Business strategy/ bedrijfsstrategie
HOE
Gaat zicht meer bezig houden hoe we in een bepaalde markt gaan concurreren
Corporate strategy/ Ondernemingsstrategie
WAAR
Waar willen we gaan concurreren? Welke industrieën kiezen om in actief te zijn
Hele set beslissingen die genomen moeten worden door managers
Soorten beslissingen:
- Deversificatie Vb.: auto-industrie die zich differsifiëren naar elektrische markt, Je wilt een vrouwenlijn produceren?
Wil ik ook een kinderlijn? Herenlijn? …
- Verticale integratie vb.: 1 leverancier afhankelijkheid reduceren door achterwaarts verticaal te integreren zelf
producent van inputs
- …
3 WPO’s:
- BCG-matrix als positioneringstool
- Stakeholder management
- SWOT
Evaluatie: 4 vragen
- 5 MC-vragen
- 1 verband houdend met de WPO
- 2 open theorievragen
ORGANISATIE
= een plaats waar mensen samenwerken en hun acties coördineren om specifieke doelen te bereiken
Voorbeelden: profitbedrijven, non-profitbedrijven, overheid, een huishouden, jeugdbeweging, ziekenhuis, …
DOEL
= een gewenste toekomstige toestand die een organisatie wil bereiken
Voorbeelden: winstmaximalisatie, omzetmaximalisatie, servicemaximalisatie, budgetmaximalisatie, …
MANAGEMENT
= het proces dat de organisatorische middelen gebruikt om de doelen te
bereiken Dit doet ze via de 4 functies van het management (P-O-L-C):
1. Plannen
,2. Organiseren (vb. juiste mens op juiste plaats, taken verdelen)
3. Leiden (vb. coachen en motiveren, communiceren)
4. Controleren: (vb. evaluatie, bijsturen)
Verschillende organisatorische middelen (= activa/resources):
- Mensen (personeelsbestand)
- Machines
- Grondstoffen (inputs, bronnen)
- Informatie en vaardigheden
- Financieel kapitaal (buget, zijn er reserves?)
Managers zijn verantwoordelijk voor het toezicht op het gebruik van de middelen van
een organisatie om haar doelstellingen te bereiken
ORGANISATORISCHE PRESTATIES
2 belangrijke groepen van maatstaven die dat tellen voor managers: efficiënt en effectiviteit
= hoe efficiënt en effectief kunnen managers middelen inzetten om klanten tevreden te stellen
en de doelen van de organisatie te bereiken?
Efficiëntie
In welke mate ben je de organisationele bronnen aan het gebruiken voor het bereiken van de
doelstellingen
Kan ik de doelstelling bereiken met 10 personeelsleden of met 20 personeelsleden? Efficiënter wanneer de
doelstelling wordt bereikt met 10 personeelsleden
Zo weinig mogelijk middelen gebruiken om eenzelfde doel te bereiken
Opgelet! Kijk hierbij niet enkel op KT (vb. een teambuilding kost veel, maar kan op LT goed zijn)
Effectiviteit
De mate waarin je doeltreffend ben, de organisatorische doelstelling hebt bereikt
Het gaat om de doelenstelling te bereiken, ongeacht de hoeveelheid middelen die ingezet worden.
, NIVEAUS VAN MANAGEMENT
!! Belangrijk voor de strategie in onderneming: werken allemaal richting de doelstellingen
N-niveau = CEO
N – 1 = niveau onder de CEO N – 2, N-
3, N-4, …
Drie niveaus:
1. Topmanagement (N + N-1)
C-level (CEO, CFO, COO, CMO, …) directiecomité (corporate level)
Afhankelijk van de context kan het C-level er anders uitzien
Meestal 7-8 managers
Functie:
- Verantwoordelijk voor de prestaties van alle afdelingen
- Afdelingsoverschrijdende verantwoordelijkheid
- Stellen organisatorische doelen op
- Toezicht houden op middenmanagers
2. Middle management (N-2, N-3, N-4)
Verantwoordelijk voor een afdeling/departement/product/…
Functie:
- Superviseren van eerstelijns managers
- Zoeken manieren om middelen v. afdelingen te gebruiken om doelen bereiken
3. First-line management
Aansturen van een team (op verschillende afdelingen vb. productie, marketing, …)
Functie:
- Verantwoordelijk voor dagdagelijkse werking
- Toezicht houden op werknemers die het goed/dienst maken
- Aansturen van een team
- Beslissingen nemen op KT (max. 1 jaar)
Non-management: werknemers op de werkvloer
!! Aantal managementniveaus tussen C-level en non-management = zelden > 8-9
niveaus Oorzaak: valt anders niet te managen (zelf niet in grote multinationals)
MANAGEMENTFUNCTIES
, Management en strategie zijn in praktijk al eeuwenoud MAAR is als
wetenschap zeer recent
Henri Fayol
Eind 1800: CEO van groot mijnbouwbedrijf
Eerste die de 4 managementfuncties beschreef
Managers op alle niveaus met/zonder winstoogmerk moeten:
1) Plannen: op voorhand te kijken waar we naartoe
willen als organisatie? Wat is onze missie? Wat is onze
visie naar de toekomst toe?
2) Organiseren: hoe bronnen inzetten om dat te bereiken
volgens een zo hoog mogelijk efficiëntie en effectiviteit
3) Leiden: juiste beslissingen kunnen nemen vb.: wat
gaan we doen in onbekende situaties zoals corona?
4) Controleren: hebben we de organisatorische doelstellingen bereikt? En hoeveel bronnen hebben
we daarvoor gebruikt? Feedback is belangrijk!
STAKEHOLDERS EN SHAREHOLDERS : EEN INHERENT CONFLICT?
Shareholders: aandeelhouders
Stakeholders: iedereen die invloed kan hebben op onze organisatie of beïnvloed wordt door onze organisatie
C-level staat NIET aan top van de organisatie: is ook een werknemer die ontslagen kan worden
Boven C-level staat raad van bestuur en algemene vergadering
= plaats waar aandeelhouders verenigd zijn
Algemene
vergadering
Vindt minstens 1 keer per jaar plaats
Aandeelhouders = eigenaars van het bedrijf
= AV
Raad van Bestuur
3-10 personen (afhankelijk van grootte) + voorzitter
AV benoemt iemand in RvB om frequenter beslissingen te nemen
dan AV Verkozen aandeelhouders beslissen in naam van alle
CE aandeelhouders
O
Afgevaardigd bestuurder: vertegenwoordiger AH +
managementfunctie C-level legt beslissingen voor, RvB keurt ze
goed/af
CEO heeft (meestal) geen verband met aandeelhouders
Voorbeeld: apple watch gaan ontwikkelen gebruik makend van de kennis beslissing door CEO, gaat daar hele
analyse over uitvoeren, moet met de analyse naar raad van bestuur gaan en de goedkeuring lijden kan soms
leiden tot teleurstelling want analyse kan soms jaren duren
Er is een (latent) conflict tussen 2 partijen → principle agent problem
1. Raad van bestuur: countervailing power/kapitaalverschaffers/tegenmacht
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jannesomers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.67. You're not tied to anything after your purchase.