In dit bestand worden de vier perspectieven in de sociologie uitgebreid toegelicht en onderscheiden aan de hand van college aantekeningen en hoofdstukken uit het boek: ''Our Social World''.
Perspectieven
Grondlegger Sociologie: Auguste Comte
Vier verschillende benaderingen om naar de werkelijkheid te kijken (vb. licht op voetbalstadion):
Niet toetsbaar
Manier waardoor je kijkt:
Als geheel Eigenbelang
Symbolisch interactionisme:
Micro en Meso-level
Rationele keuze theorie:
Grondlegger: George Herbert Mead + Max Weber Grondlegger: Adam Smith
= Je reageert niet direct op elkaars gedragingen, maar op Gericht op bureaucratisering
de bedoeling/betekenis die je erachter vermoed. = Machtsverhoudingen in bureaucratisering
Thomas-Theorie: Reageren op elkaars gedragingen, = Individuen handelen uit eigenbelang, waarbij ze altijd de
betekenissen die zij aan situatie geven kosten en de baten afwegen
Blumer: inleven in denkwereld ander persoon om
handeling te begrijpen (niet eigen denkwereld toepassen) De baten hoeven niet meer te zijn dan de kosten, maar
Becker: Iets dat onbegrijpelijk is (onzin), heeft voor de zwaarder wegen kan niet bewezen worden
ander waarschijnlijk wel een betekenis
- Homo economicus = calculerend wezen
Kleding dragen waardoor het duidelijk is dat je bij een - Nutsmaximalisatie = nut (baten) maximaliseren
bepaalde groep behoort. - Markten: hoe spelen kosten en baten hier een rol?
Onthouden wanneer iemand hun iets is verschuldigd.
Human agency: benadruk actieve rol van individu in
creëren van eigen sociale omgeving. Adam Smith
Nastreven eigenbelang dient collectief welzijn
1. Betekenis is cruciaal Arbeidsdeling als bron van welvaart
2. Betekenissen geven aan symbolen ontstaat in interactie Draagt bij aan algemeen nut
met elkaar
3. Betekenissen onderdeel van interpretaties. Prikkels voor voor- en nadelen:
In verschillende sociale situaties heb je Economisch: boetes of beloningen
verschillende rollen Sociaal: toe- of afname status/aanzien
Vb. 1 vrouw: dochter, moeder, partner, student en Moreel: ideeën over goed of kwaad
docent
Samenleving bijeen door streven van eigenbelang
- Handelen: geen gedrag specialiseren waarin je goed bent arbeidsdeling niet
- Betekenisgeving: elkaar vertrappen, maar zelf beter worden.
- Interacties: hierdoor ontstaan betekenissen (kan
veranderen bij veranderen van situatie Sociale verschijnselen zijn functies (sociale patronen)
gemaakt door alle verschillende keuzes van individuen
Chicagoschool: hoe we individuele sociale werelden
construeren en er controle over hebben Geen collectief welzijn bij:
Lowaschool: link van individuele identiteit en de sociale - Positionele goederen (intrinsieke waarde, diploma)
positie binnen een organisatie - Markten van illegale goederen
- Druk op collectieve goederen (the tragedy of commons)
Max Weber, ‘Verstehen’ en ‘Erhklaren’
- Begrijpen, hoe je dingen betekenis geeft en verklaren hoe
mensen daarop handelen (bureaucratisering)
Mirco, Meso en Macro: Streven naar maximale
efficiëntie met regels om doelen te bereiken
, Functionalisme: Conflictbenadering:
Meso en- Macro-
Stabiliteit
level - Verandering
- Goed geïntegreerde elementen - ‘’conflict’’ tussen elementen
- Orde door consensus onder leden - Orde door overheersing van leden over andere leden
Grondlegger: Emile Durkheim Grondlegger: Karl Marx
= De samenleving is een geoliede machine met = De maatschappelijke verhoudingen zijn het resultaat van
verschillende onderdelen (ieder eigen functies) die constante strijd (onvermijdelijk)
samenwerken om stabiliteit en solidariteit te produceren in Is altijd aanwezig, ook als je het niet ziet. Het wordt zichtbaar
de samenleving. Samen 1 geheel als mensen in opstand komen
Het houdt zichzelf in stand, zoals tandwielen Je hebt een conflict nodig om gelijkheid te krijgen, het
(Comte: organicisme) is dus niet negatief.
Iedereen houdt zichzelf aan sociale rollen en Vb. hoog – laag inkomen arbeiders – eigenaren
verwachtingen, want anders val je erbuiten
Vb. het apenverhaal met bananen Groepen streven naar eigenbelang en proberen middelen
Morele consensus: gedeelde waarde en normen voor te krijgen die ze kunnen verdelen onder hun eigen groep
orde en stabiliteit Sociale verandering is wenselijk
3 functies (merton) - Sociale ongelijkheid: sociale structuren bevorderen sommige
1. Manifeste functies, herkent en bedoeld groepen en niet gehele systeem
2. Latente functies, onbedoelde positieve gevolgen - Macht: bovenliggende groepen proberen te handhaven ten
3. Disfuncties, onbedoelde nadelige gevolgen kostte van onderliggende groepen
- Sociale functies: Alles wat er gebeurt heeft een functie - Sociale stratificatie: Onderverdelen in subcategorieën
- Sociale structuur: hoe grijpen functies van samenleving in
elkaar? Karl Marx, machtigen – onmachtigen
- Cultuur: Olie tussen de tandwielen = Economisch kapitaal
- Socialisatie: internaliseren van rolverwachtingen - Sociale orde door macht en overheersing (opleggen van
- Sociale controle: positieve en negatieve sancties op normen en waarden.
naleving rollen (deviantie) - Economische tegenstellingen en klassenstrijd
Religie (Illusie)
Emille Durkheim, sociale feiten: Materialistisch
- Hierdoor ontstaat er een dwingende macht om te kunnen Het verbergt de klassenverhoudingen en het legitimeert de
functioneren belangen van de heersende klasse
Religie Totemism (religie = geheel) Hierdoor geen openlijk conflict
Verering van verborgen onpersoonlijke kracht met Geen controle over eigen levensomstandigheden, maar
enorme macht over leven onderworpen aan onbegrijpelijke krachten
Mensen denken dat dat god is, maar is de samenleving - Proletariaat vs bourgeoises
Oorzaak + gevolg van religie is beide sociale cohesie - Kapitalisme
(religie is functie van sociale cohesie)
- Stabiliteit De Bois, de neger in de Amerikaanse samenleving na de
- Goed geïntegreerde elementen slavernij
- Orde door consensus en leden - Verandering
- ‘Conflict’ tussen elementen
Industrialisatie/arbeidsdeling: - Orde door overheersing van leden over andere leden
= Van mechanisch Organisch (man/vrouw) Bourdieu
OvereenkomstVerschillen (geïndividualiseerde identiteit) = Niet alleen economisch, maar ook immaterieel kapitaal
- Economisch
= Financiële middelen of bezittingen die geldelijke
waarde hebben
- Sociaal
= Netwerk met sociale contacten
- Cultureel
- Inzicht hebben in hoe instituties werken
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller reneevanruiten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.22. You're not tied to anything after your purchase.