HC Medische Farmacologie 15-11-17
Geneesmiddelen, tijd-effect relaties & doseringsschema’s
De dosis plus de mate van resorptie bepaalt de intensiteit (= sterkte) van de werking van een
farmacon. De werkingsduur wordt weer bepaald door de eliminatie (= klaring) snelheid
(snelheid van de biotransformatie en excretie); de biotransformatie is de meest bepalende
factor. Er kan sprake zijn bij de eliminatie van nulde orde kinetiek of eerste orde kinetiek.
Eerste orde kinetiek komt het meest voor, dit is het fenomeen waarbij de afname een
constant percentage is van de concentratie.
Nulde orde kinetiek komt vooral voor bij verzadiging van biotransformatie enzymen, dit is
het fenomeen waarbij de afname een constante eenheid heeft in de tijd die onafhankelijk is
van de concentratie. Voorbeelden van stoffen die (snel) deze kinetiek volgen zijn alcohol en
aspirine. Stoffen die op deze manier worden geëlimineerd hebben een groter toxisch risico
omdat ze minder flexibel zijn.
In de afbeelding zie je de
bijbehorende concentratie/tijd
grafieken. Maar denk niet dat de
grafieken er altijd zo uitzien! De
grafiek voor de eerste orde
kinetiek kan ook lineair zijn
wanneer deze op een
logaritmische schaal is neergezet!
Let dus altijd goed op de assen
(dit komt waarschijnlijk terug in
het tentamen). Een ander
belangrijk verschil tussen de twee grafieken is dat er uit de grafiek van de nulde orde geen
halfwaardetijd is af te leiden en uit die van de eerste orde wel. Daarbij: de halfwaardetijd
voor een stof via de eerste orde kinetiek is altijd overal gelijk.
In de distributie fase van een farmacon kun je de eliminatiesnelheid
niet bepalen! Zorg dus altijd dat je ver genoeg op de grafiek naar rechts
zit om de distributie fase voorbij te zijn. Er is geen manier om het
omkeringspunt te berekenen (in elk geval niet gegeven), dus riskeer het
niet om te veel naar de distributie fase te neigen. Het nadeel echter
van ver naar rechts zitten op de grafiek: je bent minder precies.
Vergeet ook niet dat de distributie fase niet ophoudt wanneer de
eliminatiefase begint; de eliminatie wordt slechts bepalend.
Het (fictieve) verdelingsvolume is het vloeistofvolume waarover een
farmacon zich schijnt te verdelen. Het is een handige maatstaaf voor
het opstellen van doseringsschema’s en is te bepalen door een farmacon intraveneus toe te
dienen en de grafiek te extrapoleren naar t = 0. Je extrapoleert dus als het ware ‘langs’ de
distributie fase. Wat je ermee bereikt is het gecompliceerde meerdere compartimenten
model van het lichaam omzetten naar het een-compartiment model; het levert de
, hypothetische farmacon concentratie op als het zich instant had verdeeld over het hele
lichaam. Een klein weetje: des te lipofieler de stof, des te hoger op de y-as de extrapolatie lijn
te liggen komt en des te groter het fictieve verdelingsvolume.
Er bestaat een grote kans dat ook over het volgende een tentamenvraag wordt gesteld: de
factoren die de grootte van de halfwaardetijd (t ½) bepalen. De halfwaardetijd heeft twee
factoren die een grote rol spelen:
- De verdeling (het verdelingsvolume, opslag etc.)
- De klaringssnelheid
Kijk naar de tabel: hoe zou je de hoge t ½ van digitoxin
kunnen verklaren? Vergelijk de waarden voor klaring
en verdelingsvolume met andere farmaca. Het
verdelingsvolume is niet erg groot en de klaring staat
bij een van de laagste. Het kan dus niet aan een groot
verdelingsvolume liggen waarover het zich kan
verspreiden maar ligt dus wel aan de klaring.
Je wil met een farmacon graag bereiken dat deze een
lange werkingsduur heeft binnen het therapeutische
raam. Een veel gemaakte fout is echter om te denken
dat het toedienen van een 2 x grotere dosering de
werkingsduur ook 2 x zal vergroten. De halfwaardetijd
blijft namelijk hetzelfde en aanwezig, stel je geeft je
patiënt dus 200 mL van een drankje met farmacon
i.p.v. 100 mL wat je normaal doet, dan kost het je
lichaam maar 1 maal de halfwaardetijd extra om weer
terug te komen op de originele 100 mL. Dus, wil je een stabiele
concentratie bereiken, dan moet je herhalend toedienen. Je wilt
hiermee in het therapeutische raam komen te liggen, dus boven de
minimale effect concentratie en onder de toxische raam. Echter,
wanneer je een farmacon hebt, zoals digitoxin, met een hoge t ½
duurt het erg lang voor een stabiele concentratie is opgebouwd; in
dit geval kun je beter in 1 x een hoge concentratie geven, aangezien
deze toch lang in het therapeutische raam zal blijven hangen door de
t ½.
Over het algemeen is de steady state bereikt na zo’n 3 a 3,5 t
½, het duurt diezelfde tijdseenheid om het farmacon weer te laten
verdwijnen zodra de behandeling stopt. Des te vaker een farmacon
wordt toegediend, des te minder het ‘zaagtand effect’ zal zijn en men
beter binnen het therapeutische raam kan blijven. Het zaagtand
effect is echter niet zo’n probleem bij farmaca met een groot therapeutisch raam.
Factoren die de steady state beïnvloeden zijn: de onderhoudsdosering, de biologische
beschikbaarheid, het verdelingsvolume, de halfwaardetijd en het doseringsinterval.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AmberBesseling. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.91. You're not tied to anything after your purchase.