaagt activiteit van proteïne, bindingsplaats blokkeren)
 Lijkt op het ligand, geeft tegenovergestelde effect

Competitieve inhibitor = reversibele antagonisten (competitie met ligand voor
bindingsplaats)
Bv pijnstiller, zorgt dat L1 niet kan binden en dan geen pijn veroorzaken  gaat erna terug af
en de pijn komt terug
Mate van inhibitie is afhankelijk van: c(inhibitor) en c(ligand), affiniteit voor ligand en inhibtot
c(ligand) stijgt  zorgt voor lagere inhibitie

Allosterische modulatoren: verlagen van de affiniteit op de bindingsplaats voor ligans
Antagonisten (inhibitie) en activatoren (activatie)  verhoogd de mogelijkheid om te binden
Binden reversibel aan een proteïne op een andere plaats dan bindingsplaats en wijzigen zo
de vorm van de bindingsplaats

Covalente modulatoren: functionele groepen die covalent binden aan het proteïne en zo de
eigenschappen wijzigen van de proteïne (activeren, inhiberen)
bv fosfaatgroep kan ervoor zorge dat proteinen in de cel kunnen ge(de)activeerd worden

, Voorbeeld chemische modulatie: penicilline: acttief ingrediënt = antagonist dat aan de
bacteriele proteïne bindt (irreversibel)

Fysische modulator:

Temperatuur en zuurtegraad
Effect op vorm en functie van de proteïne
Te lage temperatuur  denaturatie van enzyme

Regulatie van respons door regulatie van c(proteinen) of c(liganden) in lichaam

- c(proteinen)  up-regulation en down-regulation
- c(liganden)  saturatie

Proteïne interacties

- Enzymen: proteiïnen spelen een katalysator in chemische reacties
- Membraantransporters: proteïnen in de celmembraan gaan stoffen van het intracellulair
naar het extracellulaire gedeelte brengen en omgekeerd. Vormen kanalen of binden met
moleculen om ze binnen te krijgen.
- Signaalmoleculen: sommige proteïnen reageren als een hormoon of andere
signaalmoleculen.
- Receptors: proteïnen gaan binden met signaalmoleculen en reageren daarop.
- Bindingsproteïnen: voornamelijk in het extracellulair vloeistof en transporteren moleculen
doorheen het hele lichaam
- Immunoglobines: (=antibodies) helpen het lichaam tegen indringers en pathogenen.
- Regulerende proteïnen: regelen van de celprocessen


3. Compartimentatie: cellen en weefsels
Functionele lichaamscompartimenten
Grootste compartiment in de cel = extracellulair vocht
Dat bestaat uit plasma en interstinaal vocht

Biologische membranen
 Fysische isolatie: intracellulair vocht binnenhouden, zorgen voor barriere
 Uitwisseling met omgeving: celmembraan controleert alles wat binnen en buiten gaat
 Communicatie en structuur  cytoskelet, cel-cel/cel-matrix interactie

Soorten membranen:

- Membraan van rode bloedcel
o Proteïnen: 49%, lipiden: 43%, koolhydraten: 8%
- Membraan van een myeline cel
o Proteïnen: 18%, lipiden: 79%, koolhydraten: 3%
o = zenuwcel die lang is en niet moet transporteren, maar beschermen
- Membraan van mitochondrium
o Proteïnen: 76%, lipiden: 24%, koolhydraten: 0%
o Binnenste membraan gaat veel transporteren



 Fosfolipiden dubbellaag (hydrofobe en hydrofiele kant)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller taliasener. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.65. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.65
  • (0)
  Add to cart