Maslovs hiërarchie van behoeften van onder (basisbehoeftes) naar boven:
1. Fysieke behoeften = Overlevingsmotief
2. Veiligheid = Overlevingsmotief
3. Liefde, sociale contacten = Sociaal motief
4. Waardering = Groei motief
5. Zelfontplooiing = Groei motief
Ervaringskader: menses brengen bepaalde verschijnselen terug tot een gebeurtenis die al vaker heeft
plaatsgevonden. Dit is echter vaak incorrect.
Risico: de mogelijkheid dat zich een gebeurtenis voordoet in een gegeven periode en situatie, die een
negatief effect heeft, waardecreatie verhindert of bestaande waarden uitholt.
Dynamische risico`s: worden bewust opgeroepen. Het heeft een kans op verlies maar ook op
winst, de winst is de beloning voor de onzekerheid. Risico is niet te verzekeren, bijv. investerings-,
markt- of beleggingsrisico.
Statische risico`s: zijn ongewenst en dus niet bewust opgeroepen. Er is alleen kans op verlies. Het
risico is wel te verzekeren, bijv. brand, inbraak of aansprakelijkheid. Ook kan het steeds opnieuw
voordoen. Doormiddel van de wet van grote aantallen kan het geanalyseerd worden en kan de
kans op verlies beter berekend worden.
Wetten/jurisprudentie van belang voor de ontwikkeling van risicomanagement zijn onder meer:
Aansprakelijkheidswetgeving = het kent partijen die benadeeld worden door derde voor schade.
De jurisprudentie wijst uit dat benadeelde partijen in toenemende mate in gelijk worden gesteld
en schadevergoeding ontvangen. Dit dwingt bedrijven het toebrengen van schade aan derde te
beheersen.
Corporate-governanceregelgeving = legt aan ondernemingen onder meer op dat zij aantoonbaar
een gestructureerd risicomanagement dienen te voeren.
IFRS-eisen = leggen bepalingen op voor de wijze waarop beursgenoteerde ondernemingen om
kunnen gaan met risico`s in hun verslaglegging.
Basel-akkoorden = stellen regels aan banken ten aanzien van risico`s van kredietverlenging.
Arbeidsomstandighedenwet (Arbo)
Ook de wisselende stabiliteit in de verzekerbaarheid van risico`s en de prijsniveaus van verzekeringen
geeft een aanleiding naar de toepassing van risicomanagement.
Bij verzekersector kijkt de verzekeraar naar de te verzekeren risico`s in relatie tot de potentiële
winstmogelijkheden die verzekering ervan voor hem met zich meebrengt. De doelstelling is het
maken van een redelijke winst in ruil voor een goede dienstverlening. Er wordt dus financiële
compensatie gegeven in het geval een verzekerd evenement tot schade leidt.
De stempel van het risicomanagement werd al vrij snel gedrukt op de beveiligingsindustrie.
- RIMS: Risk and Insurance Manangers = beroepsorganisatie in Amerika.
- NARIM: Nederlandse Associatie van Risk en Insurance Managers = soortgelijke organisatie in
Nederland.
- FERMA: Federation of European Risk Management Association = de overkoepelende risico-
managementorganisaties in Europa. Heeft European Risk Management Standard ontwikkeld, een
blauwdruk voor de inrichting van een risicomanagementproces.
Ook is de ISO een leidraad voor de opzet van risicomanagement binnen organisaties.
,Enterprise risk management: de beheersing van alle risico`s van een organisatie. De focus is dus
verlegd naar organisatiebreed risicomanagement. Dit was eerst alleen de operationele risico`s, wat
verzekerbare risico`s zijn.
Hoofdstuk 2
Risico: de mogelijkheid dat zich een gebeurtenis voordoet in een gegeven periode en situatie, die een
negatief effect heeft, waardecreatie verhindert of bestaande waarden uitholt. Echter zegt het COSO-
raamwerk dat het ook positieve effecten kan hebben of een combinatie ervan.
Risico = kans x gevolg
Risico`s ontstaan doordat ze onderhevig zijn aan bedreigingen. Bedreiging is dat er een kans kan
ontstaan, maar het is niet zeker dat de schade ook inderdaad ontstaat. Een bedreiging bestaat uit de
volgende drie elementen:
1. Het belang dat geschaad kan worden, persoon die letsel op kan lopen of een doelstelling die
niet gerealiseerd wordt.
Het gaat hier om wie of wat negatief kan worden aangetast. Het wordt geclassificeerd in
verschillende onderdelen:
- Persoonlijk welzijn: emotionele waarden (medische kosten) en vermogen in inkomen te
verwerven.
- Eigendommen: economische waarden spullen, capaciteit om hiermee vermogen te winnen en de
emotionele waarden.
- Vrijheid van wettelijke verplichtingen: vrijwaring van aansprakelijkheden.
- Doelstellingen waarvan realisatie niet zeker gesteld kan worden: strategische-, financiële- en
commerciële doelstellingen.
2. De gevaren of krachten die de schade of het letsel veroorzaken.
Dit heeft betrekking op de vraag waardoor de negatieve aantasting ontstaat. Een globale indeling
van potentiële schadeoorzaken kan zijn:
- Natuurlijke schadeoorzaken: ziekte, brand, storm.
- Menselijke schadeoorzaken: agressie, diefstal, fraude.
- Economische schadeoorzaken: recessies, inflatie, koersval op de beurs.
- Juridische, politieke en maatschappelijke schadeoorzaken: veranderingen wetgeving,
nationalisatie.
3. Het gevolg van de schade of het letsel in termen van economische of emotionele waarden.
Het gaat om de vraag welke omvang de negatieve aantasting heeft. Het is het logische gevolg van
de eerste en de tweede.
Verschil risico en bedreiging:
Risico wordt ook gebruikt om de meetbarre kans aan te geven dat een bedreiging inderdaad tot
letsel, schade of nadeel leidt. Bedreiging is veel breder, als dit ontbreekt is geen sprake van een risico.
Interne risico`s: oorsprong ligt in de organisatie van het bedrijf.
Externe risico`s: komen voort uit de omgeving van het bedrijf.
, Reputatierisico: gevolg van een ander risico. Bestaat uit de kans dat door een bepaalde gebeurtenis
of ontwikkeling schade ontstaat aan de goede naam van de onderneming. Dit kan belemmerd werken
op de omzet en winst.
1. Kleine kans op kleine schade (bagatelschade): vormen geen probleem en kunnen moeiteloos uit
liquide middelen worden voldaan en komt bijna niet voor. Schadepreventieve maatregelen zijn
niet rendabel. Het is wel van belang om het niet geheel buiten beschouwing te houden.
2. Kleine kans op grote schade: komt weinig voor, zeer onvoorspelbaar maar de schade kan groot
zijn. Schadepreventieve maatregelen zijn belangrijk en een verzekering is gebruikelijk.
3. Grote kans op kleine schade: wordt gezien als kostenfactor doordat het vaak voorkomt en
leveren geen financiële problemen op en verzekeren is daarom niet zinvol. Door
schadepreventieve maatregelen is reductie van het aantal schaden mogelijk.
4. Grote kans op grote schade: komt weinig voor omdat ondernemingen risicomijdend gedrag
vertonen bij dit type risico`s. Als dit niet mogelijk is, is goede schadepreventie de enige optie, het
verzekeren ervan is echter onmogelijk omdat er geen verzekeraar te vinden is.
Classificatie van risico`s:
Groot risico: bedreigend voor de continuïteit van de onderneming.
Middelgroot risico: is niet continuïteitsbedreigend maar reduceert de rentabiliteit.
Klein risico: kan worden gefinancierd uit lopende middelen. Reductie = kostenbesparing.
Bagatelrisico: verwaarloosbaar.
Hoofdstuk 3
Enterprise risk management gedefinieerd door COSO: een proces dat bewerkstelligd wordt door het
bestuur van de onderneming, het management en ander personeel en dat wordt toegepast bij het
formuleren van de strategie en binnen de gehele onderneming, ontworpen om potentiële
gebeurtenissen die invloed kunnen hebben op de onderneming te identificeren en om risico`s
zodanig te beheren dat deze binnen de risicoacceptatiegraad vallen, met als doel een redelijke
zekerheid te bieden ten aanzien van het behalen van de ondernemingsdoelstellingen.
Het risicomanagement steunt op 8 ERM componenten:
1. Interne omgeving: de houding en filosofie van organisatie ten aanzien van risicomanagement.
2. Formuleren van doelstellingen: de realisatie wordt centraal gesteld.
3. Identificeren van gebeurtenissen: identificatieproces, wordt onderscheid gemaakt tussen risico`s
en kansen.
4. Risicobeoordeling: inschatting en weging van risico`s.
5. Reactie op risico: risicobeheersing.
6. Beheersingsactiviteiten: richtlijnen en procedures voor effectiviteit risicobeheersing.
7. Informatie en communicatie: ter bevordering van het risicomanagementproces.
8. Bewaking: van het risicomanagement.
Definitie waar wij vanuit gaan:
Risicomanagement is een combinatie van beleid, organisatie en processen opgezet en toegepast
binnen de organisatie en gericht op het identificeren, beoordelen, beheersen en financieren van
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller s0403. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.95. You're not tied to anything after your purchase.