Dit document bevat alle nodige begrippen en uitleg over het OPO 'Ondernemingsrecht' van het 1ste jaar te UCLL Limburg. Bij alle benamingen en opsommingen staan ook de artikelnummers uit de Codex vermeld zodat dit makkelijk terug te vinden is.
De samenvatting bevat ook enkele schema's en is uitgew...
ONDERNEMINGSRECHT
DEEL 1: FUNDAMENTELE ELEMENTEN VAN HET ECONOMISCH RECHT
1.1 BRONNEN VAN HET ECONOMISCH RECHT
-> er zijn 4 bronnen van het economisch/ondernemingsrecht;
1. Wetgeving
-> heeft ook 4 bronnen;
a) Het internationale recht
-> dit niveau staat boven de Belgische wetgeving -> alle weten die wij maken
moeten rekening houden met het Internationaal recht
-> bestaat uit: Traditionele verdragen + Europese regelgeving
b) Het traditionele internationale recht (verdragen)
-> bi- of multilaterale verdragen tussen staten
-> nationale parlementen moeten deze goedkeuren (ratificeren)
c) De Europese Unie (27 lidstaten)
Waarom is Europa zo belangrijk?
Ze maken veel wetgevingen, deze bestaan uit;
-> verdragen over werking en bevoegdheden van de EU
=
Verordeningen (!belangrijkste!)
= algemene regels rechtstreeks van toepassing in alle lidstaten
-> België hoeft geen ordening op te zetten want deze is rechtstreeks geldig
Richtlijnen
= algemene regels die lidstaten moeten opnemen in hun eigen wetgeving
-> België moet zich een richtlijn opmaken om die om te zetten in een Belgische
wet
Besluiten
-> bijzondere besluiten (enkel van toepassing op bepaalde staten,
ondernemingen of personen)
Nationaal/federaal niveau is het belangrijkste -> alle regels gelden voor het hele
grondgebied van België !!!
-> Grondwet (belangrijkste) = rechten en vrijheden van Belgen + uitleg hoe België
georganiseerd is (alles dat eronder staat moet de grondwet accepteren)
-> Wet = alle regels van de wetten gelden ook voor heel België
-> Wetten worden verder uitgewerkt door Koninklijke Besluiten (K.B.) -> dit wilt niet
zeggen dat de koning een effectieve macht heeft, de regering is eigenlijk de ‘koning’, hun
moeten deze wetten goedkeuren en ondertekenen
-> Het K.B. wordt verder uitgewerkt door een Ministerieel Besluit (M.B.)
2de niveau van België -> dit is een ander grondgebied waarin de regels gelden ->
Decreten (Vlaanderen en Wallonië) / Ordonnanties (Brussel) = ‘wetten’
-> decreten/ordonnanties zijn even belangrijk als wetten, ze kunnen elkaar dus niet
veranderen
3de niveau van België
-> Regelementen zijn regels die enkel gelden voor provinciaal grondgebied
bv je mag niet parkeren op dinsdag in het centrum want dan is er markt
4de niveau van België
-> Regelementen zijn regels die enkel gelden voor gemeentelijk grondgebied
een wet = nationaal
een decreet/ordonnantie = regionaal
een regelement = provinciaal EN gemeentelijk
2
,2. Rechtspraak
= geheel van beslissingen uitgesproken door;
de ondernemingsrechtbanken
hoven van beroep
Hof van Cassatie
(bij deze OPO is de ondernemingsrechtbank het belangrijkste)
3. Gewoonte(recht)
= welbepaalde en herhaalde handelswijzen die algemeen verbindend worden
verklaard
= bindend = dwingend, je MOET dat doen
-> dit staat nergens, is ongeschreven, HET IS GEWOON ZO
bv de protestverplichting van de ondernemer
-> als ondernemer MOET je binnen een periode van 10 tot 14 dagen protesteren als
je niet akkoord gaat met een factuur/mail/contract
-> na de 14 dagen kun je nog steeds protesteren maar de rechtbank zal dan oordelen
of dit redelijk is
-> GELDT ENKEL VOOR EEN ONDERNEMER
-> klacht indienen
dit kan schriftelijk met een aangetekende brief of via mail met een leesbevestiging
(zo kun je ook laten zien dat die persoon het gelezen heeft, je hebt een bewijs)
NIET bellen, daar is later geen bewijs meer van want je mag die persoon in kwestie
ook niet opnemen want dat gaat tegen de rechten van privacy
Als je niet protesteert binnen 14 dagen, is het zogezegd oke, dus je MOET betalen.
De factuur heeft zo zijn bewijskracht.
Als je wel protesteert, verliest die factuur zijn bewijskracht, je moet NIET betalen.
Consumentenbescherming
Als gewone burger hoef je niet persé te protesteren als je het niet eens bent met een
factuur, natuurlijk wel handig anders krijg je later problemen.
-> Factuur betwisten per aangetekende brief (altijd bewijs)
-> In deze brief moet je een onderscheid maken van het deel van het bedrag dat je
betwist en het deel dat je niet betwist
+ motiveren waarom en hoe je dit onderscheidt maakt!!
De betwisting gebeurt het best aangetekend vooraleer de betaling wordt uitgevoerd
-> anders "betaling onder voorbehoud van rechten"
4. Rechtsleer
= alles dat geschreven is
= geheel van studies geschreven door rechtsgeleerden
NIET bindend, je wordt NIET gedwongen om te doen wat in deze boeken, artikels,..
staat
3
, 1.2 DE ONDERNEMINGSRECHTBANK – RECHTBANK VAN KOOPHANDEL
Samenstelling
Er is een ondernemingsrechtbank in elk ambtsgebied van het Hof van Beroep
-> 9 ondernemingsrechtbanken -> sommige hebben lokale afdelingen
(Limburg behoort tot de lokale afdeling van Antwerpen en heeft daar 2 afdelingen van
Hasselt en Tongeren)
Per afdeling zijn er eventueel meerdere kamers afhankelijk van de grootte van de
afdeling -> per kamer;
Voorzitter
= beroepsmagistraat = ander woord voor “rechter”
-> werkt op de rechtbank
2 rechters in ondernemingszaken
= lekenrechters
= rechters die geen rechten hebben gestudeerd maar die gekozen worden uit het
bedrijfsleven
-> hiervan zijn er twee die werken in ondernemingszaken
Griffier
= de “secretaris” van de rechtbank (hebben een grote juridische rechtbank)
-> secretariaat van een rechtbank wordt ‘de griffie’ genoemd
Advies OM
= het parket
-> gaan adviseren in verbad met faillissement
(als er belastingen, huur,.. niet zijn betaald gaan ze dit nakijken)
-> bevat de Procureur des Konings + substituten
Bevoegdheden
Geschillen (enkel bij een partij dat onderneming is)
• Onderneming tegen onderneming (art. 573 Ger.W.)
• Niet-onderneming tegen onderneming (art. 573 Ger.W.)
Specifieke geschillen (zelfs als partijen geen onderneming zijn)
• Geschillen tussen vennoten van een vennootschap
• Geschillen ontstaan uit faillissement
• Geschillen mbt intellectuele eigendomsrechten
art. 574-575 Ger.W.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esmeraldasanchezt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.