100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Politieke en Sociale Leerstelsels $10.79   Add to cart

Summary

Samenvatting Politieke en Sociale Leerstelsels

 27 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting geeft een gestructureerd overzicht van het volledige boek over sociale en politieke leerstelsels, zoals gedoceerd door professor Sami Zemni in het eerste jaar politieke wetenschappen. Het is gebaseerd op zijn interessante lessen en aangevuld met informatie uit het handboek.

Preview 10 out of 90  pages

  • Yes
  • December 18, 2023
  • 90
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
SOCIALE EN POLITIEKE LEERSTELSELS
Inhoudsopgave
TABEL MET BELANGRIJKSTE DENKERS ..................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

INLEIDING .............................................................................................................................................. 3

1 DE ONTRAFELING VAN DE EUROPESE MIDDELEEUWSE ORDE (1450-1650) ........................... 6
1.1. WETENSCHAPPELIJKE VOORUITGANG EN DE GELEIDELIJKE EMANCIPATIE VAN DE
POLITIEK ............................................................................................................................................ 6
1.2. EINDE VAN DE KATHOLIEKE HEGEMONIE: REFORMATIE EN CONTRAREFORMATIE...... 8
1.3. KOLONIALE ONTMOETING: DISPUUT VAN VALLADOLID ...................................................... 9
1.4. DE GLORIEUZE REVOLUTIE ................................................................................................... 11
Veranderingen ih wereldbeeld door conflicten met koningshuis: .................................................. 11
Veranderingen ih wereldbeeld door wetenschappelijke ontwikkelingen: ...................................... 12

2 DE EUROPESE VERLICHTING EN HET TIJDPERK VAN REVOLUTIES (1650-1800) ................. 14
2.1. DE POLITIEKE OORSPRONG VAN DE BURGERLIJKE SAMENLEVING .............................. 14
2.2. VERLICHTING ........................................................................................................................... 15
2.3. VERNIEUWING IH ECONOMISCHE DENKEN ........................................................................ 18
2.4. HET TIJDPERK VAN REVOLUTIES ......................................................................................... 19
De Amerikaanse empancipatie ..................................................................................................... 19
De Franse revolutie: van radicaal experiment tot imperiale restauratie ........................................ 20
De Haïtiaanse Revolutie: .............................................................................................................. 21

3 HET ONTSTAAN VAN DE MODERNE POLITIEK: INDUSTRIËLE REVOLUTIE EN EXPANSIE
VAN HET KAPITALISME (1800-1914) ............................................................................................... 22
3.1. DE ONTDEKKING VD MAATSCHAPPIJ EN HET ONTSTAAN VAN DE MODERNE
IDEOLOGIEËN ................................................................................................................................. 22
Het conservatisme ........................................................................................................................ 22
Economisch en politiek liberalisme ............................................................................................... 23
Het vroegsocialisme...................................................................................................................... 25
Duits idealisme: Kant & Hegel. ..................................................................................................... 28
Liberalisme en vroeg imperialisme ............................................................................................... 30
3.2. DE BURGERLIJKE MAATSCHAPPIJ ....................................................................................... 33
Marx en het ontstaan van het socialisme...................................................................................... 33
Anarchisme ................................................................................................................................... 36
De eerste golf van het feminisme: ................................................................................................ 37
Het conservatieve offensief........................................................................................................... 38
Van imperialisme naar kolonialisme ............................................................................................. 44
Sociaaldemocratie ........................................................................................................................ 49

4 VAN CRISIS NAAR DE WERELDOORLOGEN ............................................................................... 51
4.1. DE RUSSISCHE REVOLUTIE................................................................................................... 51
4.2. HET INTERBELUM.................................................................................................................... 55


1

, Het Wilsoniaanse moment: het ontwaken van de gekoloniseerde wereld .................................... 55
Négritude ...................................................................................................................................... 57
Mao en de chinese revolutie ......................................................................................................... 57
Liberale herpositionering............................................................................................................... 58
Linkse verdeeldheid: ..................................................................................................................... 59
De conservatieve revolutie............................................................................................................ 61
Fascisme en nazisme ................................................................................................................... 62

5 NA WO2: DE HEROPBOUW, VERTWIJFELING EN REVOLUTIONAIRE IDEALEN ..................... 64
5.1. LIBERALE HERBRONNING, MENSENRECHTEN EN DEMOCRATISCHE HEROPLEVING . 65
5.2. FRANSE RADICALITEIT: DE BETEKENISJAGERS ................................................................ 66
5.3. GOLDEN SIXTIES ..................................................................................................................... 68
Nieuwlinks ..................................................................................................................................... 68
De tweede golf vh feminisme en de burgerrechtenbeweging ....................................................... 68
De dekolonisatie ........................................................................................................................... 69
De bevrijding van het individu: de markt en de mensenrechten ................................................... 73

6 HET EINDE VAN DE KOUDE OORLOG EN DE IDEOLOGISCHE VERWARRING ....................... 77
Einde van de koude oorlog ........................................................................................................... 77
Multiculturalisme ........................................................................................................................... 78
Nieuw feminisme, postfeminisme en postkoloniaal feminisme ..................................................... 79
4. Apartheid en radicaal kapitalisme (NK)..................................................................................... 82
5. De Islam in opstand (NK) .......................................................................................................... 82
6. Populisme, nieuw autoritarisme en post-truth ........................................................................... 84
7. Neocons, alt-right en nieuw extreemrechts............................................................................... 86
8. Vooruitgangsoptimisme, realisme en globale ongelijkheid ........................................................... 88
9. Ecologie, klimaat en natuur .......................................................................................................... 90
10. Big data, Big Brother? ................................................................................................................. 90




2

,INLEIDING
‘Elke samenleving ziet zich gedwongen de daarin bestaande ongelijkheid te rechtvaardigen: er dienen
redenen voor te worden gevonden, want zo niet, dan dreigt het politieke en sociale bouwwerk in te
storten. Zo brengt elk tijdperk een aantal met elkaar tegenstrijdige discoursen en ideologieën voort
met het doel de bestaande of gewenste ongelijkheid te legitimeren, en om de economische, politieke
en sociale regels te beschrijven die nodig zijn om het geheel te structureren.’ (Piketty, uit boek
‘Kapitaal en Ideologie’)

Doorheen de geschiedenis hebben samenlevingen verschillende discoursen ontwikkeld die
het politiek-maatschappelijke/ economische leven wilden legitimeren.

--> De emancipatie vd mens komt voor uit discussies en aanvaringen tussen
verschillende visies hierover.

= de betrachting om een volwaardige plaats in de samenleving te krijgen.

Maar over wat dat precies gaat is een bron van discussie.

Mensheid is er allesinds in de laatste 100 jaren enorm op vooruit gegaan, ondanks de optimismekloof
(= het optimistisch zijn voor eigen leven, maar vrezen voor de toekomst van de mensheid) die leeft.

Zou volgens Hans Rosling liggen aan de drama-instincten van de mens die ons een
overdramatisch wereldbeeld geven.

Dus: vooruitgang is niet te ontkennen.

Let op! Deze vooruitgang was niet eenduidig en is er niet zomaar gekomen. Dit wil niet zeggen dat het
altijd beter zal blijven gaan.

Bv. Ongelijkheid stijgt wel op economisch vlak, op vlak van gezondheid en levensverwachting,
...



Mensen proberen deze ongelijkheid te legitimeren. Het wordt uiteindelijk een proces vol
spanningen en conflicten tussen verschillende groepen/ ideologieën.

Louis Destutt de Tracy (1796): wou met zijn ‘idéologie’ het menselijke handelen en denken in
rationele wetten vatten zodat de hele maatschappij verklaard kon worden.

--> Verschilt sterk van wat we vandaag onder een ideologie verstaan:

= een geheel van ideeën en opvattingen dat aan de sociaal-politieke verhoudingen
vorm wenst te geven. Het omvat dus opvattingen (positieve en negatieve) die zowel
descriptief als normatief zijn: het is een poging om vat te krijgen op de socio-politieke
omgeving zoals die is en zoals deze hoort te zijn.



Vooraleer je kan spreken over een ideologie heb je een geheel aan opvattingen nodig

Het is geen wetenschap, maar er kunnen wel wetenschappelijke bedenkingen in een ideologie zitten.




3

,Ze doen een uitspraak over grenzen en eigendom en weerspiegelen daardoor de keuzes die in een
bepaalde maatschappij worden gemaakt:

Grenzen: ‘wie was slaaf en wie niet’, ‘wie is burger en wie niet’…

Eigendom: we hebben dingen: de een heeft veel de ander weinig… --> wie mag bezitten?
Hoeveel mag je bezitten? Hoe kom je tot bezit?

Ideologische strijd

Verschillende centrale concepten

Bv. Marx en zijn ‘klasse’ (klassestrijd)
Bv. Pareto gebruikt een ander concept dan klasse, maar ‘elites’; heersende en niet-
heersende

Verschillende interpretaties van dezelfde concepten

Bv. Gelijkheid is niet hetzelfde voor een liberaal als voor een socialist

Zie in sociale en politieke bewegingen, alsook politieke partijen

Bv. De reactie van Caroline Gennez versus de reactie van Boudewijn Boeckaert &
geert François op de internationale crisis in 2008-2009

Ideologieën zijn ‘those systems of political thinking, loose or rigid, deliberate or unintended, through
which individuals and groups construct an understanding of the political world they, or those who
preoccupy their thoughts, inhabit, and then act on that understanding’ (Freeden)

--> Ideologische strijd & politiek-maatschappelijke actie

• Dynamisch
• Ideologie ≠ doctrine (vastgeroeste ideeën die door een instantie worden afgekondigd;
bv. de Kerk, Bushdoctrine…)
• Marxisme-wetenschap-ideologie
o Breekt met de marxistische visie op ideologie
o Marx dacht dat marxisme een wetenschap was
o Niet mogelijk om een grens te trekken tussen wetenschap, ideologie…
• Wetenschap & ideologie (de vraag is vooral: ‘wat is de relatie hiertussen?’)
overlappen door een deel, maar vallen niet helemaal samen

Ideologieën stellen altijd doelen voorop die de politieke acties van mensen verklaren, rechtvaardigen
en oriënteren naar een bepaald doel



Wetenschappelijke theorie vs ideologie:

Gelijkenissen

- Bevat een set van aannames en startpunten
- Legt uit hoe de sociale wereld er uit ziet
- Legt uit hoe en waarom de wereld verandert
- Reikt een systeem van concepten en ideeën aan
- Verduidelijkt relaties tussen concepten



4

, - Verschaft een gerelateerd systeem van ideeën

Verschillen

Ideologie Sociale theorieën
- Geeft absolute zekerheid - Conditioneel, onderhandeld
- Alle antwoorden op alle begrijpen
vragen - Incompleet, aanvaarde onzekerheid
- Vast, gesloten, af - Groeiend, open, proces, uitbreidend
- Gaat afwijkende info uit de - Verwelkomt tests, positief en
weg negatief bewijsmateriaal
- Blind alternatief - Verandering gebaseerd op bewijs
bewijsmateriaal - Ontdaan van sterke moraliserende
- Opgesloten in een bepaald standpunten
moraalsysteem - Neutraal, neemt alle ‘kanten’ in acht
- Vooringenomen - Zoekt sterk naar logische
- Interne contradicties en consistentie
inconsistenties - Overstijgt sociale posities
- Vastgeroest in specifieke
positie




5

,1 DE ONTRAFELING VAN DE EUROPESE MIDDELEEUWSE
ORDE (1450-1650)
Rond 1450-1650 hebben er zich heel wat intellectuele veranderingen voorgedaan die de
middeleeuwse orde op losse schroeven heeft gezet en een eerste bedreiging voor de kerk vormde.

= De Europese Renaissance: Begon in Italië en verspreidde zich over Europa.

Tijdens de periode van de renaissance...

• Werd de klassieke oudheid herontdekt
• Verdween het feodale systeem
• Ontstonden nieuwe economische verhoudingen
• Werden nieuwe werelddelen ontdekt door de groei vd scheepvaart
• Werd kennis uit andere wereddelen ingevoerd
• , ...

Let op! Nieuwe inzichten leidde niet tot een onmiddelijke verwerping van de theologische
inzichten van de kerk. De denkers van de 14e eeuw durfden de kerk nog niet aan te vallen.
Vanaf de 15e eeuw begon men dit wel te doen.

--> Er ontstond geleidelijk aan een mensbeeld dat niet langer onderschikt was aan de macht
vd kerk.


1.1. WETENSCHAPPELIJKE VOORUITGANG EN DE GELEIDELIJKE
EMANCIPATIE VAN DE POLITIEK

De mens van toen wou de wereld begrijpen en doorgronden. Er ontstonden nieuwe wetenschappen
die wiskundige en empirische methoden ontwikkelden.

Leonardi Da Vinci was daar het perfecte voorbeeld van.

Woonde in Firenze, waar het ideaalbeeld voornamelijk in het verleden lag (Grieken en
Romeinen). Da Vinci belichaamde de overgang van het oude denken naar een geloof in het
heden en de toekomst.

Deze houding weerspiegelde zich in de groei van zijn wetenschappelijke methode:

Hij ontwikkelde (1) de mathematica en het (2) experimentele /empirisme (=
datgene wat men kan observeren).
(zit nog altijd vervat in vele wetenschappen)

Tijdens de periode van de Renaissance begon er heel wat te bewegen in Italië:

In het verdeelde Italë begonnen de steden (zoals Milaan, Venetië, Rome en Firenze) te
bloeien door handel.

De nieuwe rijkdom van deze steden deed de visie van de kerk op rijkdoom veranderen
(bestaan van rente en beroep van bankier werd stilaan respectabel). De Renaissance brak
dus met de middeleeuwse visie van de kerk op rijkdom.




6

, Het mercantilisme ontstond: idee dat de vorst de taak had om het inkomen van de
natie te ontwikkelen.

--> Door de handelaars te steunen kon de koning de commerciële ontwikkeling van de
natie vergroten en zijn eigen macht uitbouwen.

Net zoals in de economie begon ook in de politiek begon een proces van secularisering (= het
proces waarin de kerk haar greep op de maatschappij verliest)

Men vraagt voor het eerst aan de vorst om iets te doen waar de kerk eigenlijk geen vat op
heeft.

Nicollo Machiavelli:

Schreef Il Principe: een vorstenspiegel die beschreef hoe een koning moet functioneren (geen
beschrijving vh ideale gedrag ve koning zoals de traditionele vorstenspiegels)

Zeer vernieuwend: hij beschreef het werkelijke gezicht van de vorst en niet het ideale gezicht.

Zijn empirisme en rationalisme legde de basis voor de latere wetenschappelijke aanpak vd
politiek.

Hij stond ook voor secularisering vd politiek (waar kerk niet achterstond) omdat

1) Gedrag van katholieke instellingen was niet Christelijk te noemen

2) De kerkelijke macht houdt de eenwording van Italië tegen.

Maar: ≠ antireligieus: Religie is het sociale cement van de maatschappij, datgene wat de
mensen verbind.

Il principe was eig niet echt een advies voor de heerser, maar voor de staat. Machiavelli wou een
sterke eengemaakte staat met orde en zekerheid.

Orde: De staatsrede (= La raison d’Etat) werd het doel waarvoor alle middelen geheiligd
waren (bedrog, listen, geweld door een betrouwbaar volksleger (geen huurlingen die voor
beloning vochten, maar burgers die voor hun staat vechten)

Zekerheid: Het privebezit moet onaantastbaar zijn. Mensen voelen zich vrij wanneer ze
zekerheid hebben dat hun eigendom niet zomaar afgenomen kan worden.
--> Een bevolking zou elk regime tolereren zolang er niet geraakt werd aan hun eigendom
(incl vrouwen)

Geliefde vorst? Of je geliefd wordt hangt vh volk af, of je gevrees dwordt hangt af van de vorst:
daarom moet je als je twijfelt liever gevreesd worden. (het doel heiligt de middelen)



Thomas More:

Engelsman uit zelfde periode als Machiavelli.

Vond dat de staat er moest zijn voor haar burgers en leefde mee met de toenemde armoede in GB.

Hij schreef ‘utopia’:




7

, Deel 1: beschrijving van sociale en economische verwoesting vh Britse platteland. (Door de
opkomende wolindustrie werden de landbouwgronden privébezit. Hierdoor ontstond armoede
volgens More)

Deel 2: beschrijving van zijn ideale samenleving (gemeenschappelijk bezit v
productiemiddelen en geen handel gebaseerd op geld)

--> Leek eig op een verlangen om terug te keren naar een christelijke, middeleeuwse
ordening.

Maar hij wenste het meer dan hij het hoopte. Hij heeft dit nooit in effectieve
hervormingen kunnen omzetten. Hij begreep niet hoe de nieuwe verhoudingen vorm
kregen omdat hij de logica van de markt nog niet kende.


1.2. EINDE VAN DE KATHOLIEKE HEGEMONIE: REFORMATIE EN
CONTRAREFORMATIE

Luther:

Kwam tijdens zijn universitaire opleiding in contact met het intellectuele en theologische conflict tussen
scholastici en humanisten (keerden zich tegen de misbruiken vd kerk).

Trok naar Rome en stond versteld van de decadente levensstijl van de priesters en de paus.

Daarom schreef hij ‘stellingen vd toegeeflijkheid’:

• Protesteerde tegen de commercialisering van de aflaten
• Zei dat er geen behoefte was aan de kerk als instituut.

Hij roepte aan alle gelovigen op om zich te onderwerpen aan een sterk gezag.

--> Kreeg steun van humanisten en Duitse nationalisten.

Maar die keerden hem de rug toe wnr ze doorhadden Steunden Luther vr politieke en
dat hij de kerk als instituut aanviel ipv hem te willen economische redenen. Ze waren
hervormen. tegen de hebzucht vd italiaanse
pausen en vonden in Luther een
bondgenoot.

Boeren kwamen olv radicale theoloog & humanis Müntzer in opstand tegen de
hebzucht vd edelen: ze wouden een maatschappij waarin werk en privaat bezit
gedeeld werden en er een gehele gelijkheid bestond.

Maar: Luther was tegen het idee van een sociale revolutie (mensen waren
dan wel gelijk voor God, maar ze mochten niet in opstand komen tegen het
wereldse gezag) en noemde de opstand een ketterij die hard onderdrukt
moest worden. --> opstand van Muntzer was heel bloedig.

Daardoor verloor hij heel wat steun bij de boeren en stadsmensen,
maar hij kon zijn leer wel nog verspreiden door de steun van de adel.

Luther wou een sterke staat waarbij innerlijke vrijheid van het geloof enkel vrij kan worden beleefd
wanneer de politieke macht blindelings wordt gehoorzaamd.



8

,--> Hij legde daarmee de basis van het protestantisme. Later onttrokken de Duitse staten zich aan het
gezag van Rome. Luther wordt gezien als pionier vd Duitse eenheid.

Calvijn: dopers?

Ook calvijn verwierp de katholieke leer. Hij verhuisde van Frankrijk naar Bazel. Hij begon met
hetzelfde ongenoegen als luther, maar hij wou vanuit zijn protestantisme het staatsbestel organiseren/
legitimeren.

Calvijn geloofde in menselijke voorbestemming: de mens is een hulpeloos wezen ih licht van Gods
almacht. Hij radicaliseerde Luthers visie door aan te nemen dat het lot van de mens vast stond.

Calvijn omarmde de nieuwe opkomende (vroegkapitalistische) economische orde:

Mensen gingen op zoek naar tekenen van God zodoende te weten te komen wat hun lot was.
Dit zorgt voor een grote arbeidsethiek (ehtos: zelfrealisatie) omdat ze een teken van god
wouden krijgen welk lot hen was voorbestemd

In een handelsstad zoals Genève was er veel winst. Dit mocht echter niet gebruikt worden
voor pracht en praal. Rijke mensen winsten niet wat ze met hun rijkdom moesten doen, dus
investeerden ze het.

Calvijn werd gevraagd de kerk in Genève te hervormen. Hij ging hierop in op voorwaarde dat zijn
dogma’s aanvaard werden en zijn tegenstanders uit de stad gezet werden.

Calvijns theocratie (= staatsvorm waarin de godheid
als onmiddellijke gezagsdrager wordt beschouwd)

Consitorie Ministerie

Verantwoordelijk voor de moraal Bestond uit volgers van Calvijn
id stad, fungeerde als rechtbank die de religieuze leer omarmde

Alle voorschriften werden met harde hand afgedwongen.

Maar, paradoxaal: dit dictatoriaal, theocratisch regime was ook de voedingsbodem voor een
ontwikkeling vd individuele vrijheid en politiek individualisme.

--> Mate waarin het individu zich door arbeid realiseerde werd belangrijker dan de sociale
afkomst.

Luther en Calvijn wouden de kerk zuiveren door terug te gaan naar de essentie van het geloof, maar
onbewust vormden ze daarmee de voorbode van de moderne tijden.


1.3. KOLONIALE ONTMOETING: DISPUUT VAN VALLADOLID

1550-1555: Spanje organiseert dispuut van Valladolid over vraag of de Spaanse oorlog op het
Amerikaanse continent geoorloofd was, over de verspreiding vh katholicisme en over de intellectuele
capaciteiten van de inheemse volkeren.

- Juan Ginés de Sepulveda: Inheemse volkeren moeten gedwongen bekeerd worden.
(religie overbrengen met zwaard)




9

, 4 argumenten:

1) Inheemse volkeren zijn afgodendienaren.
2) Ze waren van nature slaaf.
3) ze deden mensenoffers.
4) Hun onderwerping zou het werk van missionarissen vergemakkelijken.

--> Sepulveda rechtvaardigde de spaanse veroveringspolitiek obv de aristotelische
doctrine van natuurlijke slavernij (= de idee dat sommige mensen van nature inferieur
zijn)

- Bartolomé de las Casas: pleitte voor een meer ‘vreedzame’ bekering van de inheemse
volkeren. (religie overbrengen met boek)

Vond de inheemse volkeren juist getalenteerd en bereid om de christelijke religie te
aanvaarden. Geweld is alleen gerechtvaardigd wanneer de inheemse volkeren na hun
kersteling het christelijke geloof zouden afwerpen.

Waarom werd dit dispuut gehouden?

Al van bij Colombus was het niet duidelijk hoe men met inheemse volkeren moest omgaan. Toch
moesten de kolonisatoren voor een wetgeving zorgen.

Men installeerde het encomienda systeem: collectieve slavernij in ruil voor verspreiding christelijke
geloof (Mensen kregen woord van god en bescherming in ruil voor gratis arbeid)

Toch stond de koning open voor de argumenten van de las Casas en hervormde hij het
systeem gedeeltelijk, nog VOOR het dispuut van Valladolid (Inheemse volkeren werden door
de paus als rationeel bestempeld en er werden wetten gestemd om het systeem zelf af te
schaffen, al duurde dit nog tot 1791).

Wie won het dispuut?

Dispuut eindigde zonder duidelijke winnaar.

De Las Cases had wel een invloed op de betere behandeling van de inheemse volkeren door
de kerk, maar zijn ideeën hadden geen grote impact.
--> Zijn verdediging van de inheemse Amerikanen heeft zelfs de slavenhandel van Afrikanen
aangewakkerd (door Portugal): hij had de menselijkheid van de inheemse Amerikanen erkend
door die van de zwarte Afrikanen te ontkennen.

Uit het dispuut bleek wel dat er geleidelijk aan gebroken wordt met het middeleeuwse politiek
augustinisme (= de onderschikking vd politiek aan godsdienst)

Dispuut was een probleem voor de koning:

Hij werd beschuldigd van een niet-rechtvaardige oorlog te voeren. Hij heeft geprobeerd de
macht van de grote encomiendas te beperken door de veroveringen tijdelijk stop te zetten.

Het dispuut heeft ook nooit gehoor gegeven aan de inheemse volkeren zelf

Dispuut was ook het startschot vd gelijktijdige verspreiding vh kapitalisme, slavernij en racisme:

Door dit raciale karakter van de kapitalistische expansie krijgen we een hedendaags
perspectief op de geschiedenis van de vooruitgang.



10

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Student1256. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.79. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.79
  • (0)
  Add to cart