Hoofdstuk 1 Diversiteit openbaart raakvlakken
Als SW’er krijg je te maken met mensen uit allerlei pluimage. Je moet kunnen omgaan met diversiteit
waar je zelf deel van uitmaakt
1.2 Beeldvorming en vooroordelen
Als het gaat om het samenleven van allochtonen en autochtonen, zijn we veelal geneigd meer naar
de verschillen te kijken dan naar de overeenkomsten. Deze menselijke neiging werkt eenzijdige
beeldvorming, generalisaties en vooroordelen in de hand.
Vooroordelen kunnen betrekking hebben op specifieke kenmerken van uiteenlopende groepen:
mensen met een andere taal, andere huidskleur, andere cultuur, handicap etc. Vooroordelen zijn
gebaseerd op generalisaties: op basis van een enkele ervaring met één of meer personen uit een
bepaalde groep vormt iemand zich een vooroordeel over de hele groep.
De kans op het ontstaan van vooroordelen- en daarmee de kans op discriminatie vermindert: *Als er
aandacht wordt besteed aan de overeenkomsten tussen groepen *Als ook de verschillen binnen de
groep zichtbaar worden gemaakt.
1.3 Diversiteit in Nederland
De handel, havens en relatief centrale ligging maakt Nederland erg populair. Ook de
godsdienstvrijheid is een reden om naar Nederland te komen.
Na 1960- en na de WO2 worden er 3 groepen buitenlanders onderscheiden:
1.Arbeidsmigranten en hun gezinsleden
2.Inwoners uit voormalige koloniën
3.Asielzoekers en vluchtelingen
Arbeidsmigranten Nederland was in 1960-1968 erg economisch interessant. Veel mensen uit Zuid-
Europa kwamen naar Nederland om hier geld te verdienen en om daarna weer terug te keren naar
eigen land. Dit werkte echter anders uit en veel mensen bleven.
Inwoners uit voormalige kolonies De meeste van hen hebben een Nederlands paspoort We
onderscheiden 3 soorten groepen:
1.Veel Indische Nederlanders en Molukkers kwamen na de onafhankelijkheid van Indonesië naar
Nederland.
2.Veel Surinamers
3.Antilliaanse Nederlanders kwamen naar Nederland
Asielzoekers en vluchtelingen Redenen om te vluchten zijn vooral politieke onderdrukking(koerden,
Irak , Iran, Somalië, Afghanistan en Joegoslavië). Slechts een deel van de asielzoekers wordt na een
langdurig en uitgebreid onderzoek als vluchteling erkend.
1.4 Wie is een allochtone Nederlander
Allochtoon: Als ten minste één ouder in het buitenland is geboren
Autochtoon: Wanneer beide ouders in Nederland zijn geboren
1.5 Moslims in Nederland
In Nederland zijn er ongeveer 850.000 moslims. De meerderheid praktiseert het weinig. De
minderheid is orthodox.
,1.6 Gevolgen van migratie
De verschillen in opvoeden tussen deze twee groepen hebben onder meer te maken met de gevolgen
van migratie. De eerste generatie allochtonen nemen vaak hun culturele bagage mee. Via school, de
media, werk etc. krijgen zij hun Nederlandse waarden en normen mee. Het is moeilijk voor hen om
hun kind binnen deze twee werelden op te voeden. Factoren die dit lastig maken
1.Culturele bagage De opvoedingsgewoontes van het land van herkomst nemen ze vaak mee. Deze
roepen vaak spanningen op in de Nederlandse maatschappij.
2.Taalgebruik/omgangscodes Wanneer men slecht Nederlands spreekt, kan men vaak niet goed
functioneren.
3.Sociaaleconomische situatie De financiële situatie heeft invloed op de opvoeding van het kind
4.Veranderde rollen Vooral de mensen van de eerste generatie hebben het moeilijk om zich te
integreren in de maatschappij. Ze zijn de taal nog niet machtig en worden afhankelijk van hun
kinderen.
Voor de vluchtelingen komt dit er ook nog bij:
1.Verandering in maatschappelijke status - Zij krijgen een andere status die zij niet gewend zijn.
Vaak zijn ze in Nederland lager dan in hun eigen land.
2.Gedwongen migratie - Het is voor vluchtelingen vaak niet een vrijwillige keuze geweest om hun
eigen land te verlaten en moest vaak snel gebeuren.
3.Geweldervaringen - Ze hebben vaak trauma’s die ze hier in Nederland moeten verwerken.
4.Verblijf in centrale opvang - Vaak moeten vluchtelingen eerst een paar jaar in een opvang wonen,
deze opvang kenmerkt zich vaak met veel spanning en onzekerheid.
1.7 Discriminatie en racisme
Discriminatie bestaat in meerdere vormen. Nederland is een tolerant land. De keerzijde van
tolerantie is wanneer het negatief word omgezet naar negeren of laisez faire.
1.8 Generaties
Eerste generatie allochtoon: bestaat uit personen die zelf in het buitenland zijn geboren en ten
minste één ouder hebben die in het buitenland is geboren Tweede generatie allochtoon: degene die
in Nederland zijn geboren en ten minste één ouder hebben die in het buitenland is geboren.
Tussengeneratie: 6-16
1.9 Opvoeding in migratiecontext
Opvoeding van kinderen komt tot stand door interactie met de omgeving.
1. Denkbeelden/opvattingen van opvoeders
2. Omgang met conflicterende belangen (samengaan defensief wantrouwen)
3. Cultuurverandering/aanpassing (resultaat opvoeding is gevolg van oud vs nieuw)
* Deze punten zijn onderdeel van culturalisme (verklaren van problematiek uit andere cultuur)
1.10 Vergelijking diverse bevolkingsgroepen
, Allochtone ouder gebruiken vaker een Nederlands opvoeding. Ze weten dat hier de toekomst ligt en
willen dat hun kinderen hoger op de maatschappelijke ladder komen. Hoewel ze graag contact
hebben met autochtone, willen ze binnenshuis graag hun moedertaal bewaren.
Autochtone ouders voeden ‘moderner, maar met mate’ op. Traditionele rollen worden vaak nog wel
gehanteerd. Vrouwen blijven vaker thuis bij de kinderen en de meeste kinderen groeien op in een
tweeoudergezin.
1.11 Opvoedingswaarden
1.Maatschappelijk presteren: Over het algemeen wordt hiermee bedoeld dat kinderen goede
schoolresultaten en een goede opleiding volgen. (ambitieus en ijverig). Voor de Surinaams-Creoolse
groepering betekent het: Dat kinderen financieel onafhankelijk worden. Voor de
Marokkaanse/Chinese/ Surinaams-Creoolse ouders betekent het dat kinderen serieus aan de
toekomst denken
2.Conformiteit Over het algemeen wordt hiermee bedoel: respect hebben voor ouderen, goede
manieren en ouders gehoorzamen. Bij de Turkse/Marokkaanse gemeenschap betekent het: Zich aan
de islamitische voorschriften houden en gevoel voor schaamte hebben. Voor de Chinese/Surinaams-
Creoolse ouders betekent het: het rechte pad volgen.
3.Autonomie Hiermee wordt bedoeld: verantwoordelijkheidsgevoel hebben, zelfstandig oordelen,
voor jezelf opkomen, open zijn in contact, etc. In de Marokkaanse/Chinese gemeenschap betekent
het bovendien: eerlijk zijn.
4.Sociaal gevoel Hiermee wordt bedoeld: goed omgaan met anderen, behulpzaam zijn, verdraagzaam
zijn, rekening houden met anderen.
1.12 Opvoedingsgedrag
Volgens Pels (2000):
1. Ondersteuning
2. Controle (autoritair vs. autoritatief)
Alle ouders ondersteunen kinderen (allochtoon en autochtoon). Opvoeding wordt meer autoritatief
of gecombineerd met warm-autoritair. Hierdoor krijgen jongeren meer (sociale en communicatieve)
vaardigheden die belangrijk zijn in de Nederlands maatschappij.
Jongens kennen veel meer vrijheid in allochtone gezinnen. Hierdoor raken ze op straat eerder in
contact met marginaliserende peers (discriminerende leeftijdsgenoten). Hierdoor worden steeds
meer jongens begeleid tijdens de opvoeding en wordt er uitleg gegeven.
Hogere sociale klassen: autoritair en koud
Lagere sociale klassen: autoritatief en warm
1.13 De jongeren
Allochtone jongeren zijn overwegend positief over hun opvoeding (72%).Ouders worden net zo
gewaardeerd als bij autochtone jongeren op gebied van warmte en respect. Conflicten worden eerder
vermeden/verzwegen uit omdat ze geneigd zijn om ‘rekening te houden’.
Allochtone jongeren willen meer bewegingsvrijheid en communicatie met ouders. De moeder wordt
gezien als belangrijkste steun, nog boven vrienden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller robinstofkoper. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.