Hierbij een samenvatting van tijdvak 1 t/m 5 en de didactiek over beeldvorming van geschiedenis. Samengevat uit het boek: Geschiedenis en Samenleving van Cees van de Kooij en Marjan de Groot-Reuvekamp. Voor de overige tijdvakken en didactiek zie een andere samenvatting van mij.
1eTijdvak 1 Tijd van jagers en verzamelaars
Nomadische samenleving:
250.000 jaar geleden Jagers/verzamelaars laten sporen na bij Maastricht
40.000 jaar geleden Homo Sapiens komt naar Europa: Cro Magnong-mens
35.000 jaar geleden Neanderthalers steven uit
8000 voor Christus Einde laatste IJstijd; rendierjagers trekken weg
7600-6000 voor Christus Noordzeeland wordt Noordzee
7600 voor Christus Kano van Pesse
Agrarische samenleving:
9000 voor Christus Oudste sporen van akkerbouw in het Nabije Oosten
7500 voor Christus Oudste sporen van veeteelt in het Nabije Oosten
5300-4900 voor Christus Bandceramiekers
3400-2850 voor Christus Hunebedbouwers
2100 voor Christus Einde Steentijd (voor de Lage Landen)
2100-700 voor Christus Bronstijd (voor de Lage Landen)
700-50 voor Christus IJzertijd (voor de Lage Landen)
50 voor Christus Romeinen veroveren het noorden van Gallië
De eerste boeren: Bandceramiekers en Hunebedbouwers
Agrarische Revolutie: Ontstaan landbouw: Jagers/verzamelaars gaan hun eigen voedsel produceren.
Eerst akkerbouw door het verbouwen van granen, daarna de veeteelt door het temmen van het vee.
Vruchtbare Halve Maan: het gebied dat zich uitstrekt van de Perzische Golf via de noordpunt van
Syrië tot aan de grens met Egypte. Gebied met veel wilde granen, wild runderen, schapen, geiten en
varkens. Hierdoor gaan de jagers/verzamelaars minder nomadisch leven.
Een belangrijke factor in het ontwikkelingsproces naar landbouw toe is het ontstaan van (semi)
permanente nederzettingen. Door de voedselproductie via de landbouw gaan de mensen zich
specialiseren. De samenleving wordt op een heel andere wijze georganiseerd.
Verbreiding: in westelijke richting: Turkije – Griekenland – kusten van de Middelandse Zee – Noord
Afrika – Zuid-Europa. En vanuit Griekenland noordwaarts naar Midden- Europa.
Bandceramiekers
Bandceramische cultuur: cultuur van landbouwers, die genoemd is naar hun aardewerk.
Rond 5300 voor Christus vestigen Bandceramiekers in het huidige Zuid-Limburg. Rond 4900 voor
Christus verlaten ze de nederzettingen.
De eerste boeren trekken naar een lössplateau tussen de Mees en de Geleenbeek. Het plateau staat
uit een flinke laag löss, waarop dichte bossen groeien. Er worden dorpen gesticht met akkers op het
plateau en halen water uit de dalen.
Agrarische levenswijze: is door de Bandceramierkers naar het huidige Nederland gebracht. Löss is
belangrijk omdat het vruchtbaar is en makkelijk te bewerken. 65% is plantaardig voedsel. Het vee is
vooral bedoeld voor de vleesproductie. Maar de Bandceramiekers jagen en verzamelen ook nog.
Gebruiksvoorwerpen:
, - Dissels voor het omhakken van bomen
- Graafstokken en hakken voor het bewerken van de akkers
- Vuurstenen sikkels voor de oogst
- Maalstenen voor het malen van het graan
De meeste grondstoffen vinden de Bandceramiekers in de directe omgeving: hout en leem.
Cultuuruiting van de Bandceramiekers: bolvormige potten met versieringen in de vorm van banden.
Opgegraven grafvelden bij Elsloo. De graven bevatten grafgiften in de vorm van potten voor voedsel,
botten en gebruiksvoorwerpen. De giften wijzen op het idee van een reis naar een leven na de dood.
Hunebedbouwers
3400- 2850 voor Christus
De eerste echte agrarische samenleving ten noorden van de grote rivieren is die van de
Hunebedbouwers. Kerngebied: provincie Drenthe. Zij zijn genoemd naar de oudste monumenten,
waarover Nederland beschikt: de hunebedden.
De naam Hunebedbouwers:
1. Middeleeuwen: huijnen = reuzen
2. Hunebed: hunnen (volksverhuizing) waren de bouwers
3. 17e eeuw: hunnebed: steenhoop, steenberg
Hunebedbouwers is Trechterbekercultuur. De naam verwijst naar een kenmerkende vorm van een
veelvuldig voorkomende pot: de trechterbeker
Grootverspreidingsgebied: Zuid-Scandinavië, Polen, Noord-Duitsland en Noord-Nederland.
De Hunebedbouwers wonen op de zandgronden van het Drentse plateau. De bodem is gevormd door
de laatste ijstijd. Uit die tijd stamt de vorming van de Hondsrug en de loop van de rivieren en beken.
Drenthe bezaaid met aangevoerde stenen en zwerfkeien. Belangrijkste overblijfselen van de
Hunebedbouwers zij de hunebedden.
Huizen:
Kleine nederzettingen van 3 huizen met ongeveer 20 bewoners. Hunebedbouwers leggen rond hun
huizen akkers aan. Bodem wordt in brand gestoken zodat een vruchtbare aslaag ontstaat. Ze
verbouwen vooral emmer en gerst, maar ook eenkoorn, vlas en peulvruchten. Runderen, schapen en
geiten leveren vlees en bijproducten: huiden, botten, pezen en hoorns. Het vee vindt voedsel op de
braakliggende akkers – en zorgt zo voor bemesting.
Jagen, vissen en verzamelen gebeurt ook nog steeds maar de akkerbouw levert het meeste voedsel
op.
Gebruiksvoorwerpen:
Zijn veel van vuursteen:
- Bijlen
- Mesjes
- Schrabbers
- Pijlpunten
, Handel met Scandinavië, Helgoland, Noord-Duitsland: vuurstenen bijlen, barnsteen, koperen
sieraden, gitkralen en donkerrode vuursteenknollen.
Cultuur: fraai versierd aardewerk in verschillende vormen: trechters, kommen, schalen, kruiken,
lepels met een holle steel. Het aardewerk is voornamelijk afkomstig uit de hunebedden.
Hunebed:
Van grote zwerfstenen wordt een plattegrond van draagstenen opgebouwd, waar overheen de
dekstenen komen. In het hunebed wordt een keienvloer gelegd. De oriëntering van het hunebed is
vooral oost-west met een ingang aan de zuidkant. Het hunebed is afgedekt met een dekheuvel,
waarbij vermoedelijk de bovenkant van de dekstenen nog net zichtbaar blijft. Aan de voet van de
dekheuvel staan kransstenen.
Latere bewoners van de Lage Landen tot de komst van de Romein
In ongeveer dezelfde tijd als de Hunebedbouwers leven in de kuststrook van 3000 tot 2700 voor
Christus mensen van de Vlaardingencultuur. Landbouwers, die ook jagen en vissen.
Strijdhamer- of Standvoetbekervolk: Nieuwe bewoners komen omstreeks 300 voor Christus uit Oost-
Europa naar de Lage Landen.
Ongeveer 2300 voor Christus begint de bloeitijd van een ander bekervolk: de Klokbekermensen, die
vooral in Midden – en West Nederland wonen.
Nieuwe ontwikkelingen: gebruik van massief eikenhout wagenwielen en import van koperen
voorwerpen.
Bronstijd: 2100 tot 700 voor Christus. Brons is sterker dan koper en dus beter geschikt voor bijlen,
dolken, sikkels maar ook wel voor armbanden en kledingspelden. Steentijd maakt plaats voor de
bronstijd.
Ontstaan van gespecialiseerde ambacht: de bronsgieter.
IJzertijd: 700 tot 50 voor Christus. IJzer is op verschillende plaatsen in Europa te vinden. Het is
moeilijker te bewerken dan koper en tin.
Tijdens de ijzertijd verlaten bewoners Drenthe en vestigen ze zich in de Fries-Groningse kleistreek.
Omdat delen van het land geregeld overstromen, zorgen de bewoners voor verhogingen, waarop ze
boerderijen bouwen: terpen. De terpentijd duurt tot ongeveer 1000 na Christus. Daarna wordt door
de aanleg van dijken het land voor het eerst beschermd tegen de zee.
Germaanse stammen:
Noorden – de Friezen
Oosten – de Tubanten
Einde prehistorie begin historie = als er geschriften zijn die we kunnen lezen. Voor de Lage Landen is
dat ongeveer 50 voor Christus. De Romeinen komen. De tijd van jagers en boeren gaat dan over in de
tijd van de Grieken en Romeinen.
Tijdvak 2 Tijd van Grieken en Romeinen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller trrrr253. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.78. You're not tied to anything after your purchase.