100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Kernthema's van de Bestuurskunde $7.16   Add to cart

Summary

Samenvatting Kernthema's van de Bestuurskunde

 4 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Het is een samenvatting van de literatuur van Kernthema's van de Bestuurskunde. Het is een samenvatting van zowel het boek als de hoorcolleges. Alle tien de hoofdstukken van Openbaar Bestuur (van den Berg et al, 2021) staan erin. Er wordt 1 pagina besteed aan de hoofdlijnen van de gastcolleges van ...

[Show more]

Preview 5 out of 25  pages

  • Yes
  • December 18, 2023
  • 25
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Kernthema’s van de Bestuurskunde
Hoofdstuk 1 De wereld van het openbaar bestuur
Bestuurskunde is geen normale wetenschap:
o Empirisch: de realiteit beschrijven zoals die is, gebaseerd op feitelijke observatie
(analyseren).
o Normatief: oordelend over beleid, wat vinden we ervan? (volgens ethische, morele,
democratische en rechtvaardigheidsnormen) Waar is de kennis op gebaseerd?
Waarom?
o Prescriptief: iets voorschrijven (volgens regels), oplossen, hoe kan het beter? Advies

Bestuur kan globaal gesproken drie betekenissen hebben:
1. De activiteit van het besturen
2. Een specifieke groep van personen die samen besturen (bv. verenigingen)
3. Geheel van personen, instellingen, organisaties, activiteiten en procedures van
besturing in brede zin.

“De staat” Middenveld “De markt”
Publiek domein Privaat domein
Overheid Zelfstandige Private Private Bedrijfsleven
Politiek Ambtelijk publieke organisaties organisaties
organisaties met (deels) zonder
publieke winstoogmerk
taken
Openbaar bestuur: geheel van organisaties en activiteiten die primair zijn gericht op de
besturing van de maatschappij (overheid, politiek, ambtelijk, semioverheid (ZBO’s,
Nederlandse zorgautoriteit, ProRail)).
Overheidsorganisaties bestaan voor een groot deel uit een politieke leiding en ambtenaren.

Kernbegrippen openbaar bestuur
Kernbegrip Omschrijving Voorbeelden
Politiek Het politieke systeem: Europees Parlement, Staten-Generaal,
volksvertegenwoordigers Provinciale Staten, gemeenteraden,
en gezagdragers met Europese Raad, regering, colleges van
politieke B&W, Algemene besturen
verantwoordelijkheid Waterschappen
Ambtelijk apparaat De aan politieke EU-agentschappen, Europese comités,
gezagsdragers Departementen (Ministerie van
ondergeschikte Financiën), Diensten van de gemeente
organisaties en Den Haag (Dienst Stedelijke
functionarissen Ontwikkeling van de gemeente Den
Haag), Nederlandse ambassades in het
buitenland, Penitentiaire inrichtingen
Overheid Politieke instituties plus
het ambtelijk apparaat
Zelfstandige Niet rechtstreeks aan Havenbedrijf Rotterdam, Autoriteit
Bestuursorganen politieke gezagsdragers Consument en Markt, Centraal Bureau

, ondergeschikte publieke voor de Statistiek, Onderzoeksraad
organisaties en voor Veiligheid
functionarissen
Publieke sector Alle organisaties met een Overheid plus zelfstandige publieke
publiekrechtelijke organisaties
grondslag
Private organisaties Organisaties met een APK-garages, Universiteit Leiden,
met (deels) publieke privaatrechtelijke Erasmus Medisch Centrum,
taken grondslag die ten minste Woningcorporatie Portaal, notarissen
voor een deel van hun
activiteiten een publieke
taak uitvoeren
Private organisaties Particuliere organisaties FNV, Greenpeace, ANWB, Ajax, Rode
zonder die geen publieke taak Kruis, Stichting Varkens in Noord
winstoogmerk uitvoeren en geen
winstoogmerk hebben
Private sector Alle organisaties met een Bedrijfsleven plus middenveld
privaatrechtelijke
grondslag
Bedrijfsleven Particuliere organisaties Shell, Google, Philips, Coca Cola
met winstoogmerk
Zelfstandige Academische Ziekenhuizen,
publieke Universiteiten, Overige
organisaties publiekrechtelijke ZBO’s

Publiekheid: mate waarin een organisatie tot de publieke sector behoort (elke organisatie is
publiek want iedereen moet zich houden aan wet- en regelgeving van de overheid),
afgemeten aan de dimensies eigenaarschap, bekostiging en politieke controle

Multi-level governance: besturen vindt plaats op meerdere schaalniveaus (multi-level) en
gebeurt zowel door overheden als andere partijen (daarom niet government maar
governance).
Horizontale dimensie = verschillende taken: regelgevend, uitvoerend, handhavend,
toezichthoudend, dienstverlenend, etc. (staat, middenveld en markt)
Verticale dimensie = EU, nationaal, provinciaal, gemeentelijk
 Bestuursconcept waarbij meerdere niveaus van overheid, zoals lokaal, regionaal, en
nationaal, samenwerken om beleid te maken en uit te voeren. Het impliceert decentralisatie
van macht, gedeelde verantwoordelijkheden, samenwerking en flexibiliteit in
beleidsvorming

,Huis van Thorbecke:
Thorbeckes idee werkte niet meer door de globalisering en de
komst van de EU als bestuurslaag




Gedecentraliseerde eenheidsstaat: staatsvorm waarin de landelijke overheid dominant is
via wetgeving en toezicht, maar waarin overige territoriale eenheden zelfstandige
bevoegdheden hebben (houden aan wet- en regelgeving, maar hoe je hier invulling aan
geeft, mag je zelf bepalen)

Globalisering: proces waarbij landen op economisch, cultureel, sociaal en politiek gebied
steeds meer met elkaar verbonden zijn.

Decentralisatie: de overheveling van taken en verantwoordelijkheden van de centrale
overheid naar een bestuursorgaan op lager territoriaal niveau.

Beoordelingskader van goed bestuur




o Democratie: Responsief bestuur  Openheid en interactie met de
omgeving/burgers, beleid moet passen bij de voorkeuren van burgers (verkiezingen,
inspraak etc.)
Een democratie gaat uit van volkssoevereiniteit. (Democratisch bestuur: bestuur dat
zijn legitieme macht ontleent aan de wil van de burgers)

, o Rechtmatigheid: Bestuur gebonden aan het recht  voldoen aan het juridisch kader,
grondwetten etc.
o Overheid handelt op wettelijke grondslag
o Controle op overheidsmacht checks & balances, bezwaar/beroep etc.
Rechtmatigheid: een waarde van goed bestuur waarbij men handelt in
overeenstemming met de geldende regels en besluiten.
o Doelmatigheid & Doeltreffendheid: Presterend bestuur
o Doeltreffendheid (effectiviteit): Het openbaar bestuur is succesvol als de
vooraf geformuleerde doelstellingen van het beleid ook daadwerkelijk
worden gehaald.
o Doelmatigheid (efficiency): De mate waarin doelen bereikt worden met
gebruikmaking van zo min mogelijk middelen.
o Integriteit: Onkreukbaar bestuur
o Morele principes eerbiedingen, o.a. geen machtsmisbruik,
belangenverstrengeling en discriminatie
Integriteit: handelen in lijn met geldende morele normen, waarden en regels (een
eigenschap van individuen of organisaties waarbij men eerlijk, oprecht en niet
omkoopbaar is) (wat is het beste voor het algemeen belang)
Integritisme: het onterecht/onjuist verabsoluteren of veralgemeniseren van het
integriteitsaspect  gelijk het label integriteit geven terwijl je nog niet weet of dat zo
is (de integriteitskaart al spelen terwijl je nog niet weet wat er aan de hand is)
(Investeren in het ene kader kan ten koste gaan van een van de andere kaders)

Het takenpakket van de overheid veranderd door de jaren heen:
o Regenten, nachtwakers en verzorgers (1648-1930)
 Regenten in de Republiek
 Nachtwakers in de eenheidsstaat
 Professionals in de verzorgingsstaat
o De groei van de verzorgingsstaat (1930-1973)
 Crisisbestrijding: overheidsexpansie
 Wederopbouw: technocratisering
o Van zorgen voor, naar zorgen dat (1973-heden)
 Van expansie naar beheersing
 Van government naar governance (het wordt meer registreren en beheren)
 Van verzorgingsstaat naar voorwaardenscheppende staat.

Verplaatsing vanaf midden jaren ’80 van staat naar markt: de overheid blijft aansturen maar
doet minder zelf
o Privatisering: overheid stoot taken af aan de markt (bijv. KPN & PostNL)
o Bedrijfsmatiger aanpak binnen overheid (New Public Management)
o Toename specialistische organisaties (Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO))
 Gespecialiseerd dus efficiënter
 Minder gevoelig voor politieke veranderingen
 Vooral gebruikt voor de uitvoering, handhaving en toezicht
 Ministeries kunnen zich meer op regelgeving richten
 Minder afbreukrisico voor ministers als er fouten worden gemaakt

, Nadelen van marktwerking
o Niet alle prestaties zijn meetbaar
o Fixatie op specifieke indicatoren kan afleiden van de kerntaak (bonnenquotum, past
ook bij new public management)
o Burgers zijn geen klanten, dus marktprikkels zijn niet altijd passend
o Verzelfstandige/privatisering betekent minder directe controle over het eindproduct;
politiek gedraagt zich daar alleen niet naar
o Niet altijd efficiënter

Van markt naar staat/maatschappij
o Meer eigen verantwoordelijkheid bij burger
 Participatiesamenleving: mantelzorg, exit basisbeurs etc.
o Minder vermarktting, minder verzelfstandiging, deels teruggang
 Bijv. ProRail wordt ZBO, nationalisatie van banken, mega interventie op
energiemarkt
Vermarkting
De staat

Verstatelijking




De markt Maatschappelijk middenveld
Vermaatschappelijking

 De markt: liberalisme, het individu kan het beste bepalen wat het beste is, zo klein
mogelijke overheid, zo laag mogelijke belastingen (VVD, D66)
 De staat: sociaal(democratie), de staat moet dingen oplossen om het speelveld gelijk te
houden (SP, GroenLinks, PvdA)
 De samenleving: christendemocratie (BBB, CDA, NSC, CU), burgers worden in staat
gesteld om voor elkaar te kunnen zorgen

Succesvol Public Governance (Compton, 2021) Ingrediënten om een maatschappelijk
probleem op te lossen (positieve benadering van succesvol beleid):
o Programmatisch succes: juiste beleidstheorie (oorzaken, leiden tot gevolg wat je wil
bereiken) met rechtvaardige verdeling van winst en verlies, er wordt nagedacht over;
zijn de verliezers voldoende gecompenseerd?
o Proces succes: inspraak (het voelt anders als er met je wordt besloten dan als er over
je wordt besloten), tegenspraak, expertise, capaciteit, passende beleidsinstrumenten
o Politiek succes: steun van alle relevante actoren (politiek draagvlak is belangrijk bij de
besluiten die je neemt, politieke partijen kunnen dan bijdragen)
o Langdurig succes: reputatie, reflectie op proces en programma (het liefst wil je een
zelflerende organisatie)
Voorwaardenscheppende staat: de staat activeert/faciliteert de burgers en de markt en
grijpt in wanneer vitale en maatschappelijke functies in gevaar komen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisa0022. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.16. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79223 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.16  2x  sold
  • (0)
  Add to cart