Test Bank for Robbins Basic Pathology 10th Edition by Vinay Kumar, Abul K. Abba & Jon C. Aster 9780323353175 Chapter 1-24 | Complete Guide A+
Test Bank for Robbins Basic Pathology 10th Edition by Vinay Kumar, Abul K. Abba & Jon C. Aster 9780323353175 Chapter 1-24 | Complete Guide A+
Test Bank for Robbins Basic Pathology 10th Edition by Vinay Kumar, Abul K. Abba & Jon C. Aster 9780323353175 Chapter 1-24 | Complete Guide A+
All for this textbook (151)
Written for
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Biomedische Wetenschappen
Pathologie
All documents for this subject (15)
Seller
Follow
AmberBesseling
Reviews received
Content preview
HC pathologie gynaecopathologie 06-03-18
Belangrijke anatomische structuren om te kennen
van het vrouwelijke voortplantingsstelsel zijn:
vulva, vagina, cervix, uterus, tuba falopii en
ovarium.
De vulva, de externe vrouwelijke genitaliën,
hebben als frequente aandoening inflammatie.
Kanker komt weinig voor. Bij inflammatie is er
sprake van vulvitis en dit wordt vaak veroorzaakt
door een externe stimulus. Het kan echter ook
veroorzaakt worden door infecties, denk hierbij
vooral aan het HPV. Een belangrijke complicatie
hierbij is de obstructie van de Bartholin klieren.
Niet neoplastische epitheel disorders zijn Lichen
sclerosus, met als kenmerk dat de epidermis dunner wordt, het verdwijnen van rete pegs
(intreden van het epitheel in de onderliggende bindweefsellaag) en het vormen van een
acellulaire zone met gehomogeniseerde, dermale fibrose, en Lichen simplex chronicus,
waarbij epitheel verdikking en hyperkeratose gezien worden.
Voorbeelden van tumoren die eventueel kunnen ontstaan bij de vagina zijn condyloma’s, dit
is een wrattige laesie van de vulva. Carcinoma van de vulva (plaveiselcel) kan worden
onderverdeeld in twee die verschillen in pathogenese en ontwikkeling. De een is gerelateerd
aan hoog-risico HPV soorten en de ander wordt vaak voorgegaan door reactieve epitheel
veranderingen. Extramammary Paget ziekte is een intraepidermale proliferatie van
epitheelcellen en het kan voorkomen in de huid van de vulva of de tepel. In het geval van
lokalisatie bij de vulva is er echter bijna nooit sprake van een onderliggend carcinoom.
De vagina is vaak secundair aangedaan. Vaginitis is een ontsteking van de vagina, komt veel
voor, heeft geen klinische consequentie en het kan ontstaan door een onbalans in de
normale flora. Er bestaan echter wel maligne neoplasmen in de vagina; plaveiselcel-
carcinomen, clear cell adenocarcinomen en sarcoma botryoides.
De uterus bestaat uit drie delen, hier van buiten naar binnen: serosa, myometrium en
endometrium. Het endometrium bestaat o.a. uit mucosa, epitheel met kliertjes en stroma.
Het serosa bestaat uit mesotheel. Ontsteking van de uterus heet endometritis en kan acuut
of chronisch zijn, te zien aan het soort infiltraat. Bij een aandoening genaamd endometriose
bevindt het endometrium zich buiten de uterus. Het kan zich ook in de uteruswand vestigen
en heet dan adenomyose. Wanneer het echter echt de uterus uit gaat kan het bijvoorbeeld
naar de ovaria of de buikholte verplaatsen. Er worden hierbij vaak chocoladecysten gezien.
Tumoren van het vrouwelijke voortplantingsstelsel kunnen zijn: epitheliaal, mesenchymaal
(vanuit het stroma of leiomyomen) of gemengd. De meest voorkomende benigne tumoren
zijn leiomyomen, in de volksmond ook wel bekend als vleesbomen. Hierbij zijn er slechts
soms klachten maar het kan wel leiden tot onvruchtbaarheid. De maligne vorm ervan heet
een leiosarcoom. Hierin zien we wat we bij andere maligne tumoren ook zien: atypie,
mitosen en necrose. Ze komen uit het mesenchym en komen daar vaak de novo uit (dus
komen niet voort uit leiomyomen). Poliepen zijn in principe ook benigne maar kunnen
, maligne ontaarden en zijn onder te verdelen in functionele en hyperplastische poliepen. Ze
zijn gerelateerd aan obesitas, een late menopauze en tamoxifen gebruik.
Bij een teveel aan oestrogeen t.o.v. progesteron, mits het lang genoeg aanhoudt, kan er
endometrium hyperplasie ontstaan. Dit is een belangrijke precursor voor endometrium-
carcinomen en wordt o.a. veroorzaakt door obesitas. Er kunnen twee vormen worden
onderscheiden: met en zonder atypie. Wanneer het met atypie voorkomt is het ook wel
bekend als endometrial intraepithelial neoplasia (EIN). De meest voorkomende maligne
tumor is een adenocarcinoom. Er zijn verschillende vormen van, waarvan degene vanuit het
endometrium het meest voorkomt, gevolgd door uit de serosa en een ‘clear cell’
adenocarcinoom. Vanuit het endometrium wordt het een endometrioid adenocarcinoom
genoemd. Het komt vaak voor na de menopauze en de overleving hangt af van het stadium
waarin het gedetecteerd wordt. Er worden vaak mutaties gezien in mismatch reparatie genen
en het tumor-suppressor gen PTEN. De gradatie van deze carcinomen hangt af van de mate
van solide groei. Graad 1 (1-5% solide groei) wordt vaak gezien bij endometrioid
adenocarcinomen. Bij de sereuze en clear cell carcinomen is dit graad 3 (>50%). Bij
endometrioid ziet men vaak een plaveiselcel of mucineuze differentiatie, een hyperplastische
achtergrond en weinig mitotische activiteit. Je ziet op histologische afbeeldingen vaak nog
buisstructuren, met hogere gradaties verdwijnt deze buisstructuur.
De sereuze adenocarcinomen (komen veel minder voor!) zijn vaak graad 3. Ze worden
gekenmerkt door atypie, wanordelijke kernen en hobnailing (waarbij de kern uit de cel puilt)
en zijn vaak atrofisch. Bij beide kunnen specifieke kleuringen worden gedaan. Ook ontstaan
ze vaak door atrofie i.p.v. hyperplasie. De endometrioid carcinomen komen wel voort uit
hyperplasie.
De clear cell adenocarcinomen zijn ook vaak graad 3 maar hebben minder mitotische variatie
en nucleaire variatie dan sereuze adenocarcinomen. Wel zie je ook hier hobnailing.
Endometrium carcinomen zijn de meest voorkomende kankers van het vrouwelijk
voortplantingsstelsel.
Bij het typeren van de tumoren is het
vooral belangrijk om te kijken of het om
een endometriale of cervicale tumor gaat.
Als het een cervicale tumor eerst was en
daarna in de uterus terecht kwam is het
dus secundair. Bij cervicale kankers zie je
vaak een grotere upregulatie van p16 bij
kleuringen.
Plaatsing in de verschillende stadia wordt
gedaan a.d.h.v. FIGO-stadia (zie hiernaast).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AmberBesseling. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.