Normale veroudering Pathologische veroudering
AB-afzetting in het brein AB-afzetting in het brein leidt tot tangles en plaque
Typische symptomen normale veroudering Progressiever dan normale veroudering
- > reactietijden en < cognitieve flexibiliteit
- Moeilijker nieuwe dingen leren Pathologische veroudering = aanwijzingen voor
- > puntje van de tong fenomeen neuropathologie van hersenen of bij wie een
neurologische aandoening is vastgesteld
- Slechter in benoemtaken, verbale vloeiendheid,
problemen met beginnen en voeren van - Wittestof laesies: kan afnemen door zowel
gesprekken dunnere als minder aanmaak van myeline
- Problemen gehoor, zicht, smaak- en reukzin - Beroertes, alle soorten dementie, risico op TBI
door vallen, Parkinson
- Depressie en slaapproblemen komen wel of niet
[!!] Alles neemt toe met leeftijd
vaker voor dan voorheen
Positieve aspecten normale veroudering – maar
individuele verschillen (en coping)
- Gekristalliseerde intelligentie (ervaring) stabiel
of verbetert zelfs
- Vloeiende intelligentie (redeneren) trainen
- Verandering leefstijl kan cognitief verlies
voorkomen (dieet, sport, use it or lose it)
Anatomie normale veroudering Anatomie pathologische veroudering
- Grootte van de hersenen: krimp op alle niveaus - Witte stof laesie
(m.n. frontaal) + verlies grijze en witte stof - Groter dan verwacht volumeverlies in één of
resulteert in grotere ventrikels meer hersengebieden
- Neurotransmitter en hormonen: DA, SE en - Ontregeling neuronale Ca2+ homeostase
(vrouwelijke) geslachthormonen nemen af + - Bewijs biomarkers in liquor (AB en Tau
glucose- en zuurstofopname verminderen dementie)
- Vasculatuur: dunnere slagaders, bloedstolling - Minder neurogenese en minder plasticiteit
leidt tot aneurysma + bloeddruk kan stijgen of - Kleine asymptomatische beroertes
dalen veroorzaken veranderingen in witte stof (white
- Afname hersenvolume en/of gewicht: mogelijk matter disease related dementie)
door neurale dood. Witte stof kan afnemen Alle gebieden kunnen (ook) beïnvloed worden bij
door zowel dunnere als minder aanmaak van pathologische veroudering (afhankelijk mate en waar
myeline. Verlies grijze stof: vroege laesies zijn).
volwassenheid. Maar: frontale-pariëtale netwerk is erg kwetsbaar
Verlies witte stof: middelbare leeftijd voor pathologie (bijv. ischemie, ontsteking,
neurodegeneratie).
Eerst prefrontaalkwab, dan striatum, dan temporaal 20-30% van ouderen heeft asymptomatische
kwab, cerebellum vermis, cerebellum hemisferen en cerebrovasculaire aandoeningen
hippocampus (minst: occipitaal cortex) Vasculaire risicofactoren: hoge bloeddruk, hoog
cholesterol, obesitas, roken, leefstijl
Mannen: frontaal + temporaal; Leeftijd is grootste risicofactor voor dementie,
Vrouwen: hippocampus + pariëtaal wittestof laesie en beroerte!
Voornaamste netwerken beïnvloed door ouderdom
- Executief controle netwerk (meest)
- Dorsaal aandachtnetwerk
- Default mode network – niet focussen op
omgeving
- Salience netwerk (minst) – als je opvallende
gebeurtenis ziet
, Functioneren en normale veroudering -
- Ouderen: beide hemisferen activeren, jongeren
één van hemisferen
- Hypothese: PFC compensatie voor elders
falende functie (hippocampus)
- In kaart brengen: ERps, fMRI, NPO
Neuropsychologie = studie relatie hersenen en gedrag en effect van letsel of ziekte op cognitieve, emotionele en
algemeen adaptief vermogen van het individu.
Klinische neuropsychologie = principes van assessment en interventie toepassen, gebaseerd op wetenschappelijke
studie van menselijk gedrag in relatie tot normaal en abnormaal functioneren van CNS
Cognitieve neuropsychologie = wetenschap die onderzoekt hoe mentale processen verantwoordelijk zijn voor ons
cognitieve vermogen om nieuwe herinneringen op te slaan en te produceren, taal te produceren, mensen en
voorwerpen te herkennen en ons vermogen om te redeneren en problemen op te lossen.
Goede neuropsycholoog: nieuwsgierig, inventief, flexibel, empathisch, geduldig, kennis hebben
Interindividuele verschillen en intra-individuele veranderingen over tijd – alle leeftijden, SES, comorbiditeit en
medicatie beïnvloedt brein functioneren
KINDEREN VOLWASSENEN OUDEREN
Snelle hersenontwikkeling eerste 9 Houd rekening met… Houd rekening met…
maanden (zwangerschap) - Verschillen in prestatie door - Gehoor
Prenatale invloeden kunnen zorgen geslacht, opvoeding, cultuur. - Gezichtsvermogen
voor onvolledig herstel van - Locatie laesie - Beweging / andere handicaps
hersenbeschadiging foetus - Na TBI lusteloos en moeilijk te - Vermoeidheid
motiveren - Meer depressie (gevolg
- Effecten medicijnen en assessment)
comorbiditeit
Gerontologie = wetenschappelijke studie veroudering
Geriatrie = medisch specialisme gericht op zorg en behandeling ouderen
Doel voor beide is om verouderingsproces te begrijpen, zodat mensen hun functioneren kunnen optimaliseren en
een beter KvL kunnen bereiken.
BASELINE METING is heel belangrijk, want dan weet je wat normaal is. Dan kan je onderscheid maken tussen
normaal en abnormaal.
Welke test voor welke cognitieve functie?
- Vaste aanpak of flexibele aanpak (testbatterij of specifieke test per cognitieve functie?)
- Hoe specifiek is laesie? Verbindende neurale netwerken?
- Ecologische validiteit: relevantie dagelijks leven
- Cognitieve metingen van functionele uitkomsten:
- Medicatie inname, financiën beheren, boodschappen doen of koken, rijden, afspraken
onthouden
Problemen met normen:
1. Gebrek norm validatie 75+ jaar
2. Normen gebaseerd op cross-sectioneel onderzoek of biased populaties (kleine samples)
3. Geen rekening houden met sociaaleconomische invloeden op testscores
Tests gebaseerd op normaal verdeling – maar bij neurologische patiënten zie je skewed verdeling
- Vals positief of negatief
- Vloer of plafond effect
, SCC = Subjective Cognitive Complaints OCP = Objective Cognitive Performance
= Zelfgerapporteerde cognitieve problemen (door patiënt of = Hoe patiënt werkelijk presteert op
gemachtigde). Belangrijk voor MCI diagnose cognitieve tests
- Beoordeling praktijk: open vragen of interviews
- Beoordeeld onderzoek: vragenlijsten ! SCC en OPC correleren niet altijd
Cognitive Failures Questionnaire
Everyday Memory Questionnaire
BRIEF
Vragenlijst voor speciale populatie: Checklist for Cognitive
and Emotional Consequences of Stroke (CLCE24)
Hoorcollege 2 & 15 – Neuroimaging
NEUROIMAGING = hersenactiviteit zichtbaar maken
Structurele beeldvorming = geeft anatomische structuren en hun abnormaliteiten weer
- Beschadiging, breindegeneratie
Functionele beeldvorming = bepaalt mate van activiteit (metabolisme) van hersenen tijdens (ab)normaal
functioneren
- Wat gebeurt er, hoe lang duurt het, op welke plaatsen en wat is oorzaak-gevolg
Belangrijke criteria voor toepasbaarheid van een methode:
1. Spatiële resolutie = mate waarin hersengebieden te onderscheiden zijn (scherpte)
2. Temporele resolutie = mate waarin snelle veranderingen in activiteit te onderscheiden zijn (precisie
tijdsklok)
Resolutie is de precisie van de meetschaal (scherpte, tijd).
STRUCTURELE IMAGING
RÖNTGEN
Scherpe overgangen tussen verschillende weefseltypen worden goed onderscheiden
- Bot
- Lucht – luchtholtes zijn goed te zien: lucht als contrast gebruiken waardoor ventrikels beter zichtbaar
worden
- Weke delen
- Corpora aliena (niet lichaamseigen)
Intra-arterieel contrast – jodium injecteren waardoor vasculatuur weergegeven wordt (=cerebrale angiografie)
Wanneer?
- Breuken / Fracturen;
- Hersentumoren;
- Infarcten;
- Hydrocephalus (lucht als contrast)
Diagnostiek: lucht of intra-arterieel contrast gebruiken
CT-SCAN (COMPUTED TOMOGRAPHY)
= divergente bundel van röntgenstraling (wordt geabsorbeerd) gecombineerd met injecteren van contrast
- Snel (8 sec.), werkpaard geneeskundige (acute setting)
- Contrastering bloedvaten
- Spatiële resolutie redelijk – plakjes tot op de mm nauwkeurig (plaats en locatie)
- Perfusie imaging – bloed door hersenen
Bot of gestold bloed (trombusformatie) = wit (hyperdense, hoge dichtheid, meer absorptie) abnormaal (!)
Hersenweefsel = grijs
CSF of infarct = zwart (hypodense, watergehalte)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Psychologie2023. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.89. You're not tied to anything after your purchase.