Elements of Ecology with MasteringBiology, Global Edition
Samenvatting van het 10de hoorcollege van 'Ecologie: organismen in hun milieu' en het bijbehorende hoofdstuk in Elements of Ecology 9th Edition, over interspecifieke competitie
Darwin baseerde zijn idee van natuurlijke selectie op competitie, de ‘struggle of existance”
Competitie wordt gezien als de drijvende kracht achter de divergentie van soorten en
specialisatie
Het concept van interspecifieke competitie is een hoeksteen van de evolutionaire ecologie
Bij K-selectie is het erg moeilijk om aan dispersie te doen, aangezien er niet op gefocust wordt. Een
grote stressfactor hier zijn de IJstijden. Door die moeilijke dispersiemogelijkheid, worden bepaalde
fundamentele niches niet ingevuld
INTERSPECIFIEKE COMPETITIE BEVAT 2 OF MEERDERE SOORTEN
In competitie, zoeken individuen een gezamenlijke bron waar een kleine voorraad van is
Interspecifieke competitie = een relatie die de populaties van twee of meerdere soorten nadelig
zal beïnvloeden
- Intraspecifieke competitie is dezelfde relatie, maar gebeurt tussen individuen van DEZELFDE
soort
Interspecifieke competitie neemt 2 vormen aan:
- Exploitatie competitie: gebeurt wanneer soorten INDIRECT interageren met een andere, maar
daarbij wel de toegankelijkheid van gedeelde bronnen gaan beïnvloeden
- Interferentie competitie: resulteert wanneer soorten DIRECT interageren en toegang tot een
habitat of de toegang tot de bronnen die erin aanwezig zijn verhinderen voor anderen
Zes types van interspecifieke competitieve interacties:
- Consumptie
o Gebeurt wanneer 1 soort een andere soort gaat tegenwerken door een gezamenlijke
bron te consumeren
- Voorlopen van anderen
o Gebeurt wanneer de bezetting door 1 individu de nederzetting van anderen
tegenwerkt (bv. sessiele organismen, zoals mosselen)
- Overgroei
o Gebeurt wanneer 1 organisme over een andere groeit en hierdoor de toegang van
een essentiële bron gaat inhiberen (bv. licht)
- Chemische interactie
, 6
o Bevat de productie van chemische groei inhibitoren of toxines die worden vrijgezet
door een individu (bv. allelopathie in planten: chemische stoffen gemaakt door
bepaalde planten inhibeert de kieming en grondzetting van andere soorten)
- Territoriaal
o Resulteert van gedragsmatige uitsluiting van anderen van een verdedigd territorium
- Gevecht
o Resulteert tijdens niet-territoriale ontmoetingen (bv. aasdieren die vechten over een
karkas
LABORATORIUMEXPERIMENTEN ONDERSTEUNEN DE LOTKA-VOLTERRA MODELLEN
1. Competitie tussen Paramecium aurelia en Paramecium caudatum
- P. aurelia heeft hogere populatiegroei en kan ook een hogere populatiegroei verdragen
o Wanneer samen in een petrischaaltje gekweekt op een gefixeerde hoeveelheid
voedsel, ging P. caudatum dood
- Wanneer P. caudatum (vorige loser) samen werd gestoken met P. bursaria, bleven ze bestaan
o Elke soort voedde zich op bacteriën in verschillende delen van het petrischaaltje
FIGUUR 13.4!
Si wordt actief getransporteerd door pompen. Er is competitie om de lage concentratie Si
op te kunnen nemen tussen de verschillende protisten. De figuur geeft een Michaelis-Menten
grafiek weer
2. Competitie tussen 2 soorten bloemkevers (Tribolium spp.) is afhankelijk van verschillende
omgevingsfactoren. Vaak was het resultaat van de competitie vaak vele generaties later bepaald
3. Competitieve interacties tussen 2 diatoom-soorten, bij omstandigheden waarbij veel silicaat in
het water aanwezig was en wanneer het gelimiteerd aanwezig was
- Het silicaatgehalte werd laag gehouden wanneer elke soort (Asterionella formosa en Synedra
ulna) alleen groeiden
- Wanneer de soorten samengroeiden, reduceerde het gebruik van silicaat door S. ulna het
silicaatgehalte tot onder dat wat noodzakelijk was voor A. formosa om te overleven en te
reproduceren
In 3 van de 4 resultaten die voorspeld werden door de Lotka-Volterra modellen, gaat een soort de
andere tot extinctie drijven
Het competitieve uitsluitingsprincipe stelt dat ‘complete concurrenten’ niet kunnen samenleven
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shariaerts. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.