*Recht = Rechtsregels waarvan de staat de afdwinging kan verzekeren.
Gebod/verbod
Ook: jargon, methode, geheel instellingen…
Er is steeds een sanctie voorzien voor een overtreding juridisch van
aard
- straf
- schadevergoeding
Vorm en functie zijn verschillend afhankelijk van tijd en plaats, daarom is het
moeilijk om recht te definieren.
Uitgebreide werkdefinitie:
Min of meer samenhangend geheel (A) van waarden, begrippen en
gedragsvoorschriften waaraan van overheidswege opgelegde, minstens van
overheidswege erkende, sancties kleven (D), die langs (evenzeer genormeerde)
instellingen (B) kunnen worden afgedwongen en waarvan de bedoeling is de orde in de
samenleving te organiseren, te handhaven of te herstellen (C).
A. RECHT IS EEN MIN OF MEER SAMENHANGEND GEHEEL
= Ordelijk geheel van regels, die allemaal op een (min of meer) logisch manier
met elkaar verbonden zijn.
B. VAN WAARDEN, BEGRIPPEN, GEDRAGSVOORSCHRIFTEN & INSTELLINGEN
= Er is een strikte terminologie, concrete begrippen (specifieke betekenis van
termen), het volk gebruikt een andere taal dan juristen. De betekenis is
afhankelijk van onderliggende waarden
Waarden liggen aan de basis, recht is niet harteloos, er is aandacht voor het
slachtoffer
1
, C. MET DE BEDOELING DE MAATSCHAPPIJ TE ORDENEN DOOR REGELS
Prescriptieve ordening (hoe het zou moeten zijn)
Doel = waar een bepaalde maatschappij naartoe wil, voor welk sociaal of
ideologisch wereldbeeld zij kiest is een kwestie van beleid of politiek
Codificerende finaliteit = de waarden die aanwezig zijn binnen de
wetgeving aanvaarden
Modificerende finaliteit = wanneer het recht sociaal wenselijke
verandering teweegbrengen
Regulering vs. Deregulering
Deregulering (=controlemaatregelen worden verminderd)
Regulering (= regels stimuleren)
D. WAARAAN VAN OVERHEIDSWEGE SANCTIES KLEVEN
Afdwinging kunnen verzekeren
Sanctie opgelegd door de overheid en uitgevoerd door de overheid (bv.
gevangenisstraf of boete)
Sanctie erkend door de overheid zonder (automatisch) zelf op te leggen
(Bv. Gebreken bij een kot worden terugbetaald door huurder)
Geweldmonopolie voor rechtshandhaving = enkel de ovehreid mag met
geweld handelen (politie mag geweld gebruikenn
E. RECHT EN RECHTSSTELSELS
Belgisch statelijk recht = België heeft een continentaal systeem:
civil law = recht is opgeschreven in een wetboek, die regels zijn de bron bij
het uitspreken van een vonnis
Common law: rechters bepalen zelf het vonnis, achteraf spiegelen ze
zich hieraan
RECHT & RECHTVAARDIGHEID
Recht wordt gezien als middel om het doel rechtvaardigheid te bereiken, maar recht
leidt niet altijd tot rechtvaardigheid
Rechtspositivisme v. natuurrecht
Rechtspositivisme: mensen aanvaarden dat er geen noodzakelijke link is tussen
recht en rechtvaardigheid, oorsprong aan de basis zoals wetten & rechtspraak
natuurrecht: onlosmakelijk verbonden, uit het wezen van de mens
2
,JURISTEN EN BURGERS
Iedereen wordt geacht de wet te kennen (“nemo censetur ignorare legem”)
Rechtsdwaling = situatie waarin iemand per ongeluk een strafbaar
feit pleegt omdat diegene niet wist dat zijn of haar handeling
strafbaar was, geen geldig verweer!
UITZONDERING: onoverkomelijke rechtsdwaling = een specialist
heeft je foute informatie verschaft, dit moeten ze vergeven want het
valt niet te vermijden
Juridische functies
Juristen: advocaat, rechter, notaris, deurwaarder etc.
(Professionalisering, meer kennis dan doorsnee bevolking)
Leken: jury, assessoren (gewone arbeiders, enkel nog bij het hof van
assisen hierbij beslissen niet gediplomeerden over schuld en
onschuld)
RECHTSPRAKTIJK
Wettelijke vs. Werkelijke land
Wettelijk: wat staat er in de wet
Werkelijk land: wat er in realiteit gebeurt (niet altijd hetzelfde als wat in de wet
staat, contracten kunnen wijzigen)
Nood aan interpretatie: de rechter interpreteert soms dingen anders dan
de partijen
RECHT VS RECHTSBEDELING
Recht hebben betekent NIET altijd recht krijgen (je mag jezelf geen recht in handen
nemen, verbod “eigenrichting” MOET via overheid (geweldmonopolie)
Rechtsbedeling = rechters die recht spreken, ze maken beslissingen en spreken een
oordeel uit, dit mag enkel door de rechterlijke macht
Sanctie in concreto = Individuele strafmaatregel die wordt toegepast op basis
van de specifieke omstandigheden van een zaak
Gerechtelijke dwaling = Fouten mogelijk, juristen kunnen eens missen
Dan kan je in hoger beroep treden tegen een gerechtelijke dwaling
3
, 2. Één recht of publiek en privaatrecht?
A. TWEE SOORTEN VERHOUDINGEN
1) Verticale relatie = Relatie tussen iemand die het gezag uitoefent en een burger
2) Horizontale relatie = bv. Relatie tussen 2 burgers ze staan op hetzelfde niveau
Onderscheid niet altijd duidelijk, in een situatie zijn er zowel aspecten van
publiek en privaatrecht
Bv. Een verkoop van landbouwgrond tussen 2 personen
Privaatrecht = relatie tussen 2 burgers bv. Koper & verkoper voor een
landbouwgrond
Verkoopsbelasting: publiekrechtelijk
Jurisdictioneel monisme = afschaffing van de administratieve rechtbanken, omdat
zowel de horizontale als de verticale rechtsverhoudingen door hetzelfde recht zouden
moeten beheerst worden
Waarom maken we het onderscheid tussen publiekrecht en privaatrecht? EXAMEN!
B. BELANG VAN HET ONDERSCHEID
= Om te bepalen welke rechtbank er bevoegd is op het moment van een geschil
Administratieve rechtbanken en (strafrechtbanken) > verticale relaties
(vergunning)
Consessies 2 betekenissen:
Publiekrecht = de overheid stelt een particulier een openbaar domein ter
beschikking voor winstgevende activiteiten op uit te oefenen. (Bv. een
vergunning voor de uitbating van een beachclub op een openbaar domein)
Privaatrecht =distributierecht wordt verleend door een private productent,
invoerder of hoofdverdeler aan een private onderverdeler. (bv. Hoofdverdeler
van mini cooper laat kleinere zaken ook mini coopers maken met bepaalde
voorwaarden.)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller alinedewannemaeker. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.18. You're not tied to anything after your purchase.