100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Sociale Psychologie blok 3 $4.29
Add to cart

Summary

Samenvatting Sociale Psychologie blok 3

1 review
 46 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Alles wat je moet kennen voor het tentamen sociale psychologie in blok 3 van de opleiding bedrijfskunde MER. Deze samenvatting is aangevuld met handige afbeeldingen uit het boek en uit de powerpoint presentaties van de lessen. De samenvatting komt uit het boek: sociale psychologie

Last document update: 6 year ago

Preview 3 out of 24  pages

  • No
  • H1, h3, h4, h5, h6, h7, h8, h9, h10, h11, h12, h13
  • March 19, 2018
  • March 19, 2018
  • 24
  • 2017/2018
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: peeraerphilippe • 6 year ago

avatar-seller
Sociale psychologie
H1 – inleiding tot de sociale psychologie

Sociale psychologie: De wetenschappelijke studie naar de manier waarop gedachten, gevoelens en
gedragingen van mensen worden beïnvloed door de werkelijke of denkbeeldige aanwezigheid van
anderen.

Sociale invloed: het effect dat woorden, daden of alleen al de aanwezigheid van andere mensen
hebben op onze gedachten, gevoelens, attitudes of gedrag.

o Construct: de manier waarop mensen de sociale wereld waarnemen, begrijpen en
interpreteren. Denk aan iemand die afgewezen wordt, de een zal zeggen dat de ander niet is
geïnteresseerd en iemand anders denkt misschien dat de ander wel is geïnteresseerd maar
‘hard to get’ speelt. Mogelijke fundamentele motieven die ten grondslag liggen aan deze
gedragingen zijn:
o Honger
o Dorst
o AngstHH5,
o Controle
o Beloning
o Straf etc.

Naïef realisme: Dit is een speciaal soort construct, hierbij zijn 2 partijen overtuigd dat ze dingen
waarnemen die ook daadwerkelijk zo zijn. Mensen zijn dan vaak bevooroordeeld, ze zien dezelfde
dingen namelijk op een andere manier. Er zijn 2 psychologische motieven hiervoor:

o De behoefte om ons goed te voelen over onszelf
o De behoefte om de wereld accuraat (nauwkeurig/precies) weer te geven

Meestal porberen deze 2 motieven ons in tegengestelde richting te trekken, waardoor we om de
wereld accuraat te kunnen zien niet anders kunnen dan het feit onder ogen zien dat we ons idioot of
immoreel gedragen hebben.

Determinant: de bepalende factor in een ontwikkeling of toestand.

Individuele verschillen: De aspecten van een persoonlijkheid van mensen die hen onderscheiden van
andere mensen.

Fundamentele attributiefout: De neiging om ons eigen en andermans gedrag volledig toe te schrijven
aan persoonlijkheidstrekken, en de macht van sociale invloed te onderschatten. Mensen proberen
iemands gedrag te verklaren op grond van iemands persoonlijkheid. Ze concentreren zich als het
ware op de ‘vis’ en niet om het ‘water’ waar de vis in zwemt. Mensen zien niet altijd het geheel en
beoordelen iemand dan op zijn/of haar gedrag terwijl ze niet weten wat er achter zit.

Als we op deze manier beoordelen geeft dat ons een onterecht gevoel van veiligheid. Als we
bijvoorbeeld vreemd gedrag proberen te verklaren (bijv. het gedag van een zelfmoordterrorist die
zich opblaast) is het verleidelijk en op een vreemde manier ook geruststellend om deze mensen af te
doen als gestoorde gekken. Dit geeft ons het gevoel dat het ons nooit zal overkomen. ‘wij zijn niet gek
en doen dit soort dingen niet’.

,Behaviorisme: stroming in de psychologie die de stelling verdedigt dat alle gedrag verklaard kan
worden aan de hand van beloningen en straffen in de omgeving van het organisme en dat het niet
nodig is om er subjectieve zaken als denken en voelen bij te betrekken. Wanneer gedrag wordt
gevolgd met een beloning is iemand geneigd om dit vaker te doen. Denk aan een hond die luistert als
hij geroepen wordt omdat dat wordt beloond met een aai, aandacht of een snoepje. Wanneer de
hond gestraft wordt als hij zou komen doet hij dit daarna waarschijnlijk niet meer.

Echter is dit niet altijd zo, denk aan de band tussen studenten van een studentenvereniging. Veel van
deze verenigingen hanteren een heftige ontgroening, deze gedeelde ervaring zorgt er juist voor dat
mensen een sterke band met elkaar hebben en dat mensen niet bij deze studentenvereniging weg
willen (ze hebben tenslotte samen hetzelfde moeten doorstaan). Mensen die hier niet aan mee doen
zullen zich waarschijnlijk af vragen waarom de leden van de vereniging zoveel waarde hechten aan de
vereniging.

Positief zelfbeeld / zelfwaardering: De evaluatie van mensen van hun eigenwaarde. De meeste
mensen hebben een sterke behoefte aan een positief zelfbeeld, dit wil zeggen dat we onszelf willen
beschouwen als goed, competent en beschaafd. Grote tekortkomingen in onszelf erkennen is erg
moeilijk, zelfs als dat betekend dat we een inaccuraat beeld van de wereld met ons meedragen. Het
gevolg hiervan is dat de kans dat we iets leren van onze ervaringen klein is. Als voorbeeld: in een
relatie die 10 jaar heeft geduurd is 1 van de 2 mensen erg jaloers en bezitterig. Door deze jaloezie
gaat het huwelijk kapot. De ‘veroorzaker’ zal zijn fouten (te bezitterig, te jaloers) niet snel erkennen,
maar zal eerder zeggen dat de ander niet genoeg in ging op zijn/haar behoeften. Mensen zijn geneigd
om de bestaande feiten net even anders te zien dan dat ze werkelijk zijn, omdat dit anders in strijd
komt met het feit dat we een positief zelfbeeld willen hebben.

Sociale cognitie: Hoe mensen denken over zichzelf en de sociale wereld. Specifieker; hoe mensen
sociale informatie selecteren, interpreteren, herinneren en gebruiken om oordelen te vormen en
beslissingen te nemen. Onderzoekers beschouwen mensen ook wel als amateur detectives die hun
best doen om de sociale wereld te begrijpen en te voorspellen. Helaas maken we echter vaak fouten
in onze pogingen om situaties te begrijpen. Dit komt omdat we bijna nooit over alle feiten beschikken
die we nodig hebben om een gegeven situatie accuraat te kunnen beoordelen.




H3 sociale cogniti e; hoe we denken over de sociale wereld

Sociale cognitie: Gedachten. Hoe mensen denken over zichzelf en de sociale wereld ofwel, hoe
mensen sociale informatie selecteren, interpreteren, herinneren en gebruiken om oordelen te
vormen en beslissingen te nemen. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen 2 soorten sociale
cognitie:

1) Automatische sociale cognitie: Deze vorm duidt op de manier van denken die snel en
automatisch is. Als voorbeeld: wanneer we iemand voor het eerst ontmoeten maken we
razendsnel een oordeel van hem of haar zonder hier bewust over na te denken. Dit heet
automatisch denken: denken dat onbewust, onopzettelijk, onwillekeurig en zonder
inspanning geschiedt. Dit doen we de hele dag door, denk aan het inschatten van het
klaslokaal (waar gaan we zitten) dit doen we zonder er bewust over na te denken.
Om automatisch te kunnen denken gebruiken we schema’s. een schema is een inschatting
hoe bepaalde situaties eruit moeten zien (bijv. hoe we ons gedragen tijdens een vergadering
of bij een feestje). Het is een mentale structuur die mensen gebruiken om hun kennis over de

, sociale wereld te organiseren rond thema’s of subjecten. Schema’s hebben invloed op de
informatie die mensen opmerken, waarover ze nadenken en die ze zich herinneren. Er zijn
verschillende soorten schema’s:
 Schema’s over andere mensen: Hoe deze mensen zich zullen
gedragen,
 Schema’s over onszelf: Hoe je over je eigen ervaringen denkt. Stel je
hebt ergens een leuke vakantie gehad en iemand noemt dit land,
dan weet je dat dit een leuk land is -> je hebt er een leuke ervaring
gehad.
 Scripts: Schema’s over specifieke gebeurtenissen, ofwel de
beschrijving van hoe zo’n gebeurtenis gewoonlijk verloopt. Denk aan
de treinreis die je elke dag maakt of een normale werkdag, je weet hoe het normaal
gesproken verloopt en hier hoef je niet meer over na te denken.

De functies van schema’s: ze helpen ons de wereld te organiseren en gebruiken, als we
deze schema’s niet zouden hebben is alles steeds nieuw en verwarrend. Wanneer we
geen schema’s zouden hebben is het te vergelijken met mensen met dementie. Deze
mensen hebben deze schema’s niet meer en voor hun is alles elke dag weer verwarrend
en ‘nieuw’.


Welk schema er op een bepaald moment bij jou “aan” gaat heeft o.a. te maken met eerdere
ervaringen of doelen op dat gebied. Als je bijvoorbeeld iemand in de bus ziet zitten die niet
zo fris ruikt en er niet verzorgd uitziet gaat er een schema aan bij jou, zoals bijvoorbeeld dat
diegene een zwerver is.

Toegankelijkheid: mate waarin schema’s en concepten zich op de voorgrond van ons
bewustzijn bevinden waardoor het waarschijnlijker is dat we ze gebruiken bij onze oordelen
over de sociale wereld.
 Blijvend toegankelijk: Door eerdere ervaringen, bijvoorbeeld een extreme verslaving
van iemand die dichtbij je staat.
 Tijdelijk toegankelijk: Dit is gerelateerd aan een doel dat we op dat moment hebben
of aan recente ervaringen, bijvoorbeeld wanneer je een opdracht maakt over de
extreme verslaving.

Priming: Het sneller herkennen van, of reageren op een bepaalde stimulus als men deze
eerder heeft waargenomen. Priming is één manier waarom ons gedrag wordt beïnvloed door
de omgeving waarin we ons bevinden. Dit is het proces waarbij recente ervaringen de
toegankelijkheid van een schema, kenmerk of concept verhogen.

De hardnekkigheid van weerlegde schema’s: Soms horen we iets over een onderwerp of
persoon wat niet klopt. Ondanks dat je bewijs hebt dat het niet klopt, kunnen opvattingen
door de manier waarop schema’s werken blijven hangen. Schema’s kunnen een eigen leven
gaan leiden, zelfs als de volledig weerlegd zijn:
 Perseveratie effect: We hebben de neiging om vast te houden aan ons gelijk, onze eerste
indruk. Als we in het buitenland zijn waar dingen anders gaan vinden we dat bijvoorbeeld
“vreemd” omdat het anders is dan dat we gewend zijn. Bevindingen dat opvattingen van
mensen over zichzelf en de sociale wereld aanhouden ondanks bewijzen van het
tegendeel. (Een goed voorbeeld hiervan is de mevrouw van X-factor

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sniek. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.29
  • (1)
Add to cart
Added