De vraag en het aanbod naar kerstbomen wordt uitgedrukt door de volgende functies:
V = 500-5p
A= 400
Wat is het effect op de consumentenprijs als de overheid een accijns heft van 5 euro per kerstboom?
A. De consumentenprijs verandert niet.
B. De consumentenprijs stijgt met minder dan 5 euro.
C. De consumentenprijs stijgt met 5 euro.
D. De consumentenprijs stijgt met meer dan 5 euro.
VRAAG 2
De NMBS vraagt aan de overheid de toestemming om de prijs van een ticket met 20% op te trekken.
De NMBS gebruikt daarbij het argument dat het aanhoudend teruglopen van het treingebruik de totale
ontvangsten zodanig heeft aangetast dat deze ingreep noodzakelijk wordt. Tegenstanders van de
prijsverhoging beweren echter dat de inkomsten van de NMBS nog verder zullen dalen. We kunnen
hieruit afleiden dat:
A. De NMBS denkt dat de vraag naar treinverkeer eerder inelastisch is, terwijl tegenstanders
menen te weten dat de vraag eerder elastisch is.
B. De NMBS denkt dat de vraag naar treinverkeer eerder elastisch is, terwijl tegenstanders menen
te weten dat de vraag eerder inelastisch is.
C. De NMBS denkt dat de inkomenselasticiteit groter is dan 1, tegenstanders denken dat de
inkomenselasticiteit kleiner is dan 1.
D. De NMBS denkt dat inkomenselasticiteit groter is dan 1, tegenstanders denken dat de
inkomenselasticiteit tussen 0 en 1 ligt.
VRAAG 3
Een verschuiving van de marktvraag van goed X naar links, kan veroorzaakt worden door:
A. Een toename van de bevolking.
B. Een inkomensdaling voor de consumenten wanneer voor de consumenten de
inkomenselasticiteit van goed X kleiner is dan 0.
C. Een prijsstijging van goed W wanneer voor de consumenten de kruiselingse prijselasticiteit
tussen goed X en W groter is dan 0.
D. Een prijsstijging van goed Z wanneer voor de consumenten de kruiselingse prijselasticiteit
tussen goed X en Z kleiner is dan 0.
VRAAG 4
Onder het communistisch regime werden de broodprijzen in Rusland sterk gesubsidieerd. In het kader
van de oprichting van een markteconomie zijn op 1 januari 1992 deze subsidies opgeheven. Welk effect
heeft deze maatregel ceteris paribus op de broodmarkt?
A. Enkel de producentenprijs stijgt.
B. Enkel de consumentenprijs stijgt.
C. Zowel de producenten- als de consumentenprijs stijgt.
D. De verkochte hoeveelheid neemt toe.
1
, Kobe Vandenbroucke Globale Economie
VRAAG 5
Geven zijn de volgende aanbod- en vraagfunctie naar het product X:
V = 4000-50p
A = -1000+50p
Hoeveel bedraagt het welvaartsverlies nadat een accijns werd geheven van 30 per geproduceerde
eenheid op de producent?
A. 0
B. 5 625
C. 11 250
D. 22 500
VRAAG 6
Gegeven is de volgende consumptiefunctie: C = 80+0,4YD. Waar C de consumptie voorstelt en YD het
beschikbaar inkomen. Hoeveel bedraagt de inkomenselasticiteit van de consumptie bij een
beschikbaar inkomen van 50?
A. 0,1
B. 0,2
C. 0,5
D. 2
VRAAG 7
Welke van de volgende feiten brengt geen wijziging teweeg in de ligging van de aanbodcurve van
personenwagens?
A. Een daling van de belastingen op arbeid van arbeiders werkzaam in de auto-industrie.
B. Een verhoging van de prijs van het openbaar vervoer.
C. Een kostenstijging van staalproducten.
D. Een stijging van de productiviteit van de arbeiders werkzaam in de auto-industrie.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller quintendemuytere. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.56. You're not tied to anything after your purchase.