Absolute gegevens = getallen die naar daadwerkelijke hoeveelheden of aantallen verwijzen, bijv. er
zitten 1245 studenten op PABO
Relatieve gegevens = over hoeveelheden of aantallen zijn verhoudingsmatige gegevens waar je niet
direct het daadwerkelijke getal of aantal kunt aflezen, bijv. 1 op de 4 studenten, 25%
Strookmodel = zowel absoluut als relatief getal weergeven
Rationale getallen = hele getallen, komma getallen en breuken
Verschillende ondermaten = 0,1 meter is 1 decimeter en 10 centimeter
Repetendum = 0,142857142857… herhaalt zich steeds. 1/7 is een repenterende breuk
Breuk als absoluut getal = kan weergeven als punt op getallenlijn. 1/5 deel is absoluut
Breuk als operator = doet iets met een getal, hoeveelheid of prijs. 20% is operator maar 1/5 van iets
is ook operator
Declaratieve kennis = parate feitenkennis
H2
Recht evenredig = als het ene getal zoveel keer zo groot wordt, wordt het andere dat ook
Rato = prijs stijgt naar rato > naar verhouding
Grootheden = gewicht, lengte, inhoud
Samengestelde grootheden = km/h bestaat uit grootheid lengte en maateenheid km en de grootheid
tijd met de maat uur
Gestandaardiseerde verhouding = het totaal is op honderd gesteld, 5% is 5 van de 100. Ook bij
benzineverbruik, wordt uitgedrukt in 1 op de zoveel.
Niet – gestandaardiseerde verhouding = kan totaal van alles zijn, 2 op de 7
Wanverhoudingen = worden gebruikt om info over te brengen en de aandacht te trekken zoals in
reclame
Kwantitatieve verhoudingen = de verhouding wordt uitgerdrukt in 1 of meer getallen, bijv. 1 op de 6
Kwalitatieve verhoudingen = als er geen getal aan te pas komt, zoals een schoenendoos die naar
verhouding groot is, of een kind die lang is voor zijn leeftijd. Vaak meetkundig verband
Interne verhouding = als de verhouding een grootheid of eenheid betreft, bijv. 1 op de 4 studenten
Externe verhouding = twee verschillende grootheden, bijv. afgelegde afstand in bepaalde tijd, prijs
per gewicht
Verhoudingsdeling = deeltal en deler representeren hetzelfde, bijv. er zijn 12 snoepjes hoeveel
groepjes van 4 snoepjes. Gaat om een interne verhouding van het deel ten opzichte van het geheel
Verdelingsdeling = representeren deeltal en deler elk iets anders, bijv. 3 kinderen verdelen 12
snoepjes. Gaat om een externe verhouding met twee verschillende grootheden
, Lineair verband = een verband tussen 2 grootheden als de lijn in de grafiek recht is
Niet evenredig = verbanden die geen verhouding hebben
Additieve betekenis = drie keer meer
Multiplicatief = drie keer zoveel
Break-even point = na hoeveel … is … gelijk aan …
De gulden snede = als je een lijnstuk zo in tweeën verdeelt dat de verhouding van het kleinste deel
ten opzichte van het grootste deel hetzelfde is als verhouding van het grootste deel tot het hele
lijnstuk
Phi = veelgebruikte benadering voor gulden snede 0,618
Pi = oneindig, verhoudingsgetal bij de omtrek en diameter van een cirkel
Phi en pi zijn beide irrationale getallen = decimale breuk die niet repeterend is en oneindig
Formele verhouding taal = 1 op 4, 1 op de 4, 1 staat tot 4 of het aantal automobilisten is tweemaal
zo groot
Informeel handelen verhouding > groep 1 tot en met 4
Nadrukkelijk en formeel handelen > vanaf groep 5
Informeel handelen kleuters = vergelijken en ordenen van dingen op grootte
Gaat nog om kwalitatieve = zichtbare verschillen in grootte, afstand en dergelijke met nog
geen getal
Informeel handelen jonge kinderen (ong. groep 3) = verhoudingen worden gekwantificeerd = er
wordt een getal aan toegekend, bijv. reus is even groot als 5 dwergen op elkaar
maakt het mogelijk om op termijn te redeneren en rekenen met kwantitatieve oftewel
getalsmatige verhoudingen
Modelondersteunend redeneren en rekenen in context situaties = vanaf groep 4 komen
verhoudingen impliciet aan bod met eerlijke verdeelsituaties die kunnen worden opgelost door te
vermenigvuldigen, bijv. in 1 doosje zitten 8 potloden, hoeveel dan in 5 doosjes?
Verhoudingen worden alleen aangeboden in betekenisvol perspectief.
Modelondersteunend en formeel redeneren en rekenen = tot en met groep 8, verhouding worden
in toepassingssituaties aangeboden > contextgebonden handelen. Kan formeel zijn > als leerlingen
denkstappen noteren in bijv. een verhoudingstabel. Contexten worden steeds complexer met een
schaal en grotere getallen als breuken en komma.
Analogieën = 3 + 2 is 5, 300 + 200 = 500
Dubbele getallenlijn = gebruikt om getallen te ordenen en te positioneren. 2 zaken worden
zichtbaar, bijv. tussen grootheden tijd en afstand.
Is een denkmodel = ondersteunt het denken doordat het zichtbaar is welke bewerking moet
worden uitgevoerd. Het ondersteunt het evenredige karakter van verhoudingen door wat er
bij de een gebeurt, gebeurt ook bij de ander
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rokxfamke. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.84. You're not tied to anything after your purchase.