100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Nederlands taalkunde $7.06   Add to cart

Summary

Samenvatting - Nederlands taalkunde

 44 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van Nederlands Taalkunde : 1ste jaar Toegepaste Taalkunde - gegeven door Priscilla Heyndrickx - Bevat Woordsoorten, Zinsontleding van de Enkelvoudige zin (binnenbouw en buitenbouw) & Samengestelde zin.

Preview 3 out of 26  pages

  • December 18, 2023
  • 26
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Woordsoorten
Het is een mooie dag
Persoonlijk voornaamwoord: 3de persoon, enkelvoud, onderwerpsvorm, doffe vorm, onzijdig
Werkwoord
Lidwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Zelfstandig naamwoord

1) Lidwoord  het, de (bepaald)
 een (onbepaald)
°Altijd samen optreden met substantief!

2) Werkwoord  Hoofdwerkwoord: betekenisvol, kunnen optreden zonder ander ww
°Zelfstandig ww: volle betekenis ik loop, ik lach, …
°Koppel ww: aanvulling nodig van adjectief, substantief, …
-> zijn (beschrijving toestand – grammatica is leuk)
-> worden (verandering toestand – grammatica wordt leuk)
-> blijven (voortdurende toestand – grammatica blijft leuk)
 Hulpwerkwoord: ander ww nodig
°Hulpww van tijd:
-> voltooide tijd: hebben, zijn
-> toekomende tijd: zullen
OTT: hij lacht
OVT: hij lachte
O Toekomende T: hij zal lachen
VTT: Hij heeft gelachen
VVT: Hij had gelachen
V Toekomende T: hij zou gelachen hebben
-> hulpww van voltooid
°Passief:
-> worden
-> zijn
°Modaliteit: subjectieve kleuring aan zin, hoe je erover denkt
Verplichting: hij moet morgen komen
Mogelijkheid: hij kan morgen komen
Toelating: hij mag morgen komen
°Aspect:
Het regent
Het stopt met
Het begint te regenen
regenen




Het blijft regenen

,3) Bijwoord : zijn onveranderlijk, hebben typische betekenis
hier, daar, overal, …

4) Telwoord  Tellend: drie - vormvariant dertig, …
 Ordenend: iets in orde zetten eerste, …
 Absolute: als het om het volledige aantal gaat: alle, beide

5) Voornaamwoord : verwijst naar entiteit (= iets dat een bestaan heeft) Jan is ziek. Hij blijft thuis.
 Persoonlijk voornaamwoord
°Volgens personen (1 ste, 2de, 3de )
°Via getal (enkelvoud, meervoud)
°Via vorm (onderwerpsvorm: zinsdeel is onderwerp
hij lacht
voorwerpsvorm: zinsdeel is LV
ik lach hem uit )
°Volle vorm, doffe vorm




°Mannelijk, Vrouwelijk, Onzijdig
 Bezittelijk voornaamwoord
°Volgens personen (1 ste, 2de, 3de )
°Via getal (enkelvoud, meervoud)
°Volle vorm, doffe vorm




°Mannelijk, Vrouwelijk, Onzijdig

 Aanwijzend voornaamwoord: die, dat, deze, dit
°Zowel wijzend (deze jongen, die daar, …) als verwijzend (in tekst verwijst Jan is
ziek, die jongen blijft thuis)
 Vragend voornaamwoord : wie (persoon)
°Eindigt op ‘?’ wat (iets)
waar (plaats)
waarom (reden)

,  Wederkerend voornaamwoord / Wederzijds voornaamwoord
hij wast zich / ze bekijken elkaar (2 richtingen)
°Voorkomen in reflexieve werkwoorden: zich wassen, zich vergissen, …

 Betrekkelijk voornaamwoord : lijkt op aanwijzend vnw
het meisje dat daar staat

°verbindt hoofdzin en bijzin met elkaar
 Onbepaald voornaamwoord : duidt iets onbekend aan
iemand / iets --- niemand / niets

6) Zelfstanding naamwoord : entiteit, verwijst naar iets -stofnamen: katoen, ijzer, wol, zijde, …
-persoonsnamen: Jan, Retie, …
-…
°Meervoud – stofnamen hebben geen meervoud
kaas (stofnaam) -> kazen (geen stofnaam)
°De/het – persoonsnamen hebben geen de/het
de Retie, het Nele de stoel, …
°Verkleinwoord – stofnamen niet
wijn (stofnaam) -> wijntje (geen stofnaam)
-- persoonsnamen wel
Jantje, Neleke, …
Blauw = adjectief
Een blauwtje (=zelfstanding naamwoord) gelopen

7) Voegwoord  Nevenschikkende
°En : zowel het ene als het andere
°Maar : tegenstelling
°Of : de ene of de andere
°Want : een reden ik blijf thuis want ik ben ziek
(de meest voorkomende)
 Onderschikkende : specifieke betekenis
nadat (relatie met tijd), als, indien, terwijl, hoewel (toegeving), omdat, …

8) Bijvoeglijk naamwoord : kent kenmerk toe aan substantief
°een mooi huis : ATTRIBUTIEF (tussen lidwoord & substantief)
°het huis is mooi : PREDICATIEF (door koppelww verbonden aan substantief)

°hij loopt snel : ADVBERBIAAL (zegt iets over ww)

-e
 Buigings : sommige wel, sommige niet
ijzer – ijzere
beige – beigee
 Trappen van vergelijking :
mooi (positief) – mooier (comparatief) – mooist (superlatief)
- stofnamen niet
tellende trap - vergrotende trap - overtreffende trap

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stenepaal. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80467 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.06  1x  sold
  • (0)
  Add to cart