Dit document betreft een volledige samenvatting van de cursus verdiepend strafrecht. Zowel de kennisclips, als de discussiecolleges, de literatuur en de jurisprudentie worden samengevat. Ik ben bij elk college aanwezig geweest ter controle. Ik heb het vak met een 8,5 afgesloten.
, Kennisclips week 1 – Verdiepend strafrecht
De reikwijdte van de strafrechtelijke regulering
We gaan het hebben over strafbaarstelling, dus criminalisering. De strafwet is dynamisch.
Nieuwe strafbaarstelling: dragen van gezichtsbedekkende kleding op openbare plaatsen.
Veel discussie. Denk aan neveneffecten. Er zou meer verbaal en fysiek geweld zijn tegen
vrouwen die een boerka dragen. Met coronacrisis ook opspraak nu je wel een mondkapje
moet dragen, en gezichtsbedekkende kleding verboden is.
Strafbaarstelling schrappen: denk aan artikel over majesteitschending. Je mag de koning nu
niet voor alles uitmaken, maar geen extra hoge straf tegenwoordig.
Bovendien is er vaak discussie over gedrag dat misschien wel schadelijk is, maar niet als
zodanig strafbaar zijn. Denk aan pesten of overspel.
Ook kennen we gedragingen die strafbaar zijn, maar waarvan men afvraagt of dit wel
strafbaar had moeten zijn. Denk aan het in bezit hebben van harddrugs voor eigen gebruik.
Criminalisering en de sociale construct van criminaliteit
Formele versus de facto (de)criminalisering
Dit gaat over de formele, dus de wettelijke criminalisering. Criminologen hebben het over de
sociale constructie van criminaliteit.
Criminaliteit berust op door mensen gemaakte afspraken en ontstaat niet van nature. Wat
criminaliteit is, hangt af van hoe de samenleving erop reageert en degene die het regeert en
van degene die het definieert.
Criminalisering is proces waarin gedragingen als ‘strafbaar’ worden geëtiketteerd en aldus
als een strafrechtelijk probleem wordt gezien. Bijvoorbeeld: wittebrodencriminaliteit werd heel
lang als een strafrechtelijk probleem gezien. Dit is een nieuwe ontwikkeling dat hoge figuren
in het bedrijfsleven de gevangenis in gaan.
Of een gedraging als crimineel gezien of juist wordt gedecriminaliseerd, hangt af van de
politieke, culturele en maatschappelijke ontwikkelingen
Tot 1991 was verkrachting binnen het huwelijk niet strafbaar. Pas na druk van
vrouwenorganisaties is het strafbaar gesteld. Op het gebied van de zedenwetgeving zie je nu
weer ontwikkelingen doordat de maatschappelijke normen aan het verschuiven zijn. De
minister heeft voorgesteld meer vormen van seks tegen de wil strafbaar te stellen, zodat het
minder lastig wordt om te bewijzen.
Bij het proces van criminalisering zie je dat politici, media en belangengroepen ervoor zorgen
dat er meer aandacht komt voor een probleem. Het idee wordt daarmee gecreëerd dat een
probleem is ontstaan waar iets aan moet gedaan worden. Strafrecht wordt vaak gezien als
tendens om het op te lossen. Soms is een zwaar middel als het strafrecht niet nodig en soms
is het juist symbolisch bedoeld. Bijvoorbeeld bij het boerkaverbod.
Formele versus de facto (de)criminalisering
Dit gaat over feitelijke, de facto criminalisering. Sommige wetten bestaan maar worden haast
niet gehandhaafd. Denk aan het bezit van een kleine hoeveelheid softdrugs. Er kan
3
, gedoogbeleid zijn, bijvoorbeeld omdat het veel opsporingscapaciteit zou vergen om alle
feiten te vervolgen.
Als een delict uit de wet wordt geschrapt, komt dat vaak omdat het in de praktijk niet wordt
gehandhaafd. Denk aan godslastering in 2014 dat werd geschrapt. De laatste persoon die
hiervoor werd vervolgd was schrijven Gerard Reven. Hij werd in 1968 vrijgesproken van
godslastering in het beruchte Ezelproces. Hij had een brief geschreven over wat hij allemaal
zou doen met God als hij gereïncarneerd op aarde als ezel zou komen. Volgens de Hoge
Raad had hij niet de intentie om God te denigreren, maar om zijn liefde, gevoel en emotie te
uiten. Alleen smalende godslastering was strafbaar, waardoor zijn brief niet strafbaar is. Dit
proces was in een tijd waarin de normen in de samenleving veranderden. De samenleving
werd meer seculier en mensen begonnen het dominante christelijke geloof te bekritiseren.
De ezeluitspraak zette zo’n hoge standaard dat daarna nooit meer iemand is vervolgd voor
dit delict.
Hoe de strafbaarstelling in de praktijk uitwijst, is ook afhankelijk van de procesrechtelijke
regels van bewijs. Denk bijvoorbeeld aan zedendelicten die meestal in de privésfeer worden
gepleegd. Het woord van de verdachte staat daar tegenover het woord van het slachtoffer.
Wat accepteer je als bewijsminimum? Dit maakt uit voor de handhaving van een
strafbaarstelling.
Wat strafbaar is, wordt niet van nature gegeven. Het is het resultaat van een politiek en
maatschappelijk proces. De reikwijdte van het strafrecht hangt af van hoe het wordt
gehandhaafd.
Strafrecht als ultimum remedium
Van oudsher bestaat het idee dat het strafrecht is een laatste redmiddel dat pas mag worden
ingezet als er geen alternatief is. Het is een ‘ultimum remedium’. Ook als er een nieuw
wetsvoorstel wordt ingediend wordt dit mantra ook vaak herhaald.
Wat maakt het strafrecht nou zo bijzonder en zo ingrijpend dat we kritische vragen stellen
over strafbaarstelling?
- De mogelijkheid om een vrijheidsstraf op te leggen;
- De mogelijkheid tot het gebruik van strafvorderlijke bevoegdheden;
- Aard/doel van de sanctie, Het toevoegen van leed is het doel en niet primair het
herstellen van de situatie;
- Een veroordeling kan gevolgen hebben voor verkrijgen van een VOG;
- Symbolische werking / normatieve lading. De autoriteiten zeggen met
strafbaarstelling dat iets niet mag. Het gedrag wordt daarmee buiten de marges van
de samenleving geplaatst.
Een strafvorderlijke veroordeling heeft een stigmatiserende werking. Vandaar ook het
verschil tussen rechtsdelicten en wetsdelicten. Moreel verwerpelijke gedragingen worden via
het strafrecht gehandhaafd. Andere handelingen, die niet zo’n morele lading hebben, worden
via het (straffend) bestuursrecht gedaan.
Het strafrecht is zeer ingrijpend en wordt aldus gezien als een ultimum remedium. Aan de
andere kant heeft het strafrecht heel veel waarborgen. Er is een hoge mate van
rechtsbescherming. Ook veel discussie over verschil tussen strafrecht en bestuursrecht. Het
straf- en bestuursrecht groeien steeds meer naar elkaar toe.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LisannedeGraaf. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $15.75. You're not tied to anything after your purchase.