Complete samenvatting van het boek Bestuurlijke kaart van Nederland voor de vakken Bestuur & Beleid en Inleiding in de organisatie- en bestuurswetenschap
De internationale Hoofdstuk 11
context van het
bestuur
Hoofdstuk 4 NIET
Hoofdstuk 9 NIET
Hoofdstuk 12 NIET
,De bestuurlijke kaart van Nederland
Hoofdstuk 1: De bestuurlijke kaart van Nederland
Publiekrechtelijke grondslag (Publieke organisaties):
- het bestaan van een organisatie is wettelijk vastgelegd (bv. gemeente);
- Richten zich op het algemeen belang.
Private organisaties:
- Verenigingen, stichtingen en vennootschappen;
- Behartigen een deelbelang, van bijvoorbeeld de aandeelhouders of de leden;
- Omvat commerciële actoren.
Maatschappelijk middenveld:
- Maatschappelijke instellingen die publieke taken verrichten (ziekenhuizen en
culturele stichtingen)
- Geen winstoogmerk;
- Onderdeel van de private sector;
- Actoren die van grote invloed zijn op het functioneren van het openbaar bestuur in
Nederland
Kenmerken Nederlands openbaar bestuur:
● Constitutionele monarchie:
○ Koning is staatshoofd maar het handelen is gebonden aan een grondwet of
geschreven constitutie.
● Rechtsstaat:
○ Het overheidshandelen is onderworpen aan de regels van het recht.
○ legaliteitsbeginsel: de overheid mag alleen handelen op grond van wettelijke
bevoegdheden.
○ Burgers beschikken over grondrechten.
● Scheiding der machten:
○ De wetgevende, de uitvoerende en de rechtsprekende macht zijn
onafhankelijk van elkaar en controleren elkaar.
● Scheiding van kerk en staat:
○ Er is geen staatskerk.
● Parlementair stelsel
○ De bevolking kiest het hoogste besluitvormende orgaan, de Tweede Kamer,
waaraan de regering verantwoording schuldig is.
○ Burgerparticipatie
■ ministeriële verantwoordelijkheid: de ministers zijn verantwoordelijk,
ook voor het optreden van het staatshoofd en voor rijksambtenaren.
■ Vertrouwensregel: Ministers worden geacht af te treden zodra zij het
vertrouwen van de volksvertegenwoordiging verloren hebben.
■ Dualistisch parlementair stelsel: de volksvertegenwoordiging is
onafhankelijk van de regering en ministers kunnen geen deel
uitmaken van de Staten-Generaal. De gemeenten en de Provinciale
Staten zijn gescheiden van respectievelijk het college van
burgemeester en wethouders en het college van Gedeputeerde
Staten.
, ● De Nederlandse bevolking kiest geen bestuurders. De kroon benoemt formeel de
ministers, de burgemeesters en commissarissen van de koning.
● Kiesstelsel gebaseerd op evenredige vertegenwoordiging: het aantal zetels voor een
partij is in overeenstemming met de aanhang van die partij onder de bevolking.
● Gedecentraliseerde eenheidsstaat: enerzijds is er sprake van een rijksoverheid die
zaken aan lagere overheden kan opleggen; anderzijds zijn taken,
verantwoordelijkheden en bevoegdheden overgedragen aan lagere overheden.
● Veelvuldig samengewerkt tussen bestuurslagen via bestuurslaagoverstijgende
samenwerkingsverbanden die al dan niet een wettelijke grondslag kennen.
● Constitutioneel hof is niet aanwezig, zodat er geen onafhankelijk rechterlijke instantie
is die wetten toetst aan de Grondwet.
● Geen juryrechtspraak: de rechtspraak blijft het exclusieve domein van onafhankelijke
en deskundige rechters.
● Functioneel bestuur: bestuursorganen die een beperkt, wettelijk vastgelegd
tekenpakket hebben (bv. een waterschap).
● Maakt deel uit van de Europese Unie: veel nationale wet- en regelgeving wordt direct
of indirect door de Europese wetgeving bepaald (voorrang op nationale wetgeving).
De nadruk van het Nederlandse openbaar bestuur ligt op de draagkracht in de
besluitvorming: de mate waarin besluiten gedragen of gesteund worden door politieke
actoren.
De Nederlandse bestuursstijl:
1. Coalitie
2. Collegialiteit
3. Compromis
4. Consensus
5. Coöptatie (snelle opname van nieuwkomers in het bestel)
6. Coöperatie
, Hoofdstuk 2: De Nederlandse staat
Kenmerken van de staat:
1. Specifiek grondgebied (een territorium).
2. Is bevolkt
3. Wettelijke ordening en een bestuurlijke organisatie die gezaghebbende wet- en
regelgeving kan handhaven.
4. Een staat is erkend door andere staten.
Soevereine staat: een onafhankelijke staat die in het internationale recht gelijk is aan
alle andere staten.
- De Staat der Nederlanden (juridische term voor de Nederlandse overheid) is een
rechtspersoon: de staat is, net als een individu, bevoegd rechtshandelingen te
verrichten.
- Nederland, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten maken deel uit van het Koninkrijk der
Nederlanden. Elk land heeft een eigen gouverneur die de koning vertegenwoordigt.
- De Nederlandse koning is staatshoofd van het gehele Koninkrijk der Nederlanden.
- De regering van het koninkrijk bestaat uit de koning en de Raad van Ministers
(Rijksministerraad): bestaat uit de door de koning benoemde ministers en 3
gevolmachtigde ministers.
- De regeringen van Aruba, Curaçao en Sint-Maarten benoemen elk 1 gevolmachtigde
minister, die namens de regering van het eigen land optreedt.
- De Raad behandelt aangelegenheden die de vier landen raken.
- De regering van het koninkrijk oefent samen met de Nederlandse Staten-Generaal
de wetgevende macht uit.
- In het Nederlandse kabinet is 1 bewindspersoon in het bijzonder belast met
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).
- Op ambtelijk niveau wordt de bewindspersoon ondersteund door het
directoraat-generaal Koninkrijksrelaties.
Nederland is sinds de Grondwet van 1815 een constitutionele monarchie: een staat waarin
het koningschap verankerd is in een constitutie. De koning staat niet boven de wet, maar is
daaraan ondergeschikt.
Een constitutie: het geheel van elementaire geschreven en ongeschreven regels met
betrekking tot de organisatie van een staat (regels kunnen vastgelegd worden in een wet:
grondwet).
Twee principes parlementaire stelsel:
1. Ministeriële verantwoordelijkheid: De koning is onschendbaar en de ministers zijn
verantwoordelijk. Bestuursmacht ligt bij ministers, zij worden gecontroleerd door het
parlement.
2. Vertrouwensregel: Het kabinet moet vertrouwen van een meerderheid in de Tweede
Kamer hebben (ook een individuele minister of staatssecretaris).
Nederland is een rechtsstaat: De Nederlandse staat is onderworpen aan de regels van het
recht.
Kenmerken rechtsstaat:
● Overheidshandelen is gebaseerd op wetten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gwenjanssen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.63. You're not tied to anything after your purchase.