hoofdstuk 6 groepsperceptie: welke indruk doen wij op van groepen/hoe percipiëren we groepen?
inbeelding maken van een # personen die je hoort. → je bent zelf mee gaan redeneren.
1) onmiddellijk gelukt om je iemand in te beelden → we hebben van allerlei soorte personen
‘robotfoto’s’ ingeprent
2) opschrijven waaraan we hebben gedacht → we kunnen ervan uit gaan dat er veel overeenkomsten
zijn
Robotfoto's vertonen een grote overeenkomst omdat het een stuk aangeleerd is.
Allport & Postman = 2 onderzoekers die de psychologie van geruchten (psychology of rumor)
hoe komt het dat er geruchten ontstaan tussen mensen.
ik vertel het tegen iemand, die tegen een ander enz wat merken we?
1) details gaat verdwenen zijn → geheugen is niet onfijlbaar
2) dat we dingen gaan veranderen/toegevoegd hebben aan het verhaal
woude dat vooral onderzoeken, hoe kan het dat het verhaal van mens naar mens veranderd en hoe link leggen naar
sterotypen/vooroordelen en discriminatie?
gebruikte prenten:
proefpersoon 1 kreeg een prent te zien en moest die bestuderen, zoveel mogelijk details onhouden.
→ vertel nu aan proefpersoon 2 wat je gezien hebt → naar pp 3 → … tem pp 7 (hardop zeggen wat er
verteld is)
wat pp 7 hardop vertelde werd vergeleken met wat er oorsprongelijk werd verteld.
het gaat erom dat een witte man in gesprek is met een zwarte man en die witte man heeft een mes in de hand.
Systematisch zei pp7 dat de witte man in ruzie is met een zwarte man, de zwarte man had een mes vast
→ mes verschoof systematisch vd witte naar de zwarte man
Allport & postman wouden dit verder onderzoeken, hoe komt dit → ze hebben herhaalt met zwarte pp
ook zwarte pp regelmatiger het mes van de witte naar de zwarte man brachten
is het mogelijk dat iemand uit dezelfde groep discriminerend zou denken over iemand van de eigen groep?
→ in elk van ons zit een implicit bias
= geen bewust iets, is een onbewuste vooringenomenheid die zelfs mensen van een benadeelde groep in
hun hersenen kunnen hebben zitten, omdat het zo sterk in een maatschappij aan het leven is. Wil niet
zeggen dat ze ernaar handelen, wel dat de bias zo sterk benadrukt wordt in een maatschappij dat het naar
boven komt.
sociale categorisering = proces voorafgaand aan stereotypen
= een fundamentele eigenschap van mensen om categorieën te maken, we doen dit te pas en te onpas, het
zit in onze hersenen ingebouwd
= aangeleerd → bv: dit zijn honden, dat zijn lepels,...
doen we dit met betrekking tot mensen = sociale categorisering
→ adhv een aan of afwezig van een kenmerk op sociaal vlak mensen gaan indelen
bv: man (blauw) - meisje (roos) → bevallen: eerste vraag “is het een jongen/meisje?”
(werkelijkheid veel meer)
→ geboortekaartjes → vaak iets blauw/rood
= nog geen gevaar, we hebben dit nodig omdat mensen rust krijgen door mensen snel in categorieën te steken
wat we winnen aan snelheid, verliezen we aan accuraatheid
vanwaar komt dat? → hoezo categoriseert iedereen?
komt vanuit de evolutiepsychologische invalshoek → vroeger zou mens niet alleen overleeft hebben
(altijd in groep)
→ door in groep te leven werd de overlevingskans groter. (voortplanting-eten)
mensen van een bepaalde groep moesten kunnen herkennen wie er behoort tot hun groep.
regio hersenen → gyrus fusiformis (specifiek wnn het gaat om herkennen van gezichten)
wordt gevaarlijk → wie is mijn groep? Wie is de andere? → op basis van huidskleur?...
, prosopagnosie → het niet meer herkennen van gezichten
op basis van welke aspecten delen wij mensen vooral in sociale categorieën? → geslacht (seksisme)
leeftijd (agisme)
etnische afkomst (racisme)
ook nog andere sociale categorieën → psychologen - verpleegkundige ,...
we maken allerlei sociale categorieën om de wereld overzichtelijk te maken, niet bij elke mens van bij 0 te
moeten beginnen
prototype → geheel van eigenschappen die de ene groep onderscheidt van de andere
groep.
geheel van kenmerken eigen aan die groep.
bv: iemand die aan politiek doet → robotfoto’s = prototype
prototypes kunnen verschillen → de ene ziet bij een firefighter een V de andere een M,...
zijn vaak gemeenschappelijk
zit veel subjectieve constructie in:
als jij iemand bent die al 5 x naar VS bent geweest dan heb je een ander prototype dan iemand die nog nooit naar
VS is geweest.
Toch veel gemeenschappelijk → door veel dezelfde dingen beïnvloed (social media, TV,..) → vaak met
prototype.
categoriseren/prototypes hebben is geen probleem → is een groot voordeel om onze hersenen niet te
overbelasten
het wordt een nadeel als we volop gaan vervormen:
→ bv basketspeler → dat je ENKEL denkt aan iemand die groot is kan ook klein zijn!
wanneer je dus denkt dat je prototype de werkelijkheid is zoals ze zich werkelijk voordoet
● verschillen binnen de categorie minimaliseren = assimilatie
bv: Oudere zeggen obv feit dat ze ¾ jongeren zien → “alle jongeren zijn tegenwoordig bezig met
comazuipen”
de oudere groep gaat over een andere categorie allemaal over dezelfde kam scheren → kan dat
iemand zo is
als je ervan uitgaat dat ELKE jongeren zo is → assimilatie
= een gevaar → niet iedereen is hetzelfde, je komt snel in stereotypering → discriminatie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller margobroeckx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.76. You're not tied to anything after your purchase.