→ gezondheid (WHO, 1948)
= een staat van complete fysieke, mentale en sociale welbevinden en niet enkel afwezigheid van
ziekte of zwakte
→ gedrag: alles dat organisme doet dat actie inhoudt als respons op stimulus
→ respons van individu, groep of soort op zijn omgeving
→ psychologie: toepassen van principes van biologie voor studie van fysiologische, genetische en
ontwikkelingsmechanismen van gedrag in menselijke en niet-menselijke dieren
→ opkomst experimentele psychofysiologie en gedragsneurowetenschappen
● Primaire focus:
problemen die zich voordoen als lichamelijke klachten in tegenstelling tot problemen die zich
beperken tot emotionele of mentale gezondheid
● Doelgroepen:
1. gezonde mensen: voor gezondheidsbevordering en ziektepreventie
2. mensen met verhoogd risico op ziekte: risicovol gedrag, genetische dragers, …
3. mensen met acute gezondheidsproblemen of complexe zorgbehoeften
4. mensen met chronische ziekten
● Gezondheidspsychologie (APA)
= het samengaan van de speciale educatieve wetenschappelijke professionele bijdragen van discipline
van psychologie tot de promotie en onderhoud van gezondheid, preventie van ziekte, behandeling
van ziekte, identificatie van etiologische factoren en analyse van vooruitgang van systeem van
gezondheidszorg
● International classification of functioning, disability and health:
doel van ICF is om verenigde en gestandaardiseerde taal voor beschrijven en classificeren van
gezondheidsdomeinen en gezondheidsgerelateerde staten te voorzien en een gemeenschappelijk
kader te voorzien voor gezondheidsuitkomst metingen
→
● Behavioral medicine
1
, = interdisciplinaire veld dat zich bezighoudt met ontwikkeling en integratie van gedrags- en
biomedische wetenschappelijke kennis en technieken die relevant zijn voor gezondheid en ziekte en
toepassing van kennis en technieken op preventie, diagnose, behandeling en revalidatie
Korte geschiedenis rond lichaam en geest
● René Descartes (17e eeuw)
→ pijn = reflex van brein veroorzaakt door lichamelijk letsel
● Biomedisch model:
● Kritiek op biomedisch model:
1. lichaam-geest dualisme: monocausaal
2. reductionistisch: gedrag uitsluitend verklaard door chemie-huishouding in lichaam
3. ziekte-georiënteerd: negeert rechtstreekse invloeden van en op gedrag
4. ontoereikend: kan veel lichamelijke klachten niet verklaren
● Studie met vragenlijst naar symptomen
→ achteraf beoordeelt arts of symptomen medisch verklaard zijn
→ resultaat: 75% van symptomen beoordeeld als medisch onverklaarbaar
● Somatisatie
= neiging om somatische distress te ervaren en te communiceren en symptomen niet verklaard door
pathologische bevindingen maar geattribueerd aan fysieke ziekte en hiervoor medische hulp zoeken
● Kritiek op psychosomatisch model:
1. geen wetenschappelijke steun voor somatisatie in studies rond pijn
2. onduidelijk of klachten niet verklaard kunnen worden door medische bevindingen
3. klachten toegeschreven aan ziekte?
4. slechts bij 1 studie onderzocht of deelnemers hulp zochten voor klachten
Theoretische modellen
2
,● Diathese-stress model
= kwetsbaarheid (diathese) en stressoren werken in op gezondheid
● Kritiek op diathese-stress model:
1. identificatie van kwetsbaarheidsfactoren:
genetisch, biologisch, psychologisch en socio-cultureel
2. wat is stressor?
● Biopsychosociaal model:
● Ziekte (biologisch)
= schadelijke afwijking van organisme als verstoring van zelfregulerend biologisch proces
→ veroorzaakt door genetische predispositie, infecties, trauma, slijtage, …
● Klacht (gedrag)
→ gedrag: mogelijks behorend tot bepaalde ziekte
→ gerapporteerd: wat persoon ervaart (ziekterepresentatie)
→ geobserveerd door anderen: arts of specialist
● Cognitive-behavioral model:
→ primaire appraisal: hoe gevaarlijk? (perceptie van dreiging)
→ secundaire appraisal: wat kan ik doen? (perceptie van controle)
● Catastrofale interpretaties van pijn / pain catastrophizing scale
= ruminatie, magnificatie en hulpeloosheid
→ pijn + deze factoren verergeren gezondheid
● Verwachte dreiging en gevoel van controle heeft meer impact dan daadwerkelijke dreiging en
controle
→ soorten inactieve stof / schijnbehandeling:
● Affectief-motivationele modellen
→ soorten doelen:
1. vermijdingsdoelen = anticipatie van gevreesde of ongewenste toestanden (avoidance)
2. toenaderingsdoelen = anticipatie van gehoopte of gewenste toestanden (approach)
→ discrepantie tussen doel en huidige situatie → affect → actie
● Soorten acties bij doelconflicten:
1. assimilatie = acties om doel toch te bereiken
2. accommodatie = doel aanpassen
3. immunisatie = huidige situatie herdefiniëren
● Flexible goal adjustment:
→ vooral grotere goal disengagement capaciteiten voorspellen betere gezondheid
● Studie rond doelconflicten:
patiënten niet meer doelconflicten dan gezonde mensen maar ervaren die als aversiever en moeilijker
op te lossen
● Resilience / veerkracht:
● Dispositioneel optimisme
= een gegeneraliseerde positieve outcome verwachting
● Bijdrage optimisme aan lichamelijke gezondheid
→ gedragsmatig: bestendigheid / peristence bij obstakels
→ gezondere levensstijl: minder roken en fysiek actiever
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ifcdm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.