Hoofdstuk 1 – leerdoel 1
Afasie is een verworven taalstoornis als gevolg van plotseling optredend hersenletsel ná de
taalverwervingsperiode. Hier worden de verschillende typen hersenbeschadigingen besproken die
afasie kunnen veroorzaken. Mensen met afasie zijn cognitief vaak wel in orde; het probleem zit hem in
de gebieden waar de taal opgeslagen zit in de hersenen.
Definitie van afasie
‘’Afasie is een verworven taalstoornis, veroorzaakt door focaal hersenletsel dat ontstaat na de
taalverwerving’’.
Afasie is een centrale taalstoornis en het kan betreffen:
De taalproductie;
Het taalbegrip;
Gesproken en geschreven taal.
Afasie is iets anders dan een spraakstoornis. Bij een spraakstoornis gaat het om de articulatie en de
organen/spieren die daarbij horen. Het komt wel voor dat afasiepatiënten ook een articulatiestoornis
hebben. De reden hiervan kan zijn dat betrokken spieren bij spraak ook aangetast kunnen zijn door het
hersenletsel.
Afasie is iets anders dan een taalontwikkelingsstoornis. Dit komt omdat taalontwikkelingsstoornissen
bij kinderen voorkomen en kinderen zitten nog in de taalverwervingsperiode. Afasie treedt op ná de
taalverwervingsperiode. Kinderen kunnen wel afasie krijgen; dit heet kinderafasie. Je spreekt van
kinderafasie wanneer een kind tijdens de taalverwervingsperiode hersenletsel oploopt en die laesies de
taalgebieden van de hersenen betreffen. Een externe oorzaak is de oorzaak van kinderafasie (trauma).
Taal ligt opgeslagen in de hersenen. Dus als de gebieden die bij taal betrokken zijn beschadigd raken,
spreek je van afasie. Soms hebben mensen taalgebruik wat lijkt op afasie, zonder dat er een
beschadiging in de hersenen is. Dit is dan geen afasie.
Er is pas sprake van afasie als er focaal hersenletsel is. Bij focaal hersenletsel is er een plaatselijke
beschadiging. Het letsel zorgt ervoor dat de taalstoornis veroorzaakt; een focus dus.
Bij dementie is er sprake van diffuus hersenletsel. Dit soort hersenletsel heeft geen duidelijke grens;
de laesies zijn verspreid. De meeste vormen van dementie resulteren uiteindelijk wel in taalstoornissen
maar dit is anders dan afasie. Bij dementie is er geen sprake van focaal letsel, de focus ligt dus niet op
de taalgebieden. Taalstoornissen bij mensen met dementie zijn vaak progressief, net als dementie zelf
en wordt afasie bij dementie genoemd.
,Oorzaken van afasie
Hersencellen hebben zuurstof en voedingsstoffen (glucose) nodig. Dit wordt aangevoerd via het bloed.
Als hersencellen een paar minuten geen zuurstof en glucose krijgen sterven ze af. Het afsterven van
hersencellen heet necrose. De afgestorven cellen werken niet meer, er ontstaat een oedeem
(vochtophoping). Een oedeem neemt ruimte in, maar er is geen ruimte in de hersenen. Het oedeem
drukt daardoor op gezonde hersencellen. De gezonde hersencellen krijgen daardoor te weinig zuurstof
om te functioneren, maar wel genoeg om te overleven.
Intacte hersengebieden kunnen ook stoppen met functioneren als er een hersengebied is afgestorven
waar ze mee in verbinding staan, dit heet diaschise.
Er zijn 4 oorzaken die tot hersenletsel en afasie kunnen lijden;
1. Beroerte
2. Trauma
3. Tumor
4. Ontsteking
Beroerte (CVA)
De hersenen krijgen zuurstof en glucose via het bloed. Dit gaat via 3 arteriën. Als de
bloeddoorstroming door de arteriën stokt kan er afasie optreden. Zo’n verstoring is meestal een
beroerte. Een beroerte kan op 3 verschillende manieren ontstaan:
1. Hersenbloeding een arterie in de hersenen scheurt. Gevolg: de gebieden die voorzien
worden door de gescheurde arterie krijgen te weinig voedingsstoffen en zuurstof én het bloed
wat uit de arterie stroomt kan nergens heen. De druk tegen de omliggende gebieden wordt
verhoogd.
2. Trombose (herseninfarct) een bloedprop in een slagader. Als de wand van een slagader
beschadigd is kan het bloed gaan stollen in het bloedvat. Het stolsel kan groeien waardoor de
slagader voor een deel of helemaal verstopt raakt. De gebieden die door die slagader/arterie
verzorgd worden krijgen te weinig zuurstof en glucose.
3. Embolie (herseninfarct) als er trombose in een andere slagader zit kunnen er stukken stolsel
afbreken. Dit heet een embolie. Een embolie kan meegevoerd worden en een kleinere
slagader/arterie afsluiten. Het gebied wat daardoor wordt verzorgd krijgt te weinig zuurstof en
glucose.
Trauma
Traumatisch hersenletsel is een tweede oorzaak van afasie. Het wordt ook wel contusio cerebri
(hersenkneuzing) genoemd. Traumatisch houdt in dat de oorzaak van buitenaf komt, bijvoorbeeld een
verkeersongeluk, val van een paard maar ook een schotwond kan ook.
Bij traumatisch hersenletsel wordt onderscheid gemaakt tussen open en gesloten schedelletsel. Bij
open letsel is de kans op complicaties groter dan bij gesloten letsel. De laesie is bij traumatisch
hersenletsel vaak groter en diffuser, ook zijn er vaak meerdere laesies. Behalve bij schotwonden.
Traumatisch hersenletsel komt vaker voor bij jongere mensen.
Tumor
Een hersentumor kan ook afasie veroorzaken. Het maakt niet uit of de tumor goed- of kwaadaardig is.
In de schedel is er geen ruimte. Een groeiende tumor drukt dus altijd op gezond weefsel. Als dit
weefsel met taal te maken heeft, ontstaat afasie.
Ontsteking
,De minst voorkomende oorzaak is een ontsteking zoals meningitis (hersenvliesontsteking) of
encefalitis (hersenontsteking). De ontstekingen leiden zelden tot taalstoornissen.
Taal en hersenen
Hersenen bestaan uit 3 delen:
1. Grote hersenen cerebrum
2. Kleine hersenen cerebellum
3. Hersenstam truncus cerebri
De hersenen bestaan uit 2 hemisferen die halverwege worden verbonden door het corpus callosum
(hersenbalk).
Beide hemisferen hebben 4 hersenkwabben:
1. Lobus frontalis
2. Lobus pariëtalis
3. Lobus temporalis
4. Lobus occipitalis
De hersenkwabben zijn sterk geplooid en bestaan uit windingen.
De lobus frontalis en pariëtalis worden van elkaar gescheiden door de diepe groeve van Rolando, ook
wel de sulcus centralis genoemd.
De lobus frontalis en temporalis wordt gespleten door de fissuur van Sylvius. Aan de buitenkant van
de hersenen ligt een laagje grijze stof; de hersenschors. Daaronder ligt een laagje witte stof.
De hersenschors bestaat uit verschillende zenuwcellen, de witte stof bestaat uit zenuwvezels. De
zenuwvezels verbinden de verschillende hersendelen. Zo kunnen de zenuwcellen met elkaar
communiceren.
Taal is meestal in de linkerhemisfeer opgeslagen. Bij ongeveer 70% van de linkshandigen is taal ook
in de linkerhemisfeer opgeslagen. Bij families waar linkshandigheid in de familie zit kan het zijn dat
de taal in de rechterhemisfeer opgeslagen ligt. Dit komt bij 30% van de gevallen voor.
Afasie wordt meestal veroorzaakt door een laesie in de linkerhemisfeer.
, Functies van de linkerhemisfeer
De lobus frontalis heeft in verband met afasie 2
belangrijke functies:
Motorische vaardigheden
Taal – vooral grammaticale vermogen.
Lobus frontalis
Aan de linkerkant van de sulcus centralis ligt de
precentrale winding, ook wel de motorische cortex
genoemd. De rechterkant van het lichaam wordt in de
linkerhemisfeer geregeld.
Laesies in de motorische cortex hebben ernstige gevolgen
voor de persoon. Een laesie in de linkerhemisfeer zorgt er niet alleen voor dat de rechterkant van het
lichaam verlamd is, maar ook voor de verlamming van bewegingen die nodig zijn voor de articulatie.
Daarom heeft iemand met afasie vaak ook bijkomende articulatieproblemen.
De tweede belangrijke functie van de lobus frontalis is taal, hier ligt het gebied van Broca. Dit gebied
speelt een belangrijke rol bij de representatie van grammatica. Als een persoon een laesie heeft in de
buurt van het gebied van Broca dan zal die persoon problemen hebben met de grammatica. Het is niet
zo dat de grammatica volledig opgeslagen ligt in het gebied van Broca. Om grammaticaal goed te
kunnen functioneren moet het gebied van Broca (en de gebieden er omheen) wel intact zijn. Wanneer
iemand hier een laesie heeft zal die persoon agrammatisch spreken en kan die persoon grammaticaal
complexe zinnen moeilijk.
Lobus temporalis
De belangrijkste functie in de lobus temporalis in relatie tot taal is auditieve analyse. De middelste
delen van de bovenste windingen van de lobus temporalis in beide hemisferen analyseren en
herkennen binnenkomende geluiden. Op die manier herkennen de hersenen wat er gehoord wordt.
Dit gebeurt bilateraal, aan beide kanten dus. Als er een unilaterale laesie is (aan 1 kant) hoeft de
persoon dit nog niet te merken, omdat de andere kant nog wel goed werkt. Het kan ook dat er een
bilaterale laesie is, dan kan de persoon geen geluiden meer herkennen.
Een persoon met bilateraal letsel in de bovenste temporaalwinding kan een bel wel horen, maar kan
het niet meer onderscheiden van bijvoorbeeld een telefoon. Dit heet auditieve agnosie. In ernstige
gevallen lijkt het alsof de persoon doof is, maar het gehoor is nog intact.
In de linkerhemisfeer ligt in de lobus temporalis het gebied van Wernicke, het achterste deel van de
bovenste temporaalwinding. Het gebied van Wernicke speelt een belangrijke rol bij taal. In dit gebied
liggen de woordvormen opgeslagen en is heel belangrijk voor taalbegrip én taalproductie. Wanneer dit
gebied beschadigd is, is de taalproductie en het taalbegrip van woorden gestoord.
Lobus occipitalis
De belangrijkste functie van de lobus occipitalis is visus. De ogen projecteren via de oogzenuw
beelden op de occipitaalkwabben. De kwabben interpreteren wat de ogen waarnemen. Dit gebeurt
contralateraal: wat je aan de rechterkant ziet, wordt herkend door de linker lobus occipitalis.
Wanneer er een beschadiging is in de rechter lobus occipitalis leidt dit tot verlies van het
rechtergezichtsveld. Dit wordt een hemianopsie of visueel neglect genoemd.
Bij hemianopsie kan de persoon leren de stoornis te compenseren door zijn hoofd te draaien. Bij een
visueel neglect kan dit niet en wordt ook niet gecompenseerd. Gevolgen van een visueel neglect in de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller logopediestudent1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.