➢ Drugs, psychfarmaca, illegale drugs,…
➢ We worden er allemaal mee geconfronteerd
Fenomeen is niet meer weg te denken uit onze samenleving
Er zit bovendien een stijgende lijn in druggebruik
Stijgende lijn, maar eindelijk status quo?
➢ Misschien wel plateau bereikt in gebruiksfrequentie, zeker niet in soorten drugs
➢ Nog steeds veel de ‘klassieke drugs’
The big five :
1) Cocaïne
2) Cannabis
3) Amfetamine
4) XTC
5) Heroïne
➢ Explosie van nieuwe drugs, chemicaliën
Professionalisering syntheselabs
Internet! -> niet meer afhankelijk van mond-tot-mond reclame om drugs te vinden en te
verkrijgen
➢ Nicotine: stimulansmiddel
Aantal regelmatige gebruikers quasi evenveel als aantal afhankelijke gebruikers
1
, ➢ Conclusie tabel:
o Tabak: aantal gebruikers = aantal verslaafden want nicotine = verschrikkelijk
verslavend
▪ Alle gebruikers vallen onder definitie van afhankelijken
▪ # mensen in therapie < mensen in therapie die opiaten gebruiken
o Heroïne: aantal gebruikers bijna gelijk aan aantal verslaafden
▪ Hier wel enorm veel mensen die in therapie gaan
(=methadonsubstitutietherapie)
o Alcohol: minder verslaafden
▪ Eigenlijk zou focus middelengebruik niet op cocaïne en heroïne liggen (zoals
dat vaak is) maar eerder op alcohol en tabak
o Benzodiazepines: zijn kalmeringsmiddelen (zoals valium)
▪ Wordt tegenwoordig vaak misbruikt
o Cocaïne: gebruikers ook in stijgende lijn
▪ Veel mensen in therapie ook al is er geen specifieke therapie voor
o Cannabis: aantal mensen met problematisch cannabisgebruik is enorm aan het
toenemen
MAATSCHAPPELIJK: PRIMAIRE FOCUS?
➢ Alcohol!! (= eerste primaire focus) → daarna pas tabak, daarna pas drugs
14% dagelijkse gebruikers
6% overconsumptie (> 14 eenheden vrouwen → 21 eenheden mannen)
o 15-24 j. ~ > 6 glazen & binge drinken
o 55-65 jaar: 15,6% mannen > 21 eenheden - 9,2% vrouwen > 14 glazen
➢ Tabak = nicotine
o Niet hetzelfde effect als sigaretten zelf rollen
o In pakjes sigaretten zit meer nicotine verwerkt → sneller verslaafd → meer sigaretten
kopen
EPIDEMIOLOGIE: ALGEMENE VASTSTELLINGEN
➢ Prevalentie van middelenproblemen is hoog!
➢ Gevolgen middelenproblemen = massaal
➢ Maar … aantal echt verslaafden opvallend minder dan aantal gebruikers …
Ruwe schatting : 6% van de gebruikers zijn ook effectief verslaafd
➢ Kwetsbaarheid en/of protectieve factoren → maken dat mensen wel/niet de stap zetten naar
afhankelijkheid
2
,MIDDELENAFHANKELIJKHEID
= slechts een deel van het probleem
➢ Druggebruik, drugmisbruik, verslaving is MEER dan alleen het middel, de drug
= multifactorieel gegeven
➢ Model 'Zinberg' M-M-M (3-M model)
Drug = Middel
Set (factoren in het individu) = Mens
Setting (factoren in fysieke en sociale omgeving) = Milieu
➢ Verslavingsdeskundigen stellen vandaag zelfs dat 'verslaving' niets met het middel te maken
heeft
PS: middel kan ook activiteit zijn: gokken, gamen,…
➢ Dit lui van het opleidingsonderdeel: het ‘middel’… drugs
➢ Eigenlijk beter psychofarmaca dan drugs
= (genees)middelen die op de psyche ingrijpen
➢ Drug <-> geneesmiddel?
Terminologie: “what’s in a name”
o Eigenlijk 1 grote groep: grenzen tussen illegale drugs en geneesmiddel louter
ontstaan door wetgeven
o Grens is een wettelijke grens <-> voor farmacologen bestaat die grens niet
• Ook om het feit dat de meeste van de drugs ooit gebruikt werden als
geneesmiddel
➢ Drugs = producten die men zonder ernstige reden inneemt om zijn gevoelens, bewustzijn te
veranderen en waardoor men aan zijn persoon en/of aan de gemeenschap schade
berokkent (in een niet-medische context)
➢ Drugs kan in verschillende groepen ingedeeld worden
Soft – hard : geen goede opdeling
Op basis van effect → wat doet de stof met de psyche => 3 groepen
1) Psycholeptica : stoffen die het centraal zenuwstelsel onderdrukken
o Tranquillizers: benzo’s belangrijk
• Bv: valium → werking: CZS onderdrukken zodat angstprikkels afgedempt
worden, maar door demping van die prikkels val je makkelijker in slaap
o Opiaten
o Gammahydroxyboterzuur
2) Psychoanaleptica: stimuleren het centraal zenuwstelsel
o Cocaïne
o Amfetaminen
o Cafeïne
3
, 3) Psychodysleptica: verstoren het centraal zenuwstelsel
o LSD
o Cannabinoïden
o (XTC) : hoort in 2 klasses thuis → gemengd voorouderschap
➢ Sinds kort: opdeling in 3 groepen in vraag gesteld
Stoffen met stimulerende werking
Stoffen met verdovende werking
Stoffen met psychedelische werking
➔ Dit ten gevolge van de toename aan nieuwe psychoactieve stoffen (NPS)
➢ Dus nieuw model afkomstig uit Engeland
Het Drugwiel (= vertaling van dit model naar de Belgische context)
o 7 categorieën
• 3 oude
• 3 nieuwe
• Categorie dempende stoffen opgesplitst in 2 groepen
➢ Vanbinnen: legale stoffen
➢ Buiten: illegale stoffen
Maar sommige ook enkel via apotheek beschikbaar
Dus verkoop van enkele legale id binnenste ring ook illegaal
➢ Stimulantia & hallucinogenen zijn gebleven
PS: hallucinogenen is geen goede benaming
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marietourlousse. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.82. You're not tied to anything after your purchase.