attitude is een houding, waardering, instelling die we hebben tegenover iets/iemand.
attitude tov iemand van de zij-groep, welke indruk heb ik over iemand
bv: zaalshow bart cannaerts (reclame 11-11-11) → wat is je attitude?
pseudo’s, rolletje gekregen → aandacht trekken = walging, wansmakelijk, erover,..
attitudes kunnen vooral beïnvloed worden door sensibiliseringscampagnes
= campagnes die onze attitude beïnvloeden om zo te leiden tot een bepaald gedrag.
waardering = radicaal waardering → een waarde toedienen aan iets (ook negatief!)
attitude = evaluatief (je drukt een oordeel uit) → pro-contra, positief-negatief of neutraal
neutraal → mensen zijn nooit neutrale waarnemers, altijd met onszelf tussen (nooit objectief)
ambivalente attitude = lastig, worsteling in jezelf → pro en contra tegelijk
bv: ex-lief
attitudes zijn gevoelsgeladen oordelen die we over iets of iemand hebben. ze verschillen qua richting (+/–)
/intensiteit (sterkte)
bv: een positieve attitude tegenover je docent en tegenover je bff → intensiteit is hoger bij je bff
componenten → A/B/C
affectieve, cognitieve component → komen tot conatieve/gedrags component (b)
bv: cognitieve component → duur boek affectieve boek → mooi boek en conatieve → ik neem het
overal naar mee
,allport → attitude is het meest essentiële begrip in de sociale psychologie
werken met mensen, geboeid door gedrag/gevoelens van mensen → graag uitspraken doen over
mensen
attitude is een hulpmiddel om gedrag van mensen te kunnen voorspellen
bv: positieve attitude over dierenwelzijn → conatieve component voorspellen : ze is vegetariër
bijsturen van attitude: beïnvloeden van de attitude om tot een ander gedrag te komen
als je de attitude kent of beïnvloeden → impact hebben op het gedrag
= niet altijd zo, er is geen werkelijke link tussen attitude en gedrag.
attitude → gedragsintentie → gedrag
(1)
attitude staat nooit rechtstreeks van invloed is op het gedrag, gedragsintentie zit er tussen.
bv: pro-attitude tegenover bloed doneren dan mag je niet zeggen dat de persoon met 100% zekerheid bloed gaat
doneren. (komt vanalles tussen)
als je een positieve attitude hebt dan ga je op zijn minst een intentie hebben en vermoedelijk zou je dan ook
wel het gedrag stellen.
(2)
het zou kunnen dat de A en de C niet met elkaar in overeenstemming zijn, kunnen tegen elkaar zijn.
bv: iphone 14 en je wilt de 15 → A is sterk, je gaat na de winkel en zeggen de prijs, niet gekocht
tegenstrijdig
ontstaan van attitudes:
2 groepen benaderingen → nature en nurture
nature = attitudes zijn aangeboren, zit in ons
nurture = opdoen, aangeleerd van andere
nature:
aangeboren gevoeligheden
we worden geboren met bepaalde attitudes die er zijn.
bv: spruitjes, je begint met wortels (zoet) → spruitjes zijn bitter => erfelijk, evolutionair (atypische
smaak)
→ later aanleren
erfelijke programmatie:
positievere attitude tov rustigere geluiden dan stevig lawaai of temperatuur, koud water of warm water.
, nurture:
beredeneerde afwegingen:
intensiteit van de attitude komt in moeilijkheden
lijstje maken van positieve/negatieve dingen van een persoon → zo de intensiteit afwegen.
attitude is een afweging van positieve en negatieve aspecten
→ zo beslissen
bv: concert in Amsterdam → concert + dagje amsterdam
tegen collega’s → iemand vindt dat het duur is, cognitieve component is sterk en affectieve
component is belangrijker voor de ander.
→ cognitieve component is minder belangrijk dan de affectieve component m.a.g. affectieve
component zal bepalen wat de attitude en het gedrag gaat zijn.
sociale invloeden
(1)
modelling / sociaal leren/ observerend leren
= we doen attitudes op door van andere te leren, we nemen attitudes over wanneer we die zien van andere
van wie dat we attitudes overnemen = afhankelijk vd leeftijd en het onderwerp
als puber sterk beïnvloed door de peers
basisexperiment:
bandura:
basis voorbeeld omdat tijdens het experiment gekeken werd welke attitude kinderen zouden ontwikkelen tov
agressief gedrag wanneer ze een volwassene konden observeren die agressief gedrag stelden tegenover een
bodo-doll
kinderen die agressieve attitude (positieve attitude tov agressief gedrag) dat de kinderen dit overnamen, achteraf
ook mochten spelen met die pop zelf meer agressief gedrag stellen.
= observerend leren → we observeren en we leren het
= sociaal leren → we nemen het over van iemand anders
= modelling → we nemen het over van een model
risicovol → snel andere beïnvloeden in hun attitude, gedragingen aanleren waarvan we het niet
zouden doen.
bv: veel kinderen hebben angst van spinnen omdat hun ouders bang zijn.
→ luide kreten dan gaat het kind dit overnemen en zo ook een fobie hebben
bv: dierenwelzijn = ook observerend leren
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller margobroeckx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.