De hoogte van een smeltpunt hangt af van de sterkte van de binding tussen de deeltjes. De molecuul
en vanderwaals-binding is bij kleine moleculen zwakker.
Op microniveau kan een stof pas een elektrische stroom geleiden als er geladen deeltjes aanwezig
zijn. Hoe makkelijker de geladen deeltjes zich door een materiaal kunnen verplaatsen, hoe beter de
stroomgeleiding. Opgeloste en gesmolten zouten geleiden stroom, omdat de positieve en negatieve
ionen vrij door de stof kan bewegen. Moleculaire stoffen geleiden in geen een fase elektrische
stroom.
In het water zijn de moleculen verbonden met waterstofbruggen. Die hebben een -OH of -NH groep.
Als een stof goed oplost in water is het hydrofiel. Als het slecht oplost is het hydrofoob.
Kunststoffen bestaan uit lange ketens. Door het oppervlakte zijn de VDW-bindingen erg sterk.
Ook wel plastics (vervormbaar bij hitte)
Je kan de VDW-binding sterker maken door de meso-structuur te veranderen, door de
polymeerketens naast elkaar te leggen i.p.v. kriskras door elkaar.
Homogene mengsels kunnen alleen worden gevormd als de verschillende stoffen zich in dezelfde fase
bevinden.
Een hydrofobe stof en een hydrofiele stof kunnen ook niet maken mengen. Door een emulgator kan
dat veranderen. Een emulgator is een stof waarvan de moleculen zowel een hydrofiele als hydrofobe
kant hebben. Het kan ervoor zorgen dat een emulsie kan blijven bestaan.
Paragraaf 2
Kunststoffen worden in de chemische industrie polymeren genoemd.
Bestaat uit lange moleculen
Een monomeer is de basis die word gebruikt voor een polymeer (monomeren achter elkaar word een
polymeer).
Bij een polyadditiereactie reageren monomeren met een dubbele binding bij elkaar.
In de structuurformule van een polymeermolecuul zie je de structuur van een monomeer steeds
terug. Dit heet een repeterende eenheid of monomeereenheid.
De eenheid ‘’n’’ word gebruikt om aan te duiden dat er meer van de stof is maar je niet weet hoeveel.
, Een initiator (stof) word gebruikt om bij een polyadditiereactie de dubbele binding open te laten
springen.
Bij een polycondensatie worden monomeren via een condensatiereactie aan elkaar gekoppeld.
Hierbij ontstaan bijv. ester- of amideverbindingen. Bij het polymeer zal in de hoofdgroep een
estergroep of een amidegroep aanwezig zijn. Een polycondensatiereactie heeft geen initiator nodig,
maar verlopen wel beter met een katalysator.
Polymeren waarbij monomeren die aan elkaar worden gekoppeld via een esterverbinding, heten
polyesters. deze esterverbinding ontstaat doordat zuurgroepen -COOH reageren met alcoholgroepen
-OH. Om een polyester te kunnen maken moet een monomeer 2 reactieve groepen bevatten,
daardoor kan er weer een nieuw monomeer aan het reactieproduct worden gekoppeld.
De ester die bij deze condensatiereactie is ontstaan, heeft aan beide kanten van het molecuul nog
reactieve groepen (aan de linker kant een -OH groep en aan de rechterkant een -COOH groep).
Polyamiden zijn polymeren waarbij de monomeren aan elkaar zitten met een amidebinding
Ook wel nylons genoemd.
Aan beide kanten van het molecuul zitten reactieve groepen, aan de linkerkant zit de -NH 2 en aan de
rechterkant zit de -COOH groep. De polycondensatiereactie kan daardoor aan beide kanten van het
polymeerketen doorgaan.
Paragraaf 3
Kunststoffen die bij het verwarmen zacht worden zijn thermoplasten, ze bestaan uit lange
polymeermoleculen die langs elkaar kunnen schuiven. Bij het verwarmen worden de VDW-bindingen
tussen de moleculen zwakker en worden ze zacht er vervormbaar.
Kunststoffen die bij het verwarmen hard blijven of ontleden zijn thermoharders, ze bestaan uit lange
polymeermoleculen die crosslinks met elkaar verbonden zijn. Ze kunnen niet langs elkaar schuiven.
Is een covalente binding die 2 of meer polymeerketens aan elkaar
koppelt
Tijdens het vulkaniseren worden de crosslinks gevormd door het rubber te laten reageren met
zwavel. Hoe meer crosslinks er ontstaan, hoe harder het rubber word. Met minder crosslinks word
het rubber elastischer.
Soms moeten bindingen zwakker worden gemaakt, dit kan door een weekmaker.
Een stof die bestaat uit kleine moleculen
(bevind tussen de polymeermoleculen)
De aanwezigheid van dubbele bindingen in polymeerketens zorgt voor grotere uv-lichtgevoeligheid.
Het polymeer breekt dan af onder invloed van uv-licht. Functionele groepen zijn ook nodig om een
materiaal biodegradeerbaar te laten zijn (het materiaal kan door schimmels en bacteriën worden
afgebroken)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisotterspeer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.