In deze samenvatting is de volledige stof van de voorgeschreven literatuur en de hoorcollege- en werkgroep-aantekeningen verwerkt! In de samenvatting wordt er ook verwezen naar bepaalde wetsartikelen voor extra ondersteuning. Met deze samenvatting haal je gegarandeerd een goed cijfer!
Week 1: Introductie van het materiële strafrecht en de structuur van het strafbare feit
In de eerste plaats normeert het strafrecht ons gedrag, maar ook het gedrag van de
overheid. Tegelijkertijd wordt het strafrecht zelf genormeerd d.m.v. regels die bescherming
vormen.
Het doel van strafrecht is vergelding en preventie. Preventie wordt onderverdeeld in:
- Generale preventie: de straf moet andere mensen afschrikken om hetzelfde te doen.
- Speciale preventie: de straf moet voorkomen dat de dader in herhaling valt.
Civielrechtelijke dagvaardingen worden verstuurd door de ene burger aan de andere om een
civielrechtelijk geschil uit te vechten ten overstaan van de burgerlijke rechter, terwijl
strafrechtelijke dagvaardingen worden verzonden door een officier van justitie om een
verdachte terecht te laten staan voor de strafrechter.
Het strafrecht wordt in sterke mate beïnvloed door besluiten van de EU en door uitspraken
van de HvJEU. Regels zoals rechtsbijstand bij het politieverhoor en de positie van het
slachtoffer zijn supranationaalrechtelijke regels.
Het strafrecht bestaat uit een drietal deelgebieden:
1. Materieel strafrecht gaat over de strafbare feiten & de regels van
aansprakelijkheid
2. Formeel strafrecht/strafprocesrecht gaat over de procedures, bevoegdheden om
onderzoek te doen, en n.a.v. de onderzoeken, beslissingen te nemen
3. Strafrechtelijk sanctierecht voorwaarden waaronder bepaalde straffen mogen
worden opgelegd en de uitvoering van de opgelegde (taak)straffen
Bronnen van strafrecht:
- Verdragen: VN, Raad van Europa etc.
- EU-recht: Richtlijnen, Verordeningen
- Wetgeving: nationaal en lokaal
- Rechtspraak: nationaal en internationaal
Commuun en bijzonder strafrecht:
- Commuun strafrecht: strafrecht in de wetboeken Sr & Sv
- Bijzonder strafrecht: al het strafrecht buiten de wetboeken (bijv. WVW, Opiumwet,
APV’s)
Een strafbaarstelling bestaat uit:
- Wettelijke delictsomschrijving: ‘Hij die opzettelijk een ander van het leven berooft…’
- Sanctienorm: ‘… wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoofste…’
- Wettelijke kwalificatie: ‘… als schuldig aan doodslag…’
Vierlagenmodel: vier voorwaarden voor een strafbaar feit:
1. Menselijke gedraging: zowel doen als nalaten, kan ook een toestand betreffen.
Art. 350 Sv schrijft voor dat de rechter zich buigt over de vraag of het ten laste gelegde feit
bewezen kan worden verklaard. Wanneer geen formele beletselen bestaan om het ten laste
gelegde feit te beoordelen beraadslaagt de rechtbank op den grondslag der telastlegging en
naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting over de vraag of bewezen is dat het
,feit door den verdacht is begaan. Als dat komt vast te staan, zal de rechter het feit bewezen
verklaren. Geen bewijs voor het begaan? Vrijspraak art. 352 lid 1 Sv.
2. Wettelijke delictsomschrijving: gedraging dat van de norm afwijkt + strafbaarstelling.
Twee vragen:
i. Waarom geldt deze regel? Legaliteitsbeginsel art. 1 lid 1 Sr.
ii. Wat is een wettelijke delictsomschrijving? In het bijzonder strafrecht zijn
delictsomschrijving en sanctienorm van elkaar gescheiden, waarbij de
delictsomschrijving wordt geformuleerd als een verbod gelede
normstelling).
Als de rechter het bewezenverklaarde niet kan kwalificeren OVAR
De woorden die deel uitmaken van een delictsomschrijving noemen we bestanddelen. Voor
strafbaarheid moet voldaan zijn aan alle bestanddelen.
Ontbreken van bestanddelen vrijspraak.
3. Wederrechtelijk: gedraging moet niet alleen vallen in wettelijke delictsomschrijving,
maar ook niet te rechtvaardigen zijn (HR Veearts-arrest). De wederrechtelijkheid
vervalt als de dader zich op een rechtvaardigingsgrond kan beroepen.
Formele wederrechtelijkheid: handelen in strijd met de letter van de wet.
Materiële wederrechtelijkheid: handelen in strijd met norm die de wet probeert uit te
drukken. Bij ontbreken van de materiële wederrechtelijkheid is een feit nooit strafbaar (HR
Opticien).
4. Schuld/verwijtbaarheid: persoon die het feit begaat moet uit vrije wil de
delictsomschrijving, wederrechtelijk hebben vervuld (HR Melk en Water-arrest).
Wederrechtelijkheid en schuld zijn elementen, en zijn aannemelijk geworden wanneer een
menselijke gedraging valt binnen de grenzen van een wettelijke delictsomschrijving.
Ontbreken van elementen OVAR.
Soorten delicten:
- Misdrijven en overtredingen
Het verschil tussen misdrijven en overtredingen:
- Absolute competentie: kantonrechter is alleen beperkt tot overtredingen, …
misdrijven worden meestal behandeld door de politierechter of de meervoudige …
kamer.
- Poging tot overtreding en medeplichtigheid is niet strafbaar i.t.t. misdrijven … … …
…(uitzondering art. 300 Sr)
- Bij misdrijven worden dwangmiddelen meer en sneller toegepast.
- Commissie- en omissiedelicten: een commissiedelict stelt een handeling, een actief
doen strafbaar (art. 142 Sr). Een omissiedelict stelt het nalaten van een handeling
strafbaar, een niet-doen (art. 255 Sr). Oneigenlijk omissiedelict: het delict wordt juist
door het nalaten begaan.
- Materieel en formeel omschreven delicten: formele delicten zijn delicten waarbij een
handeling strafbaar is gesteld (art. 151 Sr). Materiële delicten zijn delicten waarbij
het gevolg strafbaar is gesteld (art. 287 Sr).
- Gronddelicten, gekwalificeerde delicten en geprivilegieerde delicten: bij een
gronddelict is een bepaalde gedraging strafbaar gesteld (art. 287 Sr).
Een gekwalificeerd delict is ernstiger dan een gronddelict en kent een zwaardere
bestraffing (art. 289 Sr). Een geprivilegieerd delict is een lichtere variant met een
lagere strafoplegging t.o.v. een gronddelict (art. 290 Sr).
, - Krenkings- versus gevaarzettingsdelicten: bij een krenkingsdelict is een rechtsgoed
geschonden (art. 300 Sr). Bij een gevaarzettingsdelict bestaat slechts het gevaar voor
de schending van een rechtsgoed (art. 137d Sr)
Verschillende causaliteitstheorieën om oplossingen te geven voor moeilijke gevallen:
- Conditio sine qua non: heeft als uitgangspunt dat, indien bij het ontbreken van een
schakel in de reeks der gebeurtenissen het gevolg zou zijn uitgebleven, deze schakel
kennelijk onmisbaar is en derhalve als oorzaak aan te wijzen is ongeschikt.
- Causa-proximaleer: de veroorzakende factor die het dichtst bij het gevolg ligt, in
juridisch opzicht moet als oorzaak gelden problemen bij langere reeksen.
- Voorzienbaarheidsleer: nadruk ligt op de handeling waarvan kan worden gezegd dat
deze een gevolg heeft dat naar algemene ervaringsregels redelijkerwijs voorzienbaar
was toeval grote rol.
- Redelijkheidsbenadering: geldt hedendaags in het recht. Er wordt gekeken naar
redelijke toerekening.
Bronnen van mensenrechten
- Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
- Internationaal Verdrag Inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR)
- Europees Sociaal Handvest (ESH)
- Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (IVESCR)
Niet iedere inbreuk op een mensenrecht levert een schending van dat recht op. Alleen in het
geval van een ongerechtvaardigde inbreuk is er sprake van een schending.
Er zijn vier soorten rechterlijke colleges bij het EHRM:
- De alleensprekende rechters
- Comités 3 rechters
- Kamers 7 rechters
- De Grote Kamer 17 rechters
Het proces van het zoeken naar een juist antwoord op een rechtsvraag, wordt rechtsvinding
genoemd.
Voor de beantwoording van een rechtsvraag kan een beslissingsmodel worden gehanteerd:
1. Wat is de rechtsvraag die moet worden beantwoord?
2. Welke rechtsregel moet worden gehanteerd bij de beantwoording van de
rechtsvraag?
a. Wat kan uit de wetgeving worden afgeleid?
b. Wat kan uit de jurisprudentie worden afgeleid?
c. Wat kan uit verdragen worden afgeleid?
d. Zegt de literatuur iets dat voor de beantwoording van de rechtsvraag van belang
kan zijn?
3. Hoe moet de gevonden rechtsregel worden toegepast op de feiten in de casus?
HR Huizense Veearts-arrest
De veearts heeft de wet wel overtreden aar de doelstelling van de wet werd juist beter
nageleefd. De veearts heeft dus niet wederrechtelijk gehandeld.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dylanmfs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.48. You're not tied to anything after your purchase.