SOCIALE PSYCHOLOGIE
Afkortingen en vaktermen:
Pp = Proefpersoon
Ppn = Proefpersonen
PsPp = PseudoProefpersoon (doet alsof hij proefpersoon is maar zit in het complot)
PsPpn = PseudoProefpersonen
Pd = Proefdier
Exp = Experiment
Ψ = psychologie
Socius = de ander in de sociale situatie
OV = Onafhankelijke Variabele (hetgeen dat we manipuleren)
AV = Afhankelijke Variabele (het resultaat, wat er verschilt)
Wat moet je kennen van de geziene experimenten:
Hoe is het experiment uitgevoerd?
Wat waren de resultaten? (ruwe resultaten, geen percentages)
Wat zijn de conclusies?
Welke impact heeft het op onze theorie?
HOOFDSTUK 1: WAT IS SOCIALE PSYCHOLOGIE
Hoe reageren individuen in sociale situaties?
Wat is de invloed van (de aanwezigheid en het gedrag van) anderen op een individu?
Belangrijk gegeven: je wordt altijd door anderen beïnvloed!
Helemaal alleen bij de tandarts leg je je voeten niet op de salontafel maar thuis wel. Op
dat moment wordt je beïnvloed door een tandarts ookal is die niet aanwezig.
(cfr. Watzlawick: je kan niet communiceren)
Dus: zowat alle gedrag is sociaal gedrag
Maar hier: meestal de expliciete interactie tussen individuen
We worden beïnvloed door anderen, of we willen of niet
Want: we zijn kuddedieren
1.1 STUDIEOBJECT EN DEFINITIE
Het materiële object:
Hoe wordt het gedrag van mensen beïnvloed door (het gedrag van) anderen?
Schrijf op, belangrijk voor examen: expliciet
Ik zou het kunnen vragen en je gaat het vanzelf opschrijven, door te zeggen het kan
belangrijk zijn impliceer ik dat het belangrijk is.
1
,Het formele object:
Wat zijn de wetmatigheden (algemene principes) hierin?
Welke algemene principes zorgen voor racisme, dat we ons hulpeloos gedragen, dat we
positief of negatief zijn?
Wetmatigheden kloppen niet altijd, niet iedereen zal eraan voldoen, psychologie is geen
exacte wetenschap
Definitie Allport:
Sociale psychologie is de studie die tracht te begrijpen, verklaren en voorspellen hoe de
gedachten, gevoelens en gedragingen van een individu worden beïnvloed door de
geobserveerde, ingebeelde of impliciete gedachten gevoelens en gedragingen van
anderen.
Verschil tussen begrijpen en verklaren
Verklaren is oorzaak-gevolg denken
Je kan een verklaring vinden maar dat betekent niet dat je begrijpt dat zoiets kan
gebeuren, begrijpen wil zeggen dat je je in de schoenen van de ander kan plaatsen
1.2 GESCHIEDENIS VAN DE SOCIALE PSYCHOLOGIE
Niet kennen!
1.3 HET BELANG VAN ONS SOCIAAL LEVEN
Niet kennen!
1.4 WERKWIJZE VAN DE SOCIALE PSYCHOLOGIE
1.4.1 DRIE DIMENSIES
Breedtedimensie
Zo veel mogelijk aspecten onderzoeken
Zo breed mogelijke onderzoeksgroep
Dieptedimensie
Doordringen in het diepste van de mens
Black box: kwaliteiten die we niet kunnen zien, maar waarvan we wel
veronderstellen dat ze er zijn
Onbewuste processen Freud in dieptepsychologie
Hoogtedimensie
Steen voor steen, bevinding op bevinding, theorie op theorie
Hypothetisch deductief denken: vanuit theorie proberen de evidentie te vinden in
de empirie
Probleem van hoogte-dimensie Rood kader P.41:
Falsificatiebeginsel van de Weense wetenschapsfilosoof Karl Popper zegt dat je slechts in 1
geval zeker kan zijn van je theorie. Jammer genoeg is dit in het geval wanneer je theorie fout
is.
Metafoor van de zwarte zwaan: op zoek gaan naar zekerheid, tegenbewijs dat jouw
theorie onderuithaalt.
2
,1.4.2 HET EXPERIMENT ALS METHODE
Socius: de ander in de sociale situatie
Pseudoproefpersoon: iemand die doet alsof hij deelnemer van het onderzoek is
Naïeve proefpersoon: echte proefpersoon die van niets weet
Experimentele conditie: situatie waarin de proefpersonen op basis van de hypothese een
bepaalde manipulatie ondergaan
Controleconditie: nulmeting gehouden om na te gaan wat het gedrag is van een
proefpersoon zonder die experimentele manipulatie
Jukconditie: twee proefpersonen krijgen dezelfde onaangename prikkel en stopt op
hetzelfde moment (komt aan bod in hoofdstuk 5)
Demand characreristics: proefpersoon die zich gedraagt hoe hij verwacht zich te moeten
gedragen op basis van signalen die hij meen te vangen van proefleider of uit de
proefopstelling
Selffulfilling prophecy= pygmalion-effect
Coverstory: proefpersonen worden naar een gecamoufleerd labo gelokt zodat ze niet
doorhebben dat ze in een onderzoek zitten
Onopvallende metingen: gebruik maken van een verborgen camera, acteurs,
pseudoproefpersonen
Dubbelblind: proefleider heeft nog steeds vooroordelen maar weet niet welke
proefpersonen tot welke experimentele groep behoren en welke tot de controlegroep
Experimentele methode – voordelen:
Labosituatie creëren: algemeen genomen een situatie waarin je alle onafhankelijke
variabelen & alle storende factoren onder controle kan houden
Onafhankelijke variabelen: de veranderingen die je aanbrengt in de omgeving, je
manipulaties in je proefopstelling
Afhankelijke variabelen: factor die wijzigt door de onafhankelijke variabelen (& dus
afhankelijk is van de omgevingsinvloeden)
Storende factoren: omgevingssituaties of persoonseigenschappen die niet algemeen
geldend zijn & resultaat vertekenen
Al deze zaken onder controle houden experiment wordt herhaalbaar
Experimentele methode – nadelen:
Experiment vaak moeilijk praktische uitvoerbaar
Storende factoren bedwingen is vaak veel omslachtiger
Deontologie (beroepseer) of juridische klachten
Reactief gedrag optreden
Demand characteristics = gedragen zoals hij verwacht zich te moeten gedragen, op
basis van bepaalde signalen die hij meent op te vangen van de
proefleider/proefopstelling
Bevindingen hebben geen grote externe validiteit
Proefleiderseffecten
Selffulfilling prophecy = dat wat verwacht wordt, zal ook optreden, net omdat het
verwacht wordt
3
, Sinds de jaren ’60 Pygmalion-effect (verwachtingen) van Rosenthal & Jacobson
Golem-effect (lage verwachtingen) kunnen gelinkt worden aan halo-effect & horn-
effect
Demand characteristics kan opgelost worden met een zogenaamde coverstory,
gebruik maken van onopvallende metingen
Selffulfilling prophecy kan je vermijden door met een dubbelblind experiment te
werken, hierbij heeft de onderzoeker nog steeds zijn verwachtingen of vooroordelen,
maar hij weet zelf niet welke proefpersonen tot welke experimentele groep behoren
& welke tot de controlegroep. Ook de proefpersonen weten niet tot welke groep ze
behoren.
Vaak zal sociaalpsychologisch onderzoek niet vertrekken vanuit een doelgericht opgezet
experiment, maar eerder op grond van toevallige vaststellingen, actuele fenomenen,
maatschappelijke kwesties of opmerkelijke gebeurtenissen & zullen deze experimenten
opgezet worden om deze voorvallen te bestuderen.
HOOFDSTUK 2: HULPVERLENEND GEDRAG
Plato:
Mensen zoeken enkel sociaal contact om hier voordeel uit te halen voor zichzelf, niet uit
behoefte aan anderen
Mens is egoïstisch
Toch: vaak tegenovergesteld gedrag: altruïsme
Ander centraal stellen
Gedrag waar je zelf geen voordeel uit haalt
Maar: bestaat zo’n gedrag wel
Beter spreken van hulpverlenend gedrag
Ofwel de empathie-altruïsme-hypothese toepassen…
Daniel Batson:
Empathie-altruïsmehypothese
Je kan pas van altruïsme spreken indien de hulpverlener het perspectief van de noodlijdende
kan aannemen.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ElineDesmet123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.02. You're not tied to anything after your purchase.