JEUGDCRIMINOLOGIE EN JEUGDRECHT
DEEL JEUGDCRIMINOLOGIE
INTRODUCTIE
JEUGDCRIMINALITEIT ALS ACTUEEL EN BRANDEND VRAAGSTUK
VOORBEELD 1
Er is een aanzienlijke stijging van de jeugdcriminaliteit in de cijfers van de federale politie van maar liefst 78%. Daders zijn jonger
en gewelddadiger, ze plegen meer feiten enzovoort. Dit zijn cijfers van 10 jaar geleden, maar is nu nog steeds actueel. Een
belangrijke nuance: het gaat om geregistreerde cijfers van de politie, er zijn ook ongeregistreerde feiten gepleegd waar wij niks
van af weten. Een andere belangrijke nuance: het gaat om het aantal geregistreerde cijfers oftewel dossiers, er zijn jongeren die
betrokken zijn bij meerdere dossiers. De belangrijkste nuance: indien het aantal feiten van jeugdcriminaliteit beperkt zouden
zijn, dan was er wellicht geen vak jeugdcriminologie binnen een criminologische richitng. Het aantal feiten dat geregistreerd
wordt in ons land en gepleegd wordt, is een tienvoud van wat er echt gepleegd wordt in ons land. We moeten daarom op zoek
gaan naar rapporten van deze feiten. We splitsen deze feiten op in 4 categorieën: de wet op de leerplicht, de wet op de
jeugdbescherming, wet op de dancings, en niet nader bepaald. Op de wet van de leerplicht, met andere woorden spijbelen,
waren er 2000 meldingen geregistreerd. Op de wet van de dancings blijven de cijfers relatief klein, met ongeveer 5 tot 20
delicten per jaar. Op de wet van de jeugdbescherming zagen we wel een frequente stijging, dit zijn feiten die te maken hebben
met de voorwaarden die door het openbaar ministerie of de jeugdrechter worden opgelegd aan jongeren waar zij zich aan
moeten houden en dus gecontroleerd worden door politie. Ondanks deze dossiers gaat het niet over inbraken, diefstallen en
geweldpleging door jongeren. Noemen we schenden van de reeds opgelegde voorwaarden een criminaliteit? Het is dus met
andere woorden bijzonder overtrokken om jeugdcriminaliteit op deze manier voor te stellen. Men creëert een vals beeld over
jeugdcriminaliteit.
VOORBEELD 2
Een pleintje in Amsterdam staat onder camera-observatie. Op deze bordjes staat nog de boodschap ‘doelloos rondhangen is niet
toegestaan’. Dit is gestaafd door een artikel van de algemene politieverordening. In het artikel zelf is deze boodschap nog verder
uitgelegd, het doelloos rondhangen op zich zonder dat er sprake is van overlast is zelfs al strafbaar. De gevoelens van
onveiligheid kunnen worden opgewekt hierdoor en het gebruik van dit park kan daardoor belemmerd worden. Dit is interessant,
want dit geeft een beeld over hoe men kijkt naar jongeren in de publieke ruimte en is daarom ook niet zonder gevolgen.
VOORBEELD 3
De Leuvense politie heeft al meteen handen vol met dronken studenten. Studentensteden maken zich klaar voor de studenten
die weer uitgaan en alle overlast die ermee gepaard gaat. Het historisch perspectief wordt voorgesteld in de campuskrant,
vroeger hadden de professoren een politiebevoegdheid. Wanneer ze studenten in de publieke ruimte tegenkwamen, mochten
ze hen aanspreken en hen eventueel bestraffen op hun gedrag. Professoren waren openbare aanklagers, maar dit reflecteert
zich in meer geweld en vandalisme tegen professoren. De vroegere Mechelsepoort deed een tijdlang dienst als
studentengevangenis, maar toen er studenten waren doodgevroren werd deze gevangenis weer gesloten. Er is een link tussen
wat er vroeger gebeurde met de professoren en wat er nu gebeurt met de politie, het is een soort kat-en-muisspel tussen
studenten en de ‘bestraffers’. Onrust is dus met andere woorden van alle tijden volgens van Weringh.
Chronocentrisme: we hebben een bias in onze kijk naar bepaalde problemen alsof we ze voor het eerst meemaken en mee
geconfronteerd worden, maar het is van alle tijden en kwam vroeger ook voor (misschien in een andere vorm of net iets
minder/meer erg).
,2
VOORBEELD 4
In coronatijden waren er rellen op het strand in Blankenberge tussen Brusselse jongeren en de politie. Men vond daarom dat het
parlement terug uit recessie moest komen omwille van de ernst van de feiten. Hier was veel commitie rond en hier is ook sprake
van chronocentrisme, we hanteren een historisch perspectief. Wat er gebeurd is in Blankenberge, roept een bepaalde
herinnering op over een badstad in Engeland waar exact hetzelfde gebeurde. Deze rellen werden ook uitvergroot en behandeld
als een nationaal probleem, ondanks dit ook al 50 jaar geleden is.
JEUGDCRIMINOLOGIE ALS WETENSCHAPPELIJKE DISCIPLINE
Kapstok om de verschillende voorbeelden omtrent criminaliteit en onveiligheid in onze samenleving aan op te hangen:
Breedmaatschappelijke observaties
(Laat)moderne risicomaatschappij
o Onvoorwaardelijke geloof in wetenschap en kennis
o Productie van welvaart en welzijn < productie van risico’s
o Toenemend risicobewustzijn, dalende risicoacceptatie
o Voorzorgsprincipe
Paradigmawissel
o Van een verzorgingsstaat naar een veiligheidsstaat (van bescherming naar verantwoordelijkheid en veiligheid)
o Van een post-crime naar een pre-crime samenleving
Post-crime: wanneer de criminaliteit al gepleegd is, ingrijpen op wat je verkeerd hebt gedaan
Pre-crime: we willen niet wachten tot de criminaliteit al gepleegd is, maar gaan vroegtijdig ingrijpen
Pre-crime samenleving
o Strafrechtelijke inbreuk < reductie van veiligheidsrisico’s
o Discussies over overlast, leefbaarheid, regulering van gedrag, normen en waarden, fatsoen
We leven in een controlecultuur (= risico’s beperken), incidentencultuur
Gevoel van urgentie en morele paniek
Populaire mythen over jeugdcriminaliteit (wil niet zeggen dat ze onwaar zijn, maar ze zijn moeilijk te weerleggen!)
o Jeugddelinquentie stijgt spectaculair
o Jeugddelinquenten beginnen steeds jonger
o Jeugd wordt gewelddadiger
o Jeugdcriminaliteit is etnisch gekleurd
Beeld is niet eenduidig
Meerderheid is relatief braaf, niettemin…
o Verschillende soorten jeugdcriminaliteit
o Typische jeugdcriminaliteit en ernstige (gedrags)problematiek
Definitieproblemen in de criminologie
o Studiedomein is breder geworden
o Criminologie tussen wetenschap en beleid
Een nieuwe identiteit voor de criminologie?
o Nieuwe vraagstukken
o Interdisciplinariteit is geen evidentie
o Eigen begrippenkader en theorieën
Criminologie als kruispuntwetenschap
o Dialectiek tussen normatieve- en gedragswetenschappen
o Bewaken van fundamenteel democratische principes
Jeugdcriminologie is een jeugdgerichte specialisatie in de criminologie, maar ook een verzelfstandiging van een
subdiscipline
Evolutie in het leven adolescenten
,3
o Langer afhankelijk, vroeger volwassen
o Moratorium van de jeugd
We zijn intolerant ten aanzien van de mogelijkheid van risico’s en opereren als samenleving vanuit een soort voorzorgsprincipe.
Nog voorbeelden over preventief ingrijpen:
Samenscholingsverbod voor probleemjongeren, maar dit is tegenstrijdig met een aantal rechtsbeginselen
Vrijwilligers die met jongeren werken moeten een uittreksel van het strafregister voorleggen dat ze bekwaam zijn (maar
dit zorgt voor collaboral damage!)
Badsteden delen gasboetes uit wanneer toeristen in badkledij rondlopen, maar dit is geen materiële overlast dus in
principe kan dit niet neergeschreven worden als gasboete
Kinderen en jongeren in onze samenleving worden gezien als de toekomst in onze samenleving, er is hoop en onschuld enerzijds
maar anderzijds de keerzijde waarbij we een bedreiging zien omdat jongeren het anders gaan doen dan voorheen gedaan is. Dit
zorgt voor spanning, het is een dualiteit en is klassiek voor hoe we naar jongeren kijken.
JONGEREN IN VLAANDEREN – DE JEUGD VAN TEGENWOORDIG
JONGEREN EN DE JEUGD IN HISTORISCH PERSPECTIEF
‘De jeugd van tegenwoordig’ heeft altijd bestaan
Tegelijker zijn jeugd en kindzijn sociale constructies in particuliere historische contexten
We doen alsof de jeugd van tegenwoordig eigen is aan de jeugd van tegenwoordig, maar dat is niet zo. We worden vaker
geconfronteerd met journalisten in verband met steekpartijen waarbij jongeren betrokken worden. Specifieke
geweldsincidenten die gebeurd zijn met messen kunnen niet worden onderscheiden in de statistieken. Er zijn in Nederland meer
steekincidenten dan in het verleden, bij ons kunnen we daar geen conclusies over trekken. We zien doorheen de tijd
veranderingen van het kindzijn, dit heeft te maken met welke contexten er in die tijd dominant zijn.
Premoderniteit
o Erkenning eigenheid kinderen en jongeren
o Perceptie van puberteit als moeilijke en turbulente periode
o Geen ruimte voor aparte levensfase, kinderen hielpen hun ouders met hun werk
Opkomst moderniteit (18e-19e eeuw)
o Industrialisering
o Langzaam verandering houding ten aanzien van kinderen
o Ontwikkeling apart ‘jeugdland’ door maatschappelijke evoluties (verstedelijking, onderwijs, afschaffing
kinderarbeid)
Eind 19e- begin 20e eeuw
o Adolescentie als afgebakende levensperiode tussen kindertijd en volwassenheid
o Vrij recent fenomeen in de Westerse samenleving: groei wetenschappelijk denken
e
20 eeuw (vooral na WO2)
o Institutionalisering jeugdfase door:
Verlenging schooltijd/leerplicht, democratisering onderwijs
Individualisering, detraditionalisering
Opkomst jeugdsubculturen (bv. rockers)
Ontdekking jonge consument
o Groei in besteedbare vrije tijd, belangrijke rol peergroup
o Adolescentie/jeugd ontwikkelt zich steeds meer tot zelfstandige en duidelijk afgebakende levensfase
Er is een evolutie die ertoe heeft geleid dat er een aparte fase in het leven wordt erkend, maar het is mogelijk dat sommige
gedragingen van die specifieke groep jongeren op een bepaalde manier te gaan definiëren en problematiseren.
, 4
Vanaf de 20e eeuw wordt er meer onderzoek gedaan naar het kindzijn, er zijn twee dominante benaderingen:
Adolescentiepsychologie (focus op persoonlijkheidsontwikkeling)
Jeugdsociologie (focus op jeugd als maatschappelijke categorie)
Bij beide benaderingen:
Jeugd als periode van ‘storm en stress’
Bezorgdheid over jeugd als sociale groep centraal
Dominant medisch/sociaal-psychologische kijk:
Focus op normale kind
Preoccupatie met transgressie van norm/normale
Cf. het afwijkende kind: de manier waarop gekeken werd was eerder een medisch-psychologische benadering
Twee belangrijke auteurs:
Ellen Key (1900)
o Consolidatie van kind: wetenschappelijk studeren van kindzijn
o Start van onderzoekstraditie: specialisaties zoals kinderpsychologen en pediaters
o 20e eeuw als eeuw van het kind en century of the child professionals
Granville Stanley Hall (1904)
o Evolutie-theoretische kijk in opvoeding
o 3 grote fasen
Fase van animal-like primitivism (= kindzijn = primitief)
Fase van savagery (= adolescentie = stoer)
Fase van civilization (= volwassenheid = burgerschap)
Wetenschappelijk onderzoek naar jeugd:
Gebrek aan aandacht voor context (van opvoeding)
o Veranderende omstandigheden
o Perspectief van jongeren zelf
Probleemgerichte benadering in maatschappelijke, politieke en wetenschappelijke discours
o Maatschappelijike tendensen: dualiteit van blik op kinderen en jongeren is constant gebleven (zie introductie)
o Youth at risk
o Evolutie van eeuw van het kind naar eeuw van het risicokind: labelen en categoriseren in functie van
beperkingen en tekorten waar professionals zich mee bezig houden en hen terug naar de norm te trekken
Verschillende benaderingen van de jeugd als afzonderlijke fase: spanningen tussen de twee soorten ontwikkelingen
o Biologisch-psychologisch-sociologisch
o Juridisch
Toekenning rechten en groeiende verantwoordelijkheden
Kinderrechtenkader (onder andere Kinderrechtencommissariaat)
Belang van criminologische bril in jeugdonderzoek
o Interdisciplinair karakter
o Kritische ‘kruispuntwetenschap’
o Sociaal-ethische en juridische overwegingen
o Voorbeelden: stemrecht, met de auto rijden, zaak over 10-jarige jongetjes in Engeland die kind vermoorden
Rechten en plichten van jongeren: juridische vs sociologische realiteit
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller criminologiestudente. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.71. You're not tied to anything after your purchase.