De dynamische-theoriegestuurde profielinterpretatie (DTP) van Eurelings-Bontekoe en Snellen is al jarenlang erg populair onder clinici en diagnostici. Indien je als student aan de Open Universiteit deze methode wilt inzetten bij het interpreteren van je BAPD, dien je naast je drie casussen ook nog ...
Dynamische-theoriegestuurde profielinterpretatie
Een kritische reflectie
Inleiding
De dynamische-theoriegestuurde profielinterpretatie (DTP) van Eurelings-Bontekoe en
Snellen is al jarenlang erg populair onder clinici en diagnostici. Bij deze methode worden
verschillende vragenlijsten met elkaar in verband gebacht, en gecombineerd tot
zogeheten persoonlijkheidsprofielen. Deze profielen leveren bruikbare informatie op, die
volgens Eurlings-Bontekoe en Snellen niet gemeten kunnen worden door te kijken naar
de schaalscores afzonderlijk (Eurelings-Bontekoe en Snellen, 2003). De methode van
Eurelings-Bontekoe en Snellen is de laatste jaren onderwerp van debat geweest, met
name omdat empirische evidentie voor het gebruik van de methode schaars was.
Empirische evidentie
Tegen de methode van Eurelings-Bontekoe en Snellen, wordt als grootste bezwaar
aangemerkt dat er gebrek is aan empirische onderbouwing. Volgens critici baseren
Eurelings-Bontekoe en Snellen zich louter op klinische ervaring (Smid en Kamphuis,
2005). Volgens Smid en Kamphuis is er gebrek aan wetenschappelijk bewijs voor de
validiteit en betrouwbaarheid van de DTP. Het doen van meer wetenschappelijk
onderzoek is noodzakelijk om de kans op een foutieve diagnose te minimaliseren (Smid
en Kamphuis, 2004; Smid en Kamphuis, 2005). Sinds 2005 zijn er meerdere
wetenschappelijke publicaties verschenen, die de empirische basis van de methode van
Eurelings-Bontekoe en Snellen onderstrepen (Eurelings-Bontekoe, Snellen, Verschuur en
Bosch, 2004; Eurelings-Bontekoe, Onnink, Williams en Snellen, 2008; Eurelings-
Bontekoe, Luyten en Snellen, 2009b, Eurelings-Bontekoe, Luyten, Remijsen en Koelen,
2010a; Eurelings-Bontekoe, Luyten, Ijsselnnager, Vreeswijk en Koelen, 2010b; Eurelings-
Bontekoe, Peen, Noteboom, Alkema en Dekker, 2012; Eurelings-Bontekoe, Thijssen,
Ridder en De Kerkhof, 2014). Deze studies geven de methode een steviger
wetenschappelijk draagvlak.
Validiteit
In het jaar 2005 hebben Eurelings-Bontekoe en collega’s een eerste poging gedaan tot
constructvalidering van de DTP. In deze studie werden verschillende cliëntengroepen
betrokken, die op basis van de theorie gestuurde profielinterpretatie werden ingedeeld in
de volgende groepen: neurotische-, borderline- of psychotische
persoonlijkheidsorganisatie. In dit onderzoek werd ‘complexiteit van mentale
representaties van het zelf en anderen’ gebruikt als maat voor de structurele pathologie.
Volgens de auteurs bevestigde dit onderzoek dat met de DTP een structureel kenmerk
, van de persoonlijkheid gemeten kon worden (lees: complexiteit). Uit het onderzoek bleek
dat de complexiteit niet of nauwelijks af te leiden was uit de schaalscores afzonderlijk,
maar wel door de scores op Negativisme, Verlegenheid en Ernstige Psychopathologie met
elkaar te combineren (Eurelings-Bontekoe, Snellen, Verschuur en Bosch, 2005). Dit
valideringsonderzoek kent een aantal beperkingen, waardoor het valideringsonderzoek
onderwerp van discussie was. Eén van de beperkingen is dat de auteurs in het onderzoek
te grote effectsizes hanteren. Tevens wijken de in de studie gehanteerde profielen af van
die in het boek beschreven staan. Zo is in het valideringsonderzoek het aantal profielen
gereduceerd tot drie profielen, terwijl in het boek elf profielen beschreven staan. Verder
wordt er in het valideringsonderzoek slechts gekeken naar één van de drie tot zes
instrumenten (Smid en Kamphuis, 2005). Hoewel hiermee een eerste stap was gezet
naar empirische onderbouwing van de theorie, was de wetenschappelijke basis van de
methode van Eurelings-Bontekoe en Snellen hiermee alsnog twijfelachtig te noemen.
In het jaar 2009 hebben Eurelings-Bontekoe en collega’s opnieuw onderzoek gedaan naar
de constructvaliditeit van de theorie gestuurde profielinterpretatie. Voor het valideren van
de persoonlijkheidsprofielen van de NVM werd gebruikgemaakt van een indirecte
meetmethode: Social Cognition and Object Relations Scale (SCORS). Uit dit onderzoek
blijkt dat de profielen van de NVM een structureel kenmerk van de persoonlijkheid kan
voorspellen, namelijk de mate van ‘identiteitsdiffusie’. Uit de resultaten blijkt dat cliënten
met een neurotische persoonlijkheidsorganisatie de hoogste niveaus van complexiteit van
de innerlijke representaties hebben, gevolgd door cliënten met een borderline en
psychotische persoonlijkheidsorganisatie. Hoewel deze studie bijdraagt aan de empirische
evidentie van de theorie, kent dit onderzoek de beperking dat er gebruik is gemaakt van
indirecte metingen (Eurelings-Bontekoe, Luyten en Snellen, 2009b). In een ander
onderzoek is echter gekeken naar de relatie tussen de NVM en een directe meting van de
persoonlijkheidsorganisatie: het Structurele Interview (SI) van Kernberg. Uit de
resultaten van dit onderzoek blijkt dat er onvoldoende overeenstemming is tussen beide
meetmethoden. Tevens lijkt er sprake te zijn van overdiagnosticering van de borderline
persoonlijkheidsorganisatie. Cliënten die volgens het SI een neurotische of psychotische
persoonlijkheidsorganisatie, krijgen volgens de theorie van Eurelings-Bontekoe en
Snellen de diagnose borderline persoonlijkheidsorganisatie toebedeeld. Volgens de
onderzoekers is hierdoor ‘de waarde van de theoriegestuurde profielinterpretatie van de
NVM als methode om hypothesen te genereren vooralsnog beperkt’ (Brogtrop,
Lindenborn, Ingenhoven, 2008). Scholte (2008) reageert hierop met een aantal kritische
noten. Het onderzoek van Brogtrop en collega’s kent namelijk een aantal beperkingen. Zo
wordt in deze studie de SI van Kernberg gezien als ‘gouden standaard’. Er is echter nog
geen overtuigend empirisch bewijs voor de validiteit van de SI, en tevens blijkt uit eerder
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Multatuli. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.87. You're not tied to anything after your purchase.