100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding tot de rechtsfilosofie $8.04
Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding tot de rechtsfilosofie

 19 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van 71 pagina's voor het vak Inleiding tot de rechtsfilosofie aan de VUB (Lesnotities)

Preview 4 out of 71  pages

  • December 19, 2023
  • 71
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Rechtsfilosofie: Hoorcollege 3
Eerste deel
 Recht is intrinsiek verweven met de rechtsvaardigheid die gegrondvest is op een Christelijk
wereldbeeld, een traditionalistisch christelijke opvatting dat ook een christelijke
natuurrechtsopvatting is
o Geldt voor heel de middeleeuwen – is een continu geldig kader gebleven

Crisis van de Res Publica Christi ana
Normale gang van zaken
 Res publica = publieke zaak > Republiek
 Res publica Christiana: opvatting waarbij de politieke systemen beschouwd worden als
slechts deelverzamelingen van een grotere overkoepelende ordening, nl. die van de
Christelijke kerk1
o Al die koninkrijkjes etc. worden verondersteld het katholiek geloof uit te dragen en
de eenheid van dat geloof te verdedigen en rein te houden
 Nl. het beschermen tegen ketters
 Desnoods met het participeren aan kruistochten etc. (bv. Kathaarse ketterij)
o Christelijke koningen worden beschouwd als ‘ministers’ 2: Worden beschouwd als
imperatores Christiani
 Kerk had dus heilig recht om ketterij te bestrijden en de wereldlijke overheid te verplichten
eraan mee te werken

Crisis bij reformatie
 Systeem geraakt in crisis bij de reformatie
 Luther en Calvijn treden op als grote hervormers van het Christendom dat ze beschouwen
als een corrupt geworden godsdienst die opnieuw moet herbronnen en aansluiting zoeken
tot de oorspronkelijke zuivere leer van dat Christendom
 In die periode van de 1ste helft van de 16de eeuw zullen ze (omdat het volk deze corruptie
ook ziet) steeds meer aanhang krijgen bij het volk
o Kerk was verworden tot een instituut dat steeds vaker op de meest bedenkelijke
wijze vervlochten was met de aardse macht of met winstbejag
o > Bv. aflatenhandel3
 Berust op de sleutelmacht van Petrus en al zijn opvolgers (de Pausen) die dat
dan zelf ook weer kunnen delegeren aan andere gezagsdragers
 In latere fase van de theologie-ontwikkeling en de dogmaontwikkeling is
naast de ‘hemel’ en de ‘hel’ nog een instantie bijgekomen gecreëerd door
theologen, nl. het ‘vagevuur’
 > Degenen die hier terechtkomen moeten er een tijdelijke straf ondergaan
en als die aan zijn einde komt kan men alsnog worden toegelaten in de
hemel  Aflaat is een verkorting van de tijd dat je hier moet
doorbrengen/strafvermindering


1
In Latijn: Eglesia
2
Zie ‘ministeriële functie van de koning in het politieke augustinisme’
3
Aflaat: Strafvermindering in het hiernamaals die je kan toegekend worden op de kerk

1

,  De Kerk kon dit dus uitdelen en gebeurde op basis van goede
daden/penitentie, op bedevaart gaan, naastenliefde etc.
  geëvolueerd naar een systeem waarbij de aflaten verkocht werden en de
kerk een systeem van winstbejag werd: kerk wordt op ingewikkeldere wijze
vervlochten met machtspolitiek omdat ook de kerkelijke ambten ook in
functie van vriendjespolitiek toegekend en verhandeld werden 4
 Luther en Calvijn strijden er dus voor ten strijde te trekken tegen het leergezag van de
theologen van de katholieke kerk en vinden heel dat instituut van de kerk overbodig en gaan
terug naar de 3 sola’s:
o Sola gratia: enkel de genade
o Sola fide: enkel het geloof
o Sola scriptura: enkel de heilige schrift
 Elke gelovige is zelf in staat de bijbel te lezen en de essentie te begrijpen, daar zijn de
katholieke theologen en hun institutioneel waarheidsbeheer niet voor nodig  Pauselijke
theocratie moet dus verworpen worden
 De radicaal hervormers zullen de Paus zelfs beschouwen als dienaar van de duivel: dat hij
een pact heeft gesloten met de duivel om de kerk te corrumperen zodat het een
machtsinstrument wordt ipv een spirituele kerk
 Reformatiebeweging zal zich uitbreiden in Europa
o I.t.t. wat de katholieke kerk met de andere ketterijen had gekund (het bestrijden),
lukt het bij deze reformatoren niet meer
 Reden: Reformateurs kunnen een grote beweging achter zich krijgen  er
ontstaan grote machtsconcentraties en zelfs koninkrijken
o Leidt tot conflicten omdat de protestantse en katholieke vorsten en de protestantse
en katholieke bevolkingen in hevige conflicten verwikkeld geraken: leidt tot
godsdienstoorlogen in Europa
 Dat religieuze geweten dat voor TvA een bron van consensus was5, is in het
tijdperk na de reformatie geen bron van consensus meer  Wordt een bron
van conflicten: leidt tot bloedige oorlogen in Europa en heeft tot gevolg dat
het bouwwerk van het christelijke natuurrecht in elkaar stuikt
 Visie op staatsrecht en strafrecht kan niet meer gestoeld zijn op het objectief recht van de
katholieke oorsprong omdat de protestanten en katholieken niet eens zijn over de
normatieve inhoud en de implicaties van het hogere recht.  Men verschilt zelfs op zeer
diepgravende wijze van mening
 Geïnspireerd door dat protestantisme zullen er allerlei theorieën ontstaan waarbij door
protestantse theologie geïnspireerde leren gepropagandeerd wordt dat er tirannieke
katholieke koningen de protestantse godsdienst op een repressieve wijze bestrijden en de
gewetensvrijheid van de onderdanen die andersgelovig zijn niet respecteren en men die tiran
als het ware mag bestrijden en van de troon mag stoten
o Gebeurt op theologische interpretatie van de Bijbel, waar de katholieken niet mee
eens zijn  Katholieken gaan dit in een contrareformatorische strijd gaan
bekampen: drijft polarisatie op de spits en aangevuurd door het godsdienstfanatisme
van beide zijden



4
Verkopen en verhandelen van kerkelijke ambten = simonie
5
Dat men zelf o.b.v. reden het onderscheid kent van wat goed en kwaad is en dient vertaald te worden naar de
menselijke wet – zie vorige les voor meer info

2

, geen consensus meer: discussie erover leidt tot het intensiveren en verhevigen van de reeds
bestaande conflicten  Dient te worden gezocht naar een nieuwe grondslag voor het wetgevende
gezag van de overheid en voor het recht van de overheid om wetsovertreders te bestraffen

Vrede van Augsburg
 De keizer van het HRR zal proberen om de vrede in het HRR te herstellen en een einde te
maken aan de godsdienstoorlogen
 Met de Vrede van Augsburg zal men een poging doen om een nieuwe rechtsprincipe ingang
te laten vinden, nl. Cuius regio eius religio6
o De koning bepaalt de religie van het territorium dat hij bestuurt
 Koning kan katholiek, Calvinistisch, Lutheraans etc.: onderdanen zijn dan ook
katholiek, Calvinistisch, Lutheraans etc.
o Dissenters hebben niet het recht om hun godsdienst binnen dat territorium vrij te
belijden, maar hebben wel het recht om te emigreren naar een andere regio waar
hun godsdienst wel dominant was
 Voorwaarde: moeten onroerende goederen achterlaten
o ! In Vrede van Augsburg was het Calvinisme wel nog niet erkend als een acceptabel
variant van het protestantisme – ging enkel over Katholieken en Lutheranen !

 Eerste stap naar co-existentiefilosofie, maar bewerkstelligt geen duurzame vrede

Godsdienstconflicten Frankrijk
 In Frankrijk woeden godsdienstconflicten voort en leidt in 1572 nacht van 23’08 op 24’08 tot
een gewelddadige en bloedige moordpartij, nl. de ‘Bartolomeusnacht’
o Franse Calvinisten7 worden door Franse katholieken vermoord
 Gevolg: daaropvolgende weken en nachten van vervolging zijn de Calvinisten
zelf tamelijk in grote getallen gaan vluchten naar de Lagelanden
o ‘Overwinning’8 wordt door de katholieke Paus gevierd met een plechtige gezongen
mis (De Deum) die opgedragen wordt ter ere van God: Paus Gregorius XIII laat een
zegepenning slaan om die overwinning in Parijs te vieren
 Nieuwe poging naar co-existentie: Hendrik IV zal een tolerantie-edict van Nantes
uitvaardigen waar de protestanten binnen bepaalde gebieden toch de vrijheid krijgen hun
godsdienst te belijden
o Was geen volledige tolerantie: zeer beperkte vorm van gedogen dat de protestanten
binnen bepaalde afgelijnde territoriale districten hun godsdienst mochten belijden
 Doet de gemoederen niet bedaren
 Lodewijk XIV zal dat edict van Nantes intrekken in 1685
o gaat het feit dat het Katholicisme nog steeds de officiële staatsreligie was van het
Franse absolutistische koninkrijk weer meer willen onderstrepen
o gaat dat Cuius regio eius religio aanscherpen tot de leuze van de Franse monarchie,
nl. ‘Un roi, une lois, une foix’9
o Let op volgorde: Koning > wet > geloof
 De koning bepaalt de wet en de wet tekent de reikwijdte uit die het geloof
nog zal toekomen en gaat over 1 geloof
6
[Wiens gebied, diens gebed]
7
Worden Hugenoten genoemd
8
Zo ziet de Paus Gregorius XIII dat
9
[1 koning, 1 wet, 1 geloof]

3

,  In FR: Katholicisme met een Gallicaanse draai, waarbij de Franse kroon zich toch een aantal
prerogatieven tegenover Rome toe-eigent en de jurisdictie van de Paus en de kerk toch een
beetje inperkt zijn ten voordele van het Franse koningdom
 Middeleeuws denkkader anders: Geloof > wet > koning
o Eerst het geloof gediend door de Paus, van daaruit komt de wet en op basis daarvan
moet de Koning het geloof dienen door een menselijke wet af te leiden van de
natuurwet
  ‘Nu’ niet meer want godsdienst is een bron van conflict geworden en aanleiding gegeven
tot godsdienstoorlogen
o Koning komt nu voorop: 1 koning > 1 wet > 1 geloof  belichaamt soeverein
staatsgezag
o Hij bepaalt de wet en ondertekent zijn wetten en ordonnanties met de rituele
formule: [Car tel est notre bon plaisir]: Ik koning der Fransen verkondig…Omdat het
mij zo belieft…
 Een verscherpte toepassing van een Romeinsrechtelijke regel uit de digesten
van de codex Justinianus: Quod principi placuit, leges habet vigorem [Wat
de vorst belieft, heeft kracht van wet]

Politi eke fi losofi e: consequenti es van de crisis van de res publica christi ana
door de godsdienstoorlog wordt opgepakt
 Bv. In de ‘Les six livres de la République’ van Jean Bodin10: publiceert het exact 4 jaar na de
Bartolomeusnacht, nl. 1576
 > De soevereiniteitstheorie als de nieuwe grondslag van het bindende karakter van het
publiekrecht voorzien van een filosofisch fundament
o Soeverein is de hoogste wetgever en zijn soevereiniteit is ondeelbaar en
onvervreemdbaar
 er kan geen opgedeelde soevereiniteit zijn 11 , kan niet doorgegeven te
worden etc.
o Soeverein is beeld van God op aarde, de luitenanten 12 van God op aarde met de
bedoeling de onderdanen te bevelen
 Vorst is wetgever die het ambt van de soevereiniteit uitoefent
 > Belangrijk om dat verschil goed te begrijpen in Jean Bodin’s filosofie over:
 de persoon van de soeverein: de menselijke persoon is sterfelijk en
dus tijdelijk
 het ambt van de soevereiniteit dat die persoon tijdelijk uitoefent:
Ambt van de soevereiniteit is onsterfelijk

 Soevereiniteit is hoogste bevelmacht, eeuwig en absoluut 13  Is dus niet aan de wet gebonden
want is zelf de bron van het recht: soeverein is fons juris14, dus zelf los van wetten want niemand kan
zichzelf binden15

Paradigmawisseling Bodin
10
Latijnse naam: Johannes Bodinus
11
Is nl. een contradictio in termines (contradictie in de termen zelf) – bv. droog water
12
Komt van ‘lieu tenant’ = plaatsvervangers
13
Absoluut = ab solutus est: losgemaakt van [de wet]
14
= de bron van het recht
15
Zoals TvA zei: voor de richtinggevende kracht van de wet wel gebonden, voor de dwingende kracht van de
wet niet

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lydiabondarenko. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.04
  • (0)
Add to cart
Added