Sociale psychologie: thema 1: sociale cognities
Donkerpaars- structuur les
Groen – niet in handboek – extra te kennen
Zwart – oefening, vraag of opdracht
Oranje – video
Geel – leerstofoverzicht
Wat is sociale psychologie ? Groen
• De sociale psychologie = wil een antwoord bieden op de vraag hoe individuen reageren in
sociale situaties.
• Welke invloed heeft de aanwezigheid van anderen op het gedrag van een individu?
• De invloed die anderen op een individu hebben is meestal dwingend en tegelijk onbewust
• Bv. onbewuste beïnvloeding: iemand vertelt jou een verhaal. Tijdens het gesprek luister je
gewoon, maar na het gesprek merk je dat wat die persoon vertelde toch wel impact op jou
had/je voelt je onrustig…
• Bv. Denk aan een feest. Er staat een dj te draaien maar niemand danst want niemand wil de
eerste zijn om de dansvloer te betreden. Maar zodra een groepje mensen begint te dansen
barst de sfeer los en komen er nog dansen.
• Het ander gedrag moet je niet altijd zien gebeuren maar vaak is het voorspellen of
verwachten al voldoende om jou te beïnvloeden
• Op tijd komen in de les, omdat je bang bent dat als je te laat komt hierop een opmerking gaat
krijgen en iedereen jou als raar zal aanzien
Je kan niet niet communiceren (Groen)
Ook als je ervoor kiest om niet te communiceren geef je signalen af (denk aan sociologie – sociaal
handelen = Handelen dat betekenisvol betrokken is op dat van de anderen → dus een uitgestoken
hand weigeren of iemand negeren is ook sociaal handelen)
Als je aan anderen het signaal geeft dat je niet met hen wil praten, praat je met hen door te zeggen
dat je niet wil converseren. Zelfs al doe je dit non-verbal door bv de rug toe te keren.
Maar het omgekeerde geldt ook: je kan niet niet beïnvloed worden door anderen. Zodra er anderen
aanwezig zijn, zullen je denkproces, je gedrag, je emoties, je motivatie… wijzigen, of je het wil of niet
en of je het nu beseft of niet…
Bv trein → voldoende plaats: zal je niet heel dichtbij andere persoon zitten → privacy respecteren /
tonen dat je niet wil communiceren
Bureau werken → hoofdtelefoon opzetten als signaal niet storen
Wat is sociale psychologie? (Groen)
Het studiegebied van de SP = sociaal gedrag maar SP is niet
de enige wetenschap die sociaal gedrag bestudeert.
De sociologie is de wetenschappelijke discipline bij uitstek
die sociaal gedrag van mensen in kaart brengt en verklaart.
Maar toch is er een belangrijk verschil tss S en SP!
S = weinig aandacht besteden aan de individuele
gedragingen van een persoon, en eerder wetmatigheden
trachten te ontdekken in sociale structuren en gehelen
,SP bevindt zich op het raakvlak tss de algemene psychologie en de sociologie. (overlappen deels maar
versterken elkaar ook)
Sociologie kan alleen maar baat hebben bij inzichten/kennis over sociale interacties tss individuen
Psychologie gebaat bij inzicht in de wijze waarop gedragingen van individuen beïnvloed worden door
de aanwezigheid en gedragingen van anderen.
Twee vakgebieden gaan beide over sociaal gedrag
= de sociale psychologie is een studie die tracht te begrijpen, verklaren en voorspellen hoe de
gedachten, gevoelens en gedragingen van individuen beïnvloed worden door de waargenomen,
ingebeelde of impliciete gedachten, gevoelens en gedragingen van anderen
Het ander gedrag moet je niet altijd zien gebeuren, maar vaak is het voorspellen of verwachten al
voldoende om jou te beïnvloeden
Bv. op tijd komen in de les omdat je bang bent dat als je te laat komt en hierop een opmerking gaat
krijgen en iedereen jou als raar zal aanzien
1. Schema’s
Wat is sociale cognitie? =
• Processen waarbij we informatie
- Verwerven/ selectie/ opslaan
- Integreren/ organiseren/ opslaan
- Interpreteren
• Over mensen
- Anderen (sociale perceptie)
- Zichzelf (zelfperceptie)
1.1. Schema’s: Omschrijving
• Cognitie structuur
• Waarin eerder verworven kennis
• Over een stimulus of concept
- Over personen, opvattingen, fysieke daden, feiten, ….
- Kenmerken
, - Relaties tussen die kenmerken
• Is gepresenteerd
• Wat we denken over onszelf
• Wat we denken dat anderen over ons denken
->sociale cognitie heeft invloed op ons zelfbeeld
->sociale context heeft invloed op ons handelen
• Prototype: soort gemiddelde van een specifieke groep mensen bv.
• Script: verloop van opeenvolgende acties (gaat over een sociale situatie bv. hoe verloopt een
les, plaats afstaan aan oude mensen op de bus)
Gedrag dat niet past bij een script geeft meer info
Zelfschema (Groen)
Zelfkennis uit:
1) Zelfobservatie (kijken naar onszelf, wat merken we dat we doen en wat we niet doen?): je
kijkt naar jezelf, naar jouw prestaties, spiegelbeeld, gedrag… introspectie / zelfreflectie
2) Looking- glass self: anderen mensen zijn een spiegel voor jou: Anderen zullen jou kennis
verschaffen over hoe je bent en hoe je overkomt (feedback)
Soms heel expliciet (je doet ambetant) of impliciet, lachen heel veel met jou (zonder te
zeggen dat ze jou grappig vinden) of vinden jou irritant en vermijden jou
3) Sociale vergelijking: jezelf leren kennen door je te vergelijken met anderen. Je weet pas dat je
hard kan rennen nadat je af en toe wedstrijdjes loopt tegen anderen.
Pas op maat haatberichten – zie ook leerpad
1.2 Kenmerken
• Gestalt = geheel: schema niet zomaar opbouwen
• Top-down of theory- driven: vertrekt vanuit ons hoofd naar beneden, vertrekt vanuit theorie
en daarna gebruiken om naar iets te kijken
• Sturen persoonsperceptie
->vooral aandacht voor wat past binnen geactiveerd schema
• Schema’s beïnvloeden de herinnering
• Experiment: wat we onthouden wordt bepaald door hoe we naar iemand kijken
• Prescriptief (het schrijft ons iets voor)
- Bieden een beeld van hoe iets moet/ kan zijn en stuurt ons gedrag
- Attributies zoeken die schema in stand houden (verklaringen zoeken voor gedrag van
mensen bv. waarom komen studenten wel of niet naar de les?)
- Need for cognition (behoefte aan nadenken, leuk om uitgedaagd te worden, leuk om info
te krijgen die niet past bij het schema en schema durven aanpassen)
<->
need for certainty (mensen die liever vasthouden aan wat ze weten en kennen, de info
aanpassen aan het schema)
• Toegankelijker naarmate
- Vaker opgeroepen
- Recenter opgeroepen
• Door schema’s vlugger verwerking info
, • Label (niet altijd werkelijkheid)
• Schema’s activeren uit onszelf zonder externa aanbieding
• Schema’s kunnen opgeroepen worden door een stimulus uit de omgeving( bewust of
onbewust – subliminaal)
Subliminaal = stimulus dat je niet doorhebt dat hij er was
stereotypen worden automatisch geactiveerd bij het zien van foto’s van een
gestereotypeerde groep.
Laag of hoog bevooroordeelde mensen:
Activeren dezelfde stereotypen, maar gebruiken ze verschillend:
○ Personen die laagbevooroordeeld zijn: activatie van negatieve stereotypen maar
proberen die daarna te onderdrukken of bedwingen vanuit plichtsbesef of schuld
Laag: negatief schema wordt geactiveerd = ze doen er iets mee, schema proberen
onderdrukken en er tegen ingaan met gedachten
○ Personen die hoogbevooroordeeld zijn: activatie van negatieve stereotypen en
betrekken de geactiveerde stereotypen bij hun beoordeling van personen →
vooroordelen
Hoog: schema actief = niet onderdrukken maar het schema gebruiken
2 Configureren (= opbouwen van schema’s)
Maar welk schema gebruiken we nu wanneer? Hoe komt het dat we op bepaalde manieren denken?
• Verschillende effecten
• Effecten zorgen soms voor vertekening
2.1 Opvallende kenmerken
• Wat opvalt, valt op. Dit schema wordt onmiddellijk en als eerste geactiveerd
- Naam
- Geslacht
- Huidskleur
• Opvallendheid wordt bepaald door de context
2.2 Primacy- effect
Informatie die wij eerst over iemand krijgen beïnvloedt het globale oordeel meer dan later verworven
informatie (het eerste wat we zien of horen = gaat ons algemene globale oordeel beïnvloeden)
• Je kan maar een keer een eerste indruk maken
• Eerste indruk: vooral door lichaamstaal
Bvb. Kunstenaars, muziekgroepen die vastzitten aan eerste etiket
Verklaringen
Werking korte termijngeheugen
➢ Aan later verkregen informatie wordt minder aandacht besteed
➢ Latere informatie geïnterpreteerd in het licht van vroegere informatie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vandercruyssenlavina. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.04. You're not tied to anything after your purchase.