1. What is Parkinson’s disease (PD)?
2. What are risk factors or causes for the development of PD?
3. Which brain areas (neurotransmitters) are related to PD?
4. How can you treat PD?
5. What is a tic-disorder? Emphasis on Tourette syndrome (incidence, course, etiology,
treatment)?
6. Which brain areas are linked to Tourette syndrome?
7. Which neurotransmitter is linked to Tourette syndrome?
8. How can you treat Tourette syndrome?
9. What is deep brain stimulation (DBS)?
10. The link between TS (Tourette syndrome) and PD (Parkinson’s disease) (also inverse
relations)?
Kolb, B. & Whishaw, I.Q. (2015). Fundamentals of Human Neuropsychology (7th Edition).
New York: Freeman. All relevant information concerning Tourette’s syndrome and
Parkinson’s disease
Tourette’s syndrome:
p. 73 Kolb:
Excessive movement: The most frequent symptoms in Tourette’s syndrome are involuntary motor
tics, especially of the face and head, and complex movements such as hitting, lunging, or jumping.
Tourette’s is also characterized by involuntary vocalizations, including curse words and animal
sounds. Both diseases are associated with loss of neurons within the basal ganglia.
Overmatige beweging: De meest voorkomende symptomen in het syndroom van Tourette zijn
onvrijwillige motorische tics, vooral van het gezicht en het hoofd, en complexe bewegingen zoals
slaan, lungeren of springen. Tourette's wordt ook gekenmerkt door onwillekeurige vocalisaties,
waaronder vloekwoorden en diergeluiden. Beide ziekten zijn geassocieerd met verlies van neuronen
binnen de basale ganglia
p. 246 Kolb:
Such involuntary movements, or hyperkinetic symptoms, also related to caudate putamen damage,
appear in the unwanted tics and vocalizations peculiar to Tourette’s syndrome. People with
Tourette’s syndrome make involuntary movements such as head twists or sudden movements of a
hand or arm or will often utter a cry.
Dergelijke onwillekeurige bewegingen, of hyperkinetische symptomen, ook gerelateerd aan caudate
putamen schade, verschijnen in de ongewenste tics en vocalizations eigen aan het syndroom van
Tourette. Mensen met het syndroom van Tourette maken onwillekeurige bewegingen zoals
hoofdwendingen of plotselinge bewegingen van een hand of arm of zullen vaak een huil uitdrukken
These two opposing sets of symptoms – hyperkinetic (Tourette’s syndrome) and hypokinetic
(Parkinson’s disease) – that occur after basal ganglia damage suggest that one of its major functions
is to modulate movement.
,Deze twee tegenovergestelde sets van symptomen - hyperkinetische (Tourette's syndroom) en
hypokinetische (ziekte van Parkinson) - die optreden na basale ganglia-schade suggereren dat een
van zijn hoofdfuncties de beweging moduleert
Keele & Ivry: the basal ganglia’s underlying function is to generate the force required for each
movement. Some types of basal ganglia damage cause errors of too much force and result in
excessive movement, whereas other types of damage cause errors in too little force and result in
insufficient movement.
Keele & Ivry: de basisfunctie van de basale ganglia is om de kracht die nodig is voor elke beweging te
genereren. Sommige soorten basale ganglia schade veroorzaken fouten van te veel kracht en
resulteren in buitensporige beweging, terwijl andere vormen van schade fouten veroorzaken in te
weinig kracht en resulteren in onvoldoende beweging
Basal ganglia circuits are complex. They affect motor cortex activity through two pathways: one
inhibitory and the other excitatory. The two pathways converge on an area of the basal ganglia called
the internal part of the globus pallidus (GPi).
Basale ganglia circuits zijn complex. Zij hebben invloed op motorische cortexactiviteit via twee
trajecten: één remmend en de andere excitator. De twee wegen convergeren op een gebied van de
basale ganglia, het interne deel van de globus pallidus (GPi) genoemd.
,(Belangrijk Plaatje!!)
The GPi in turn projects to the thalamus (specifically, to the anterior thalamic nucleus) and the
thalamus projects to the motor cortex. The GPi acts like a volume control because its output
determines whether a movement will be weak or strong. De GPi onderdrukt normaliter de thalamus.
De GPi projecteert op zijn beurt naar de thalamus (specifiek naar de voorste thalamische kern) en de
thalamusprojecten naar de motorcortex. De GPi werkt als een volumeregeling omdat de output ervan
bepaalt of een beweging zwak of sterk is. De GPi ondersteunt normaliter de thalamus
If activity in the inhibitory pathway (pink) is high relative to that in the excitatory pathway (green),
inhibition predominates in the GPi, and the thalamus is free to excite the cortex, thus amplifying
movement.
Als de activiteit in de remmende pathus (roze) hoog is ten opzichte van die in de excitatieweg (groen),
domineert remming in de GPi, en de thalamus is vrij om de cortex te stimuleren, waardoor de
beweging versterkt wordt.
If, on the other hand, activity in the excitatory pathway is high relative to that in the inhibitory
pathway, excitation of the GPi will predominate and then inhibit the thalamus, thus reducing input to
the cortex and decreasing movement force.
Als de activiteit in de excitatoire path echter hoog is ten opzichte van die in de remmende weg, zal de
excitatie van de GPi de overheersing van de thalamus overbruggen en vervolgens remmen, waardoor
de ingreep van de cortex en de afnemende bewegingsmacht wordt verminderd
The idea that the GPi acts like a volume control over movement has been instrumental in devising
treatments for Parkinson’s disease, in which movements become increasingly difficult to perform.
Recordings made from cells of the GPi show excessive activity in people with Parkinson’s disease, and
consistent with the volume-control theory, movements are more difficult to make. If the GPi is
surgically destroyed in Parkinson patients or if it is electrically stimulated to interfere with its output,
muscular rigidity is reduced, and Parkinson patients are able to make more-normal movements.
Thus, the technique of stimulating the GPi or other structures in the basal ganglia circuitry with deep
brain stimulation is one treatment for the rigidity in patiens with Parkinson’s disease.
Het idee dat de GPi werkt als een volume controle over beweging, heeft bijgedragen aan het
ontwikkelen van behandelingen voor de ziekte van Parkinson, waarbij bewegingen steeds moeilijker
worden uitgevoerd. Opnamen gemaakt van cellen van de GPi tonen overmatige activiteit bij mensen
met de ziekte van Parkinson, en in overeenstemming met de volume-control theorie zijn bewegingen
moeilijker te maken. Als de GPi chirurgisch wordt verwoest bij Parkinson-patiënten of als het
, elektrisch gestimuleerd wordt om de werking ervan te verstoren, wordt de spierstijfheid verminderd
en kunnen Parkinson-patiënten meer normale bewegingen maken. Zo is de techniek om de GPi of
andere structuren te stimuleren in de basale ganglia-schakeling met diepe hersenstimulatie, een
behandeling voor de stijfheid in patiens met de ziekte van Parkinson.
p. 776-777 Kolb:
The symptoms tend to envolve and to become more elaborate with age. Gilles de la Tourette
describes three stages.
1. In the first, the only symptoms are multiple tics (twitches of the face, limbs, or the whole
body).
2. In the second stage, inarticulate cries accompany with multiple tics.
3. In the third stage, the emission of articulate words with echolalia (repeating what others
have said, as well as repeating actions) and coprolalia (‘obscene/lewd speech’) join the
multiple tics and inarticulate cries.
De symptomen hebben de neiging om te volgen en met ouderdom uitgebreider te worden. Gilles de la
Tourette beschrijft drie fasen.
1. In de eerste, de enige symptomen zijn meerdere tics (trillingen van het gezicht, ledematen of het
hele lichaam).
2. In de tweede fase begeleiden inarticulate cries met meerdere tics.
3. In de derde fase gaan de uitstoot van gearticuleerde woorden met echolalia (herhaling van wat
anderen hebben gezegd, maar ook herhalende acties) en coprolalia ('obscene / waanzinnige spraak')
bij de meervoudige tics en onarticulate cries.
Gilles de la Tourette recognized that people with the syndrome could be intelligent and productive
and were not neurotic or psychotic. He also noted that the syndrome, or parts of it, ran in families
and thus seemed hereditary. He pointed out that although the symptoms lessened or disappeared
during fevers, there was no treatment, so the symptoms were likely to be with the person for life.
Gilles de la Tourette erkende dat mensen met het syndroom intelligent en productief zouden kunnen
zijn en niet neurotisch of psychotisch waren. Hij merkte ook op dat het syndroom, of delen van het, in
families liep en dus erfelijk lijkt. Hij wees erop dat hoewel de symptomen tijdens de koorts werden
verminderd of verdwenen, er geen behandeling was, zodat de symptomen waarschijnlijk bij de
persoon voor het leven zouden zijn.
The incidence of Tourette’s syndrome has risen over the past decades to about 1 in 360 persons. The
average age of onset ragnes between 2 and 15 years, with a median of 7 years; by 11 years of age,
symptoms have appeared in 97 percent of cases.
De incidentie van het syndroom van Tourette is de afgelopen decennia gestegen tot ongeveer 1 op
360 personen. De gemiddelde leeftijd van het begin ragnes tussen 2 en 15 jaar, met een mediane van
7 jaar; Bij 11 jaar zijn symptomen verschenen in 97 procent van de gevallen.
The most frequent symptoms are tics of the eye, head, or face (97 percent), upper limbs (81
percent), and lower limbs and body (55 percent). Complex movements including touching, hitting,
and jumping appear in 30 percent to 40 percent of cases. Coprolalia may develop in as many as 60
percent of cases and then disappear in one-third of them.
De meest voorkomende symptomen zijn tikken van het oog, hoofd of gezicht (97 procent), bovenste
ledematen (81 procent), en onderste ledematen en lichaam (55 procent). Complexe bewegingen
waaronder aanraken, raken en springen verschijnen in 30 procent tot 40 procent van de gevallen.
Coprolalia kan zich ontwikkelen in zo veel als 60 procent van de gevallen en verdwijnen dan in
eenderde van hen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ib17. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.16. You're not tied to anything after your purchase.