Zelfde als mijn andere samenvatting van gewervelde dieren maar deze is meer uitgebreid met ook de zintuigen die hierin worden besproken. Ook apart verkrijgbaar.
Gewervelde dieren
Ontstaan van het leven
Geschiedenis
Ontstaan heelal: 15 miljard jaar geleden
• OERKNAL => wolken van waterstof, heliumatomen ontstaan => sterke
aantrekkingskrachten hiertussen (kernreacties) => atomen vallen ineen => ontstaan
van stereen met nieuwe zwaarde atomen: C, N, O (= basiselementen “leven”)
• Sterke interacties => nieuwe ontploffingen => vorming nieuwe wolken met
moleculen zoals H2O, CO en CH4 => weer interacties => zonnestelsels
Ontstaan zonnestelsel: 5 miljard jaar geleden
Ontstaan aarde: 4,6 miljard jaar geleden
• Afkoelen gesteenten
• Meteorietinslagen → massa neemt toe
• Veel activietit (vulkanen enzo) => ontstaan zwaartekracht en atmosfeer
Ontstaan leven: 4 – 3,5 miljard jaar geleden
• West Australië: fossielen van oudst gekende levensvormen (lijken op de
cyanobacteriën van nu)
Voorwaarden voor ontstaan leven
• Geen vrije O2 (vrije O2 geeft oxidatieproces (=roesten) dus willen we niet)
• Energie
o Vulkaanuitbarstingen, bliksem, UV-en kosmische straling zonder ozonlaag,
meteorietinslagen ...
• Chemische bouwstenen waaronder C- verbindingen (water, mineralen, gassen)
o Gassen rondom aarde
o Ionen in water
• Tijd (800 miljoen jaar tusen ontstaan zonnestelsel en ontstaan leven)
Abiogenese
Def: Het ontstaan van levende materie uit niet-levende materie (=anorganisch)
3 theoriën:
Blijven hypotheses, is niet zeker dat het ook daadwerkelijk zo gebeurd is (Diepzee wel meest
waarschijnlijke)
Miller experiment
• Vorming organische verbindingen uit anorganische moleculen (vorming AZ uit gassen)
• Probleem:
o Aantal linksdraaiende moleculen = aantal rechtsdraaiende moleculen →
Aarde en ruimte bevatten hoofdzakelijke linksdraaiende moleculen
o Hoe ontstaat DNA en RNA? → Het waren wel organische verbindingen maar
nog geen verbing met N dus dit bleef een vraag
Leven uit de ruimte
• Leven komt uit de ruimte, ‘gezaaid’ door meteorieten
• NASA-wetenschappers bootsten omstandigheden in ruimte na: zeer lage
temperatuur + vacuüm:
o Ketonen, ethers, alcoholen en vetzuurachtige verbindingen
, o Meer L- dan D-moleculen
• Probleem: hoe is het leven in de meteoriet terecht gekomen?
Leven in de ziepzee
• Kalkzuilen van poreuze (veel holtes, veel poriën) gesteenten (leven onsttaan in deze
microscopisch kleine holten)
o Ontstaan: hete bronnen die veel Ca bevatten
o Water is sterk basisch (pH = 11)
o Poriën bevatten veel mineralen + ophoping organische verbindingen (vb.
nucleotiden)
• Basisch + zuur (CO2) (basische omgeving en zeewater is zuur)
• Protonengradiënt (vgl fotosynthese- en celademhalingsreacties)
• Energie komt vrij: vorming ATP
• Vorming complexe verbindingen (eiwitten, DNA) is mogelijk
• Ontstaan eiwitten → noodzaak RNA en DNA
o RNA kan spontaan ontstaan uit vulkanisch gesteente
o Uit RNA ontstaat dan DNA
Ontstaan van het leven
Oersoep
• Organische componenten in de oceaan
o Droog mengsel van aminozuren → verhitting → ontstaan polypeptiden
o Oplossen in heet water → afkoelen → blaasjes (microsferen) ontstaan →
kunnen zich vermeerderen (knopvorming)
Van bouwstenen naar cel?
• Cel = vorming ‘oermembranen’ met binnenin organische stoffen
o Vorming van micellen door amfifiele verbindingen
o Ontstaan van liposomen met dubbele wanden
o Vertonen groei, fusie, splitsing, knopvorming
o → protocellen
• Macromoleculen groeperen in soort druppels en worden omgeven door primitief
membraan → protobiont (eerste oercel)
• Zelfreplicatie
• Stapsgewijze toename van complexiteit
Endosymbiosetheorie:
• Prokaryoot (DNA + cytoplasma)
• Instulpingen van plasmamembraan →
worden ER
• Prokaryoten nemen andere prokaryoten
op (want al het andere voedsel was op)
→ sommigen werken niet verteerd,
overleefden => worden mitochondriën en
plastide
• Eukaryoot
,Meercellige organismen
• Eukaryote, kleine wieren
• 1,2 miljard jaar geleden (fossiele vondsten)
• Ontstaan uit kolonies ééncelligen → celspecialisering (eentje in voedselopname,
eentje in verwerking voedsel, eentje in ademhaling, eentje in FS, …)
• Herhaling van proces → nieuwe vormen van meercellige eukaryoten
Tijdsband
• Bacteriën
• Eéncellige en meercellige eukaryoten
• Holtedieren, zeewier, sponzen
• Gewervelden in water → dieren worden groter dankzij skeletformatie
• 1e landplanten → mossen en varens, 1e longvissen, 1e dieren verschijnen aan land
(ozonlaag dik genoeg)
o Longvissen: ook andere structuren dan kieuwen
o Naar land want: zoektocht voedsel, minder predatiedruk
• Landplanten → reuzepaardenstaarten, boomvarens, sporenvormende
boomwolfsklauwen; longvissen in ondiep water → ontstaan amfibiën; 1ste landdieren
→ wormen, slakken, insecten
• 1e zaadplanten, 1e reptielen, primitieve insecten
• 1e naaktzadigen → coniferen, reptielen, moderne insecten
• Naakzadigen breiden uit: dennen; dino’s, evolutie zoogdieren
• Bloeiperiode dino’s, archeaopterix → ‘oervogel’, klimaarzones
• Hoogtepunt grote reptielen, 1e echte vogels, 1e loofbomen, 1e bedektzadigen
• 1e moderne zoogdieren → terugkeer naar zee (walvissen) en vliegen (vleermuizen);
eerste grote open
• 1e mensensoort, hoogtepunt zoogdeiren herbivoren
Chordadieren
3 peilers/kenmerken specifiek voor chordadieren:
• Chorda dorsalis in bepaald stadium van de ontwikkeling
o Staafvormige, gelatineuse massa omgeven door een stevig membraan die zich
over de hele lengte, dorsaal, van het dier uitstrekt
▪ Geeft steun aan weke delen
▪ Vasthechtingsplaats van spieren
o Wordt wervelkolom
• Neurale buis dorsaal van de chorda
o Wordt zenuwstelsel
, • Kieuwdarm met kieuwspleten
o Zie je bij embryo mens (=> wij stammen af van iets dat in water leefde)
Onderstam manteldieren (Tunicata)
• Vb zakpijpen
Onderstam schedelloze dieren (Acrania)
• Vb lancetvisje (In adult stadium: nog steeds chorda en neurale buis en kieuwen)
Onderstam gewervelde dieren (Vertebrata)
• Infrastam kaaklozen (Agnatha) vb prik
• Infrastam kaakhebbenden (Gnathostomata)
o Klasse Vissen (Pisces)
▪ Orde placodermi (fossielen)
▪ Orde kraakbeenvissen (Chondrichthyes)
▪ Orde beenvissen (Osteichthyes)
o Klasse Amfibieën (Amphibia)
o Klasse Reptielen (Reptilia)
o Klasse Vogels (Aves)
o Klasse Zoogdieren (Mammalia)
Amfibieën
Ontstaan
Wat nodig bij overgang vis naar amfibie?
• Longen
• Ledematen
Orden
• Salamanders
• Kikkers en padden
• Wormsalamanders
Milieu
• amphi–bios → 2 types leefgebied (water en land)
• Waarom ook water?
o Huid: ademen ook via huid (huid lijkt op die van vis) (gevoelige dunne huid
met slijmlaag)
▪ Gevoelige, naakte huid, geen bedekking (schub, veren, …)
▪ Dunne hoornlaag => verliezen veel vocht via hun huid (dus moeten
ook in water leven)
▪ Sommigen ook gifklieren => slijmlaag giftig
o Voortplanting is waterafhankelijk (eieren in water)
Voortbeweging
Verschil kikker – pad
• Pad heeft meer structuur in huid
• Kikker meer gespierd (meer zwemmend)
• Pad meer op land
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller acools. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.11. You're not tied to anything after your purchase.