Inleiding
Endocrinologie is een medische wetenschap die zich bezighoudt met het endocrien systeem ofwel
klieren die hormonen rechtstreeks secreteren in de bloedbaan. Deze organen zijn de endocriene
pancreas, schildklier, bijschildklieren, hypothalamus, hypofyse, bijnieren en gonaden. Dit systeem
beheerst veel orgaanfuncties via de hormonen. De secreten van een endocriene klier komen direct
terecht in capillairen.
Een hormoon is een stof die door een endocriene klier in het bloed wordt gesecreteerd en aan
doelcellen of-organen wordt afgegeven en alzo de werking van een orgaan beïnvloedt. Ze spelen een
belangrijke rol bij het regelen van processen in het lichaam door bepaalde organen te stimuleren of
te inhiberen. Ze zorgen ervooer dat de schommelingen in het inwendige milieu niet te groot worden.
Meestal is er ook een negatief feedback mechanisme waardoor de homeostase bereikt wordt.
De hypothalamus en de hypofyse
1. Anatomie
De hypothalamus is een hersenstructuur gelegen in de buurt van het derde hersenventrikel en wordt
begrensd door het chiasma opticum, corpora mamillaria, de thalamus en de eminentia mediia. De
eminentia mediana bevat zenuwuiteinden met zowel releasing als inhibitoire hormonen, hierin
liggen celkernen die vetrekken naar hypofyse. De hypothalamus zorgt ook voor voedsel- en
drankinname, slaapgedrag en sexuele activiteit. Bepaalde neuronen synthetiseren en secreteren
hormonen. De axonen van deze neuronen lopen doorheen de hypofysesteel en eindigen in de
neurohypofyse.
Hypothalamus staat in contact met hypofyse via hypofysesteel
De hypofyse ligt aan de schedelbasis in een uitholling van het os sphenoidale. De hypofyse bestaat
uit de pars nervosa of de neurohypofyse en de adenohypofyse die bestaat uit het pars tuberalis
(bevat de steel) , pars distalis en pars intermedia. De neurohypofyse bestaat uit zenuwuiteinden
vanuit hypothalamus en infundibulum en is een opslagplaats van neurosecretoire granules. De
adenohypofyse bestaat uit gespecialiseerd klierweefsel. Het is gescheiden van de neurohypofyse
dooor het zakje van Rathke Bij een tumor van de hypofyse kan het chiasma opticum geraakt worden.
Verder kan de n. trochleari en nog verschillende andere zenuwen uitvallen. Hypofyseadenomen zijn
meestal benigne en hebben gezichtsverlies (chiasma opticum) en hoofdpijn als lokale gevolgen.
De hypofyse wordt bevloeid door het hypofysair portaal systeem. Dit gebeurt door aftakkingen van
de Arteria carotis interna (de A. hypophysealis superior, media en inferior.
2. Fysiologie
De hypothalamus en de hypofyse controleren samen de schildklier, de bijnieren, gonaden,
lichaamsgroei, melksecretie, renale waterexcretie, bloeddruk, voedsel- en drankinname en het
energieverbruik. Er zijn veel zenuwkeren in de neurohypofyse en tijdens het transport van de
hypothalamus is er omzetting naar hormoon. De Adenohypofyse maakt zelf hormonen nadat het
gestimuleerd wordt door de hypothalamus
1
,2.1. Hypothalamushormonen
De hypothalamische hormonen worden in pulsen gesecreteerd en controleren de activiteit van de
adenohypofyse. De pulsaliteit kan uitgevlakt worden. De hypothalamus ontvangt via
neurotransmitters (adrenaline, noradrenaline, dopamine, acetylcholine, serotonine, histamine en
GABA) stimuli van andere hersendelen waardoor de hormoonsecretie van de hypothalamus
gewijzigd wordt. De “releasing” hormonen en de “inhibiting” hormonen worden door de
neurosecretoire zenuwcellen van de hypothalamus in het portaalsysteem gesecreteerd en komen via
de bloedbaan in de vaatplexus van de adenohypofyse. Specifieke cellen in de adenohypofyse
synthetiseren de -trope hormonen die in het bloed worden gesecreteerd en via deze weg hun
targetcellen kunnen bereiken. De remmende hormonen hebben altijd een sterkere werking dan de
stimulerende. Dit zijn de hypothalamische hormonen.
CRH (corticotropine-releasing hormone) stimuleert de vrijstelling van ACTH (adrenocorticoop
hormoon)
GnRH (gonadeotropine-RH of gonadoliberine) stimuleert de vrijstelling van LH (luteïniserend
hormoon) en FSH (follikelstimulerend hormoon)
GHRH (groeihormoon -RH of somatocinine of somatoliberine) stimuleert de vrijstelling van
GH (groeihormoon) en TSH (thyroid stimulating hormone)
GHIH of SIH (somatostatine) inhibeert de vrijstelling van GH
TRH (thyreotropine-RH of thyroliberine) stimuleert de vrijstelling van TSH en PRL (prolactine)
PRF (prolactine releasing factor) stimuleerde de vrijstelling van PRL
PIF (prolactine inhibiting factor of dopamine) inhibeert de vrijstelling van PRL
De regeling van de secretie gebeurt door complexe neuronale en hormonale feedbackmechanismen.
Neuronaal kan dit gebeuren door receptoren in de hypothalamus en op andere plaatsen.
Hypothermie bijvoorbeeld wordt gedetecteerd door thermorecptoren in de hypothalamus en dit
zorgt voor de vrijstelling en stimulatie van TRH. Humoraal gebeurt dit via een long-loop-feedback,
geïnduceerd door de concentratie van het targetcellen geproduceerde hormoon in de bloedbaan, via
short-loop-feedback, geïnduceerd door hypofysaire tropinen en ultra-short-loop-feedback
geïnduceerd door hypothalamushormone zelf.
Hypothalamushormonen binden op de plasmamebraan van de hypofysaire -trope cellen, waarna een
second messenger optreedt in het proces van de hormoon synthese.
2.2. Hormonen van de neurohypofyse
De neurohypofyse secreteerd antidiuretisch hormoon, ook wel arginine vasopressine en oxytocine.
genaamd. Dit komt van de supra-optische en de paraventriculaire nucleus en dan worden ze
getransporteerd en opgeslagen in de zenuwuiteinden van de posterieure hypofyse. Ze worden hier
na stimulatie gesecreteerd neurohormonen in de systeemcirculatie. Zowel voor ADH en Ot is de
vrijstelling Ca2+ en Na+ afhankelijk. Instroom van extracellulair calcium is nodig opdat er fusie kan
optreden tussen de neurosecretorische vesikel en de plasmamembraan van de zenuwuiteinden. Ze
worden geblokkeerd door agentia die calcium-kanalen blokkeren.
2.2.1. ADH-secretie
ADH of arginine vasopressine is het antidiuretisch hormoon. ADH speelt een belangrijke rol in de
waterhomeostase en osmolaliteit van het lichaam. ADH zorgt voor resorptie van water in de distale
2
,tubulus en de verzamelbuis in de nieren. Daarnaast heeft ADH een vasoconstrictieve functie. ADH
bindt ook op de gladde spiercellen thv de wand van de melkklieralveolen en de uterus.
De stimulus voor de vrijstelling ADH wordt bepaald door een toegenomen osmaliteit ( 1% toename
en normaal is 280 Osm) en een daling van 5-10% van het effectief bloedvolume, bloeddrukdaling,
pijn, medicatie, hypoglycemie, nausea, angiotensine II en stress. Maar wordt onderdrukt door
glucocorticoïden, hydratatie en alcohol.
Diabetes insipidus is een aandoening waarbij grote hoeveelheden hyp-osmotische urine worden
uitgescheiden (10-20 L/dag) door dysfunctie van waterreabsorptie. Er is polyurie, volumedepletie
met hyperosmolalitiet en hypernatriëmie en polydipsie (veel drinken). De nier kan de urine niet
concentreren. Centrale diabetes insipidus is een daling van ADH release tgv problemen bij
hypothalame osmoreceptoren en de supra-optische of paraventriculaire nuclei en
supraopticohypofysaire tractus. Dit kan komen door hersentrauma en neurochirurgie en tumoren,
infiltratieve processen, auto-immuunziekte, bestraling en vasculair. Er wordt ofwel geen ADH
geproduceerd of dit is functioneel fout. Een test hiervoor is de patiënt 8u lang niet laten drinken en
dan een spuitje geven met ADH en dan zien hoe de osmolaliteit verandert. De nefrogene diabetes
insipidus met renale tubulaire resistentie tov ADH en een inadequate werking van ADH thv de nier.
SIADH is een aandoening waarbij er een onaangepaste secretie is van ADH. Dit komt frequent voor.
Dit zorgt hyponatriëmie, hypo-osmolaliteit en een verminderd urinedebiet. Dit kan komen door een
maligniteit met autonome ectopische ADH, zoals een kleincellig long CA, niet maligne
longaandoeningen, CZS aandoeningen en verschillende soorten farmaca en hypothyroïdie.
2.2.2. Oxytocine
Oxytocine wordt vrijgesteld na prikkeling van mechanoreceptoren gelegen in de
voortplantingstractus zoals de uterus en door aan de tepel zuigen. Ot wordt gestimuleerde door
oestrogenen en geïnhibeerd door catecholaminen. Het zorgt voor uterus contracties en de initiëring
van partus en het begin van de melkejectie. De halfwaardetijd is 5 minuutjes.
2.3. Hormonen van de adenohypofyse
De hormonen van de adenohypofyse kan men opdelen in 3 groepen;
corticotropine en aanverwante peptiden zoals ACTH en MSH.
glycoproteïne zoals FSH, LH en TSH
somatomammotrope hormonen GH en PRL
Cel Secretie
corticotroop Basofiel, PAS++ Pro-opiomelanocortin ==> ACTH en β- lipotropine
Sommatotroop
Acidofiel GH
h
Mammotroop Acidofiel PRL
Gonadotroop Basofiel, PAS++ LH en FSH
Basofiel, PAS++
thyrotroop TSH
h
3
, Stimulatie van GH zorgt voor acromegalie als de groeischijven als vergroeid zijn en gigantisme als de
groeischijven nog niet volgroeid zijn. Primaire bijnierschors insufficiëntie, ook wel de ziekte van
Addison stimuleert MSH en zorgt dus voor een bruine
kleur.
2.4. Hypothalamo-hypofysaire-gonadale as
GnRH wordt gesynthetiseerd door de hypothalamus en opgeslagen in de secretoire granulen in de
eminentia mediana. De vrijstelling van GnRH gebeurt in pulsen en stimuleert de vrijstelling van LH en
FSH door de adenohypofyse. Ze spelen een rol in de voortplanting. Ze zorgen voor de
spermatogenese bij de man en de ovogenese en de ovulatie bij de vrouw.
GnRH release wordt gestimuleerd door noradrenaline aangemaakt door orthosympathisch
zenuwstelsel. Bij overwegend oestradiol zak GnRH de vrijstelling van LH stimuleren en bij
progesteron word vooral FSH gestimuleerd.
De GnRH release wordt geïnhibeerd door dopamine, opioiden, endorfines, orale anticonceptie,
inhibine, LH en FSH.
FSH regelt de follikelgroei bij de vrouw en de spermatogenese van de sertolicellen bij de man. De
synthese van de dit hormoon staat onder invloed van inhibine en hoge oestradiol-concentraties. LH
wordt niet beïnvloed door inhibine en bij de man zorgt voor testosteronproductie in de Leydigcellen
en vrouwen zorgt voor het in stand houden van corpus luteum.
2.5. Hypothalamo-hypofysaire-schildklier as
TRH (thyreotropine-releasing hormone) stimuleert de secretie van TSH thv de adenohypofyse en
beïnvloedt de vrijstelling van PRL.
TRH-release wordt gestimuleerd bij koude, primaire hypothyroïdie en wordt geïnhibeerd door
somatostatine, TSH en T4 en T3. TRH stimuleert de release van TSH bij primaire hypothyroïdie en
wordt verminderd door somatostatine, dopamine en glucocorticoÏden en stimuleert PRL. TSH
stimuleer de release van T4 en T3. Somatostatine wordt gebruikt bij de behandeling van GH-tumoren.
TSH bindt op de plasmamembraanreceptoren van
de schildkliercellen en zo de proteïnesynthese in
het celcytoplasma. TSH stimuleert TSH ook de
groei en doorbloeding van de schildklier en een
reeks ander processen zoals de opname van
iodide-ionen, transport en binding ervan aan een
proteïne, proteolyse van thyroglobuline met vrijstelling van T 3 en T4 in het bloed.
2.6. Hypothalamo-hypofysaire-bijnier-as
CRH (cortioctropine-releasing hormone) stimuleert de vrijstelling van ACTH, dat op zijn beurt de
productie van cortisol door de bijniercortex stimuleert.
De synthese en secretie van CRH wordt gestimuleerde bij stress (fysieke activiteit, angst, pijn, koorts
bloeding en hypoglycemie), bij stress en onder invloed van het circadiane licht-donker cycli. Dit
gebeurt ook nog bij alcoholisme. Soms kan een depressie de ziekte van Cushing nadoen (teveel CRH
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller taliasener. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.57. You're not tied to anything after your purchase.